3 april


1 Sam. 22:6-19 - Nob
DOEG DOODT PRIESTERS VAN NOB. Saul hoorde al gauw waar David en zijn mannen zich hadden verscholen. Hij was op dat moment in Gibea en zat onder een eik met zijn speer in de hand, omringd door zijn officieren. "Luister, mannen van Benjamin", riep Saul toen hij het nieuws had gehoord. "Heeft ook David u akkers, wijngaarden en hoge rangen in zijn leger aangeboden? Daarom snap ik niet dat u tegen mij bent. Want niet één van u heeft mij ooit verteld dat mijn eigen zoon aan Davids kant staat. U voelt zelfs niet met mij mee. Denk u eens in! Mijn eigen zoon moedigt David aan hier te komen en een greep naar de macht te doen!"
Toen nam de Edomiet Doëg, die bij Sauls mannen stond, het woord en zei: "Toen ik in Nob was, heb ik David zien praten met de priester Achimélech. Achimélech vroeg de HERE om raad over wat David moest doen en daarna gaf hij hem voedsel en het zwaard van de Filistijn Goliath."
Daarop ontbood koning Saul onmiddellijk Achimélech en zijn hele familie en de andere priesters uit Nob. Toen zij aankwamen, zei Saul tegen hem: "Luister eens goed naar mij, zoon van Ahitub!" "Wat is er aan de hand?" vroeg de angstige Achimélech.
"Waarom hebben u en David tegen mij samengezworen?" wilde Saul weten. "Waarom hebt u hem voedsel en een zwaard gegeven en voor hem met God gepraat? Waarom hebt u hem aangemoedigd tegen mij in opstand te komen en mij hier aan te vallen?"
"Maar koning", wierp Achimélech tegen, "er is toch zeker niemand onder al uw dienaren, die zo trouw is als uw schoonzoon David? Wie mag zo vertrouwelijk met u omgaan en geniet zoveel aanzien aan uw hof? Dit was toch zeker niet de eerste keer dat ik God voor hem om raad heb gevraagd? Het is niet eerlijk als u mij en mijn familie hiervan beschuldigt, want ik heb nooit iets geweten van enige samenzwering tegen u."
"U zult sterven, Achimélech, samen met uw hele familie", schreeuwde de koning.
Hij beval zijn lijfwachten: "Dood deze priesters, want zij zijn bondgenoten van David. Zij wisten dat hij voor mij op de vlucht was, maar hebben het mij niet verteld!" De soldaten weigerden echter de priesters van de HERE te doden.
Toen wendde de koning zich tot Doëg en zei: "Doet u het maar." Doëg liep op hen af en doodde de 85 priesters, die allemaal de linnen priesterkleding droegen. Saul liet ook Nob verwoesten, de stad van de priesters en doodde hun gezinnen: mannen, vrouwen, kinderen en kleine babies en ook alle ossen, ezels en schapen.

1 Sam. 22:20-23
DAVID VERNEEMT VAN BLOEDBAD. Alleen Abjathar, één van de zonen van Achimélech, wist te ontkomen en vluchtte naar David. Toen hij hem vertelde wat Saul had gedaan, riep David uit: "Ik had het kunnen weten! Toen ik Doëg daar zag, wist ik dat hij het Saul zou vertellen. Het is mijn schuld dat uw hele familie is uitgemoord. Blijf hier bij mij, ik zal u met mijn eigen leven beschermen. Bij mij bent u veilig."

Psa. 52 - David maakt verwijten aan het adres van de boosdoener.
Een leerzaam gedicht van David voor de koordirigent. Hij maakte dit nadat de Edomiet Doëg hem aan Saul had verraden met de woorden: "David is in het huis van Achimélech."

  Och geweldenaar, waarom denkt u dat het kwade u wel zal helpen?
  De liefde en goedheid van God houden nooit op en gelden dag en nacht.
  U bedenkt allerlei kwaad;
  uw tong is zo scherp als een scheermes.
  U bent een bedrieger!
  U geeft de voorkeur aan het kwaad boven het goede.
  U liegt liever dan dat u de waarheid spreekt.
  U hoort het liefst slechte taal
  en een mond die bedriegt.

  God zal u echter voor eeuwig verderven.
  Hij zal u uit uw huis wegslepen
  en een einde aan uw leven maken.
  De oprechte mensen die het zien,
  zullen ontzag voor God hebben en zeggen:
  Kijk, zo vergaat het de mensen die niet op God vertrouwen,
  maar denken dat hun rijkdom hen wel zal redden.
  Die rijkdom waardoor hij zich sterk waande, werd zijn ondergang.

  Ik groei echter op als een altijd groene olijfboom in Gods huis.
  Onophoudelijk vertrouw ik op Gods goedheid en liefdevolle zorg.
  Ik zal U altijd loven en prijzen, omdat U mij steeds weer redt.
  Ik verwacht het alleen van U, samen met al Uw volgelingen,
  want Uw naam is groot en goed.

1 Sam. 23:1-6 - Kehila
DAVID REDT KEHILA. Op een dag kwam David ter ore dat de Filistijnen bij Kehila de dorsvloeren aan het leegroven waren. David vroeg de HERE: "Moet ik daarheen gaan en hen aanvallen?" "Ja, bevrijd Kehila van de Filistijnen", was het antwoord van de HERE.
Maar Davids mannen zeiden: "Zelfs hier in Juda voelen we ons niet veilig; moeten wij dan wel naar Kehila gaan en daar het hele Filistijnse leger bestrijden?"
Opnieuw vroeg David de HERE om raad en Hij antwoordde: "Ga naar Kehila, want Ik zal u helpen de Filistijnen te verslaan."
Zo trokken zij toch naar Kehila. Zij richtten een slachting aan onder de Filistijnen en joegen al hun vee weg. Op die manier werden de inwoners van Kehila gered. De priester Abjathar had overigens toen hij naar David was gevlucht, de efod meegenomen zodat hij steeds de raad van de HERE kon inwinnen.

1 Sam. 23:7-12
DAVID OP ZOEK NAAR GODS LEIDING. Saul hoorde al snel dat David in Kehila was. Hij riep: "Nu hebben we hem! God heeft hem aan mij uitgeleverd, want hij heeft zichzelf opgesloten in een ommuurde stad!" Saul mobiliseerde daarop zijn hele leger om ermee naar Kehila te trekken en David en zijn mannen te omsingelen.
Maar David hoorde wat Saul van plan was en gaf de priester Abjathar opdracht de efod bij hem te brengen om de HERE te vragen wat hij moest doen. "Och, HERE, God van Israël", zei David, "ik heb gehoord dat Saul hierheen komt en Kehila wil vernietigen, omdat ik hier ben. Zouden de mannen van Kehila mij aan hem uitleveren? En zal Saul inderdaad komen, zoals ik heb gehoord? HERE, God van Israël, vertel het mij alstublieft."
De HERE gaf als antwoord: "Hij zal komen."
"En zouden deze mannen van Kehila mij aan Saul uitleveren?" drong David verder aan.
"Ja, zij zouden u uitleveren", luidde het antwoord.

1 Sam. 23:13-15 - Woestijn van Zif
IN DE WOESTIJN VAN JUDA. Dat was reden genoeg voor David en zijn mannen (het waren er nu zo'n 600) Kehila te verlaten en in de omstreken te gaan rondtrekken. Saul kwam al gauw te weten dat David was ontsnapt en besloot daarom niet naar Kehila op te trekken.
David vestigde zich toen in het heuvelgebied van de woestijn van Zif. In het woud van Choresa ontving David op een dag de boodschap dat Saul op weg was naar Zif om hem op te sporen. Dagen achtereen achtervolgde Saul hem, maar de HERE liet niet toe dat hij David vond.

Psa. 63 - David drukt zijn dankbaarheid uit voor Gods bescherming.
Een psalm van David, die hij schreef in de woestijn van Juda.

  God, mijn God,
  ik zoek U overal;
  mijn hart dorst naar U.
  Ook mijn lichaam verlangt naar U
  in dit dorre, droge land,
  waar geen water is.

  Ik heb U in Uw heiligdom gezien;
  ik zag Uw kracht en majesteit.
  Uw goedheid en trouw overtreffen het leven zelf.
  Ik zal met mijn mond Uw naam grootmaken.
  Mijn leven lang wil ik U prijzen;
  mijn handen naar U opheffen wanneer ik bid.
  Er is niets anders waarnaar ik verlang;
  er komen prachtige lofliederen over mijn lippen;
  ook 's nachts als ik wakker lig en over U nadenk.

  Want U bent mij altijd te hulp gekomen.
  Ik jubel het uit vanuit de beschermde plaats
  waar U mij in leven houdt.
  Alles in mij richt zich op U.
  Ik kan niet zonder U;
  Uw hand houdt mij vast.

  Maar de mensen die op mijn ondergang uit zijn,
  zullen in de diepte van de aarde worden neergelaten.
  Zij zullen omkomen door het zwaard
  en ten prooi vallen aan de wilde dieren.

  Maar de koning verheugt zich in God;
  ieder die bij Hem zweert, zal reden tot vreugde hebben
  en zich op Hem kunnen beroemen,
  want Hij brengt de leugenaar tot zwijgen.

1 Sam. 23:16-18
NIEUW VERBOND MET JONATHAN. Ondertussen ging Jonathan erop uit om David te zoeken; hij ontmoette hem bij Choresa en bemoedigde hem in zijn geloof in God. "Wees niet bang", verzekerde Jonathan hem nog een keer. "Mijn vader zal je nooit vinden! Jij zult koning van Israël worden en ik zal onder je staan, iets wat mijn vader heel goed weet." Zo vernieuwden zij hun vriendschapsband. David bleef bij Choresa, terwijl Jonathan terugkeerde naar huis.

1 Sam. 23:19-25
SAMENZWERING VAN ZIF EN SAUL. De mannen van Zif gingen echter naar Saul in Gibea en verraadden David. "Wij weten waar hij zich verbergt", zeiden zij. "Hij zit bij ons in de grotten van Choresa, op de heuvel van Hachila, in het zuidelijke deel van de woestijn. Kom gauw, koning, dan zal uw grootste wens in vervulling gaan. Wij vinden het een eer hem aan u uit te leveren."
"Prijs de HERE", riep Saul, "eindelijk iemand die met mij meevoelt! Ga maar naar huis om uit te zoeken of hij daar werkelijk nog is en of iemand hem heeft gezien, want hij is heel listig. Probeer zijn schuilplaatsen te ontdekken en kom dan terug om mij nauwkeurig verslag te doen. Dan zal ik met u meegaan. Als hij zich ergens in dat gebied bevindt, zal ik hem vinden al moet ik elke centimeter van Juda uitkammen!"
De mannen van Zif gingen terug naar huis. Toen David echter hoorde dat Saul op weg was naar Zif, trokken hij en zijn mannen verder naar het zuiden de woestijn van Maon in. Maar ook daar volgde Saul hen.

Psa. 54 - Reactie op mensen die David verraden.
Een leerzaam gedicht van David voor de koordirigent. Te spelen met begeleiding van een snaarinstrument. Hij schreef dit nadat de Zifieten hem aan Saul hadden verraden met de woorden: "Wist u dat David zich bij ons verborgen houdt?"

  O God, bevrijd mij door Uw sterke naam.
  Laat Uw kracht mij recht verschaffen.
  O God, luister naar mijn gebed,
  hoor toch naar de woorden van mijn mond.

  Vreemde mensen keren zich tegen mij;
  geweldenaars willen mij doden.
  Zij denken niet aan God.

  Luister, God is mijn helper.
  De Here geeft mij kracht en steunt mij.
  God zal mij wreken tegenover de mensen
  die mij naar het leven staan.
  Vernietig hen maar in Uw trouw voor mij.

  Ik zal U offers brengen,
  zonder dat er een wettelijke reden voor is.
  Ik doe dat uit dankbaarheid aan U.
  HERE, ik zal Uw naam loven en prijzen,
  want U bent zo goed voor mij.
  God heeft mij bevrijd uit alle angst en gevaar
  en nu kan ik met vreugde naar mijn vijanden kijken.

1 Sam. 23:26-24:1
DAVID ONTSNAPT TERNAUWERNOOD. Hij en David bevonden zich nu aan weerszijden van een berg. Toen Saul en zijn mannen hen begonnen in te sluiten, probeerde David weg te vluchten. Precies op dat moment kreeg Saul echter te horen dat de Filistijnen Israël weer waren binnengevallen. Saul gaf daarom de achtervolging op en keerde terug om de strijd aan te binden met de Filistijnen. Sinds die tijd wordt de plaats, waar David zijn kamp had 'Rots van Ontsnapping' genoemd. David ging naar het bergland van Engedi en vestigde zich daar in de grotten.

1 Sam. 24:2-7 - Woestijn van Engedi
DAVID SPAART SAULS LEVEN. Na terugkeer van de strijd tegen de Filistijnen, hoorde Saul dat David het onherbergzame gebied van Engedi was ingetrokken. Aan het hoofd van 3000 man speciale troepen begaf hij zich naar dat gebied om hem te zoeken bij de Steenbokrotsen.
Op een plaats waar enkele schaapskooien langs de weg lagen, ging Saul een grot binnen om zich even terug te trekken. Saul wist echter niet dat David en zijn mannen zich achter in diezelfde grot hadden verstopt! "Grijp uw kans!" fluisterden Davids mannen hem toe. "Dit is de dag waarover God sprak, toen Hij zei: 'Ik zal Saul aan u uitleveren zodat u met hem kunt doen wat u wilt!" David sloop daarop naar voren en sneed een stuk uit de onderkant van Sauls mantel!
Toen kreeg hij echter last van zijn geweten. "Dat had ik eigenlijk niet moeten doen", zei hij tegen zijn mannen. "Het is een grote zonde de koning die God heeft uitgekozen, op enige manier aan te vallen."

1 Sam. 24:8-16
Die woorden van David weerhielden zijn mannen ervan Saul te doden. Nadat die de grot had verlaten en wilde weggaan, kwam David tevoorschijn en riep hem achterna: "Mijn heer de koning!" Saul keek om en zag hoe David zich diep voor hem boog. Daarna zei deze tegen Saul: "Waarom luistert u toch naar de mensen, die u proberen wijs te maken dat ik u kwaad wil doen? Vandaag kunt u zien dat het niet waar is. De HERE leverde u daar in die grot aan mij over en enkelen van mijn mannen raadden mij aan u te doden, maar ik heb uw leven gespaard. Want ik zei: 'Ik zal hem met geen vinger aanraken, want hij is de koning die de HERE heeft gezalfd. Ziet u wat ik hier in mijn hand heb? Het is een stuk van uw mantel! Ik heb dat afgesneden, maar ik heb u niet gedood! U moet toch toegeven dat ik u geen kwaad wil doen en dat ik niet tegen u heb gezondigd, ook al heeft u het wel op mijn leven voorzien. De HERE zal tussen ons beslissen. Misschien zal Hij u doden om wat u mij probeert aan te doen, maar ik zal u nooit het minste kwaad doen. Het oude spreekwoord zegt: 'Van goddelozen komt goddeloosheid', maar ondanks uw goddeloosheid zal ik u met geen vinger aanraken.
Naar wie is de koning van Israël eigenlijk op jacht? Naar een dode hond of naar een vlo soms? De HERE zal beoordelen wie van ons gelijk heeft en degene die schuldig is, zal Hij straffen. Hij is mijn verdediger en Hij zal mij uit uw macht bevrijden!"

1 Sam. 24:17-23
SAUL VRAAGT OM VERBOND. Saul riep terug: "Ben jij dat werkelijk, David?" Hij begon te huilen en zei tegen David: "Jij bent een beter mens dan ik, want jij hebt tenminste geen kwaad met kwaad vergolden. Ja, je hebt vandaag laten zien dat je goed voor mij bent, want toen de HERE mij aan je uitleverde, heb je mij niet gedood. Wie ter wereld had in zo'n situatie zijn vijand zomaar laten gaan? Moge de HERE jou rijk belonen voor de goedheid waarmee je mij vandaag hebt behandeld. Ik besef nu ook dat jij vast en zeker koning van Israël zult worden en Israël standvastig zult regeren. Zweer mij bij de HERE dat je mijn familie dan niet zult doden en mijn lijn van nakomelingen niet zult vernietigen!"
David zwoer dit, waarna Saul terugkeerde naar huis. David en zijn mannen gingen echter terug naar hun grot in het gebergte.

Psa. 57 - David prijst God voor verkregen veiligheid.
Een lied van David voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van: 'Vernietig niet.' Een waardevol lied, dat hij schreef nadat hij voor Saul vluchtte in de grot.

  Wees mij nabij, o God, en geef mij Uw genade;
  mijn ziel vindt alleen maar bescherming bij U.
  Ik schuil in de schaduw onder Uw vleugels,
  tot het gevaar is geweken.

  Ik roep de Allerhoogste God aan.
  De God, Die mij bevrijden zal.
  Hij zal mij hulp sturen vanuit de hemel en mij verlossen.
  Hij zal de man die mij naar het leven staat, tot een mikpunt van spot maken.
  God zal de waarheid aan het licht brengen en Zijn goedheid en liefde tonen.

  Ik voel mij als voor de leeuwen gegooid;
  ik ben omringd door mensen die mijn bloed willen zien.
  Hun tanden zien er uit als speren en scherpe pijlen.
  Hun tong is een scherp zwaard.

  Laat Uw grootheid zien tot boven de hemelen, o God;
  toon de hele aarde Uw geweldige majesteit.

  Zij hebben een val voor mij gezet
  om mij levend te vangen.
  Zij hebben een kuil voor mij gegraven,
  maar zijn er zelf in gevallen.

  O mijn God, U stelt mij gerust;
  mijn hart is weer tot kalmte gebracht.
  Ik zal liederen en psalmen voor U zingen.
  Word wakker, mijn ziel!
  Word wakker, harp en citer!
  Samen zullen wij de nieuwe dag tegemoettreden.

  Here, ik zal U de lof en eer brengen onder alle volken.
  De hele wereld zal mijn lofpsalmen horen tot Uw eer.
  Uw goedheid en liefde zijn onmetelijk; verder dan de hemel reiken zij.
  Uw trouw is niet te vatten; die gaat verder dan de wolken, waar wij niet bij kunnen.

  Laat Uw grootheid zien tot boven de hemelen, o God;
  toon de hele aarde Uw geweldige majesteit.

1 Sam. 25:1a - Rama
DE DOOD VAN SAMUEL. Korte tijd later stierf Samuël en heel Israël kwam bijeen en rouwde om hem. Hij werd begraven bij zijn huis in Rama.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- april



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen