De Bijbel en voedsel

De Bijbel en voedsel - Wat Gods bedoeling is met voedsel
De Bijbel zegt heel veel over voedsel. Maar voordat we het over eetvoorschriften gaan hebben, moeten we eerst kijken naar het algemene doel dat God heeft met voedsel. Je kunt dit onderwerp op vele manieren benaderen. We weten allemaal hoe fijn eten kan zijn. We genieten van lekker eten omdat God het zo heeft bedoeld. Zoals de Bijbel het zegt:

    “Want alles wat God heeft gemaakt, is goed. Niets daarvan is verkeerd als je Hem ervoor dankt. … Hij geeft hun alles overvloedig, om van te genieten en om goede dingen mee te doen” (1 Timoteus 4:3; 6:17).
Samen eten met familie en vrienden verhoogt het plezier, iets wat ook Jezus ervaren heeft. Al deze dingen laten ons Gods goedheid zien.

Voedsel maakt ons ook afhankelijk van God. Die gedachte maakt ons nederig en zorgt ervoor dat we niet hoogmoedig worden. Mozes begreep deze waarheden toen hij de Israëlieten herinnerde aan Gods leiding in hun leven:
    “Hij wilde dat jullie ontzag voor Hem zouden leren hebben. Daarom liet Hij jullie honger lijden. Toen gaf Hij jullie manna, iets wat jullie en jullie voorouders nog nooit hadden gezien. Want Hij wilde dat jullie zouden begrijpen dat een mens niet alleen van brood leeft. Een mens leeft óók van elk woord dat God spreekt” (Deuteronomium 8:3).
Voor dit alles verdient God onze lof.

Dit zijn de uitgangspunten die vanaf het begin al duidelijk zijn. Maar soms veranderde God de regels over eten. Adam en Eva waren vegetariërs (Genesis 1:29-30). Later zei God tegen Noach dat hij daarbij ook alle dieren mocht eten, maar geen bloed (Genesis 9:3-4). Nog weer later gaf God via Mozes zeer strikte eetregels aan het volk Israël. Mede daardoor onderscheidde het zich als Zijn speciale volk. Maar het was tevens Gods bedoeling dat deze religieuze wetten bepaalde problemen schiepen. Hij wilde dat de Israëlieten zouden leren dat niemand perfect is - dat niemand aan al Gods wetten kan voldoen (Handelingen 15:10; Galaten 4:1-5:3). Later, toen Jezus op aarde leefde, heeft Hij opnieuw gezegd dat alle voedsel gegeten mag worden zonder dat je bang hoeft te zijn dat je Gods wetten overtreedt.
    “Hij zei tegen hen: “Begrijpen jullie het dan óók niet? Begrijpen jullie niet dat alles wat je mond íngaat, je niet onrein kan maken? Want het komt niet in je hart, maar in je buik. En op een bepaalde plaats gaat het er ook weer uit.” Zo zei Hij dus dat alle soorten eten rein zijn. En Hij zei: “Wat uít je mond komt, maakt je onrein. Want dat komt van binnenuit, uit je hart. Daar vandaan komen de slechte gedachten, verkeerde dingen op het gebied van seks, moord, diefstal, ontrouw aan je man of vrouw, hebzucht, slechtheid, bedrog, gebrek aan zelfbeheersing, roddel, kwaadsprekerij, trots, onverstandigheid. Al die slechte dingen komen van binnenuit naar buiten en maken je onrein” (Markus 7:18-23).
Om deze lering kracht bij te zetten gaf God Petrus een visioen en gebruikte hem zo om de waarheid aan een toen grotendeels Joodse kerk over te brengen (Handelingen 10:1-48; 15:1-31).

De Bijbel en voedsel - Zijn wij het hierover oneens?
Jammer genoeg raken we vaak verdeeld door onze verschillende opvattingen over de Bijbel en voedsel, terwijl wij mensen er juist door verenigd zouden moeten worden in onze waardering voor God en onze afhankelijkheid van Hem. Ware gelovigen vinden andere mensen meestal belangrijker dan hun eigen leefregels. Ze zetten hun natuurlijke voorkeuren en sociale patronen aan de kant uit liefde voor de ander (1 Korintiërs 8:1-13). We moeten erachter zien te komen wat onze beweegredenen zijn als het gaat om onze eetgewoonten, want wij kunnen hierin enorm hypocriet zijn. Als we door onze dieetkeuze onbuigzaam worden, schaden we niet alleen andere mensen, maar ook onze relatie met God. Zoals de grote apostel Paulus zei:

    “Als je wèl vlees eet, mag je iemand die géén vlees eet niet veroordelen. En als je géén vlees eet, mag je iemand die wèl vlees eet niet veroordelen. Want God houdt van jullie allebei” (Romeinen 14:3).
Dan is er nog het punt van de gezondheid. Sommigen van ons verdragen bepaalde soorten voedsel niet en daarom moeten we die niet eten. Maar helaas - al te vaak kunnen we onszelf niet beheersen en eten we te weinig, of juist te veel en maken zo Gods geschenk tot een uitdrukking van onze zelfzuchtigheid en zelfs tot iets waar we persoonlijk onder lijden.

Tot slot. De Bijbel zegt dat we in de hemel zullen eten. Hoera! Daar zal voedsel nooit meer misbruikt worden. Gods plan is het beste.

De Bijbel en voedsel - Hoe zit het met alcohol?
Als alcohol op zichzelf zondig is, dan hebben we allemaal een probleem. Het is een bekend medisch feit dat door micro-organismen in het menselijke stofwisselingssysteem sommige voedselsoorten in alcohol worden omgezet. Tot aan twee glazen wijn per dag toe. Dus hebben we allemaal altijd wel wat alcohol in ons bloed. Je zou hierop kunnen aanvoeren dat de interne lichaamsfuncties niet meetellen, maar alleen bewuste uiterlijke handelingen. Daar zit wat in, maar als het om alcohol gaat, zit de Bijbel ergens in het midden.

Jezus Zelf veranderde op wonderbaarlijke wijze water in wijn (Johannes 2:1-11). Dat zou Hij nooit gedaan hebben als alcohol een zondige substantie is die je nooit mag drinken. Alcohol wordt gebruikt als conserveringsmiddel, dus wijn verhoudt zich tot vruchtensap als yoghurt of kaas tot melk.

Maar, net als met voedsel is matigheid essentieel. De Bijbel is duidelijk tegen dronkenschap en vraatzucht. Sterker nog, het kan zijn dat de unieke lichamelijke eigenschappen van sommige mensen hen aanleg geven om snel dronken te worden, net zoals anderen aanleg hebben voor overgewicht. Deze mensen moeten voorzichtig zijn. Zonder voedsel kunnen we niet leven, maar zonder alcohol wel. Anderen drinken helemaal geen alcohol als teken van zelfbeheersing. Maar of we nu matig drinken of geheelonthouder zijn, we moeten onszelf nooit op de eerste plaats zetten. Persoonlijke verlangens komen op de tweede plaats. Bovenaan moet ons verlangen staan om God te verheerlijken en om zijn liefde voor anderen te laten zien. Zoals Paulus zei:

    “…maar ik wil dat als jullie eten of drinken, of wat voor dingen dan ook doen, het altijd God moet eren. Niets van wat je doet mag voor andere mensen een belemmering zijn voor het geloof in Jezus. Niet voor Joden, niet voor mensen van andere volken en niet voor de gelovigen. Dat doe ik ook. Ik zoek altijd het beste voor andere mensen. Want het gaat niet om mijzelf, maar om de anderen. Wat ik wil dat ze gered zullen worden. Neem mij als voorbeeld en doe als ik. Want míjn voorbeeld is Christus” (1 Korintiërs 10:31-11:1).
We kunnen hier nog twee waarschuwingen van Paulus aan toevoegen:
    “Word niet dronken van wijn, want dan weet je niet meer wat je doet. Maar wordt vol van de Heilige Geest en spreek tegen elkaar met psalmen, lofliederen en liederen in talen van de Geest. Zing en jubel met je hele hart voor de Heer. Dank vooral aldoor God de Vader voor alles, door onze Heer Jezus Christus” (Efeziërs 5:18-20).

    “Aan Timoteüs, mijn oprechte zoon in het geloof… Drink voortaal niet alleen maar water, maar ook een beetje wijn. Dat is beter omdat je zo vaak ziek bent en last hebt van je maag” (1 Timoteüs 1:1, 5:23).
Tenslotte moeten we de woorden van Jezus ter harte nemen:
    “… Iemands woorden verraden wat er in zijn hart is. Een goed mens haalt goede dingen tevoorschijn uit de goede voorraad in zijn hart. Maar een slecht mens haalt slechte dingen tevoorschijn uit de slechte voorraad in zijn hart. Maar ik zeg jullie dat alle mensen verantwoordelijk zijn voor elk verkeerd woord dat ze hebben gezegd. Op de dag van het laatste oordeel zal God de mensen oordelen op hun woorden. Jullie zullen worden vrijgesproken om de dingen die jullie hebben gezegd - of jullie zullen worden veroordeeld om de dingen die jullie hebben gezegd” (Matteüs 12:34-37).
Zo zien we dat wat er uit onze mond komt, veel belangrijker is dan wat er in gaat.

Leer meer!

Met dank aan Scott Munger, PhD, Biblica. Alle rechten voorbehouden in het origineel.


WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen