18 september


Psalmen van een volk in ballingschap

Een aantal sentimenten die door Job worden uitgedrukt, zijn terug te vinden in een aantal psalmen die betrekking hebben op het volk van Israël in ballingschap. Net als Job is het volk van welvaart vervallen tot schaamte. Net als Job staan zij oog in oog met bespottingen en zelfs met de dood. Hun gebeden tijdens hun gevangenschap en ballingschap openbaren een volk dat zijn moeilijke situatie en de zonden die hem in deze situatie hebben gebracht serieus overpeinst. Bekentenis is een centraal thema en de hoop op redding vormt de kern van hun gebeden. De volgende tien psalmen tonen niet alleen de kwellende eenzaamheid van deze ballingen, maar ook van alle mensen die ooit tot het besef zijn gekomen dat zij in geestelijk ballingschap verkeren.

Psa. 44 - Bekentenis van nationale zonden en gebed om herstel.
Een leerzaam gezang van de Korachieten voor de koordirigent.

  God, onze ouders hebben ons steeds weer verteld
  hoe U in de geschiedenis met ons volk hebt gehandeld.
  Wij hebben het zelf gehoord.
  Eigenhandig hebt U de volken weggejaagd
  en hen in het land gezet.
  U hebt andere volken verdrukt
  en hen alleen maar groter laten worden.
  Zij hebben echt niet zelf het land veroverd;
  noch hun zwaard, noch hun lichamelijke kracht heeft hen bevrijd.
  Uw kracht en Uw zorg hebben dat gedaan,
  omdat U hen liefhad.

  God, U bent mijn Koning;
  zorgt U toch voor de verlossing van Uw volk!
  In Uw kracht vellen wij onze tegenstanders
  en in Uw naam lopen wij hen die tegen ons in opstand komen onder de voet.
  Ik vertrouw niet op mijn boog
  en verwacht geen verlossing van mijn zwaard.
  U hebt ons bevrijd van onze vijanden;
  hen die ons haten, hebt U voor schut gezet.
  Wij beroemen ons voortdurend op onze God;
  Uw naam zullen wij altijd prijzen.

  Toch hebt U ons weggestuurd en voor spot gezet.
  U bent niet meegegaan met onze legers toen die optrokken.
  U zorgde ervoor dat wij voor onze vijanden moesten wijken;
  zij konden alles bij ons plunderen.
  U hebt ons overgeleverd als vee dat wordt geslacht.
  Wij zijn onder andere volken verdeeld geraakt.
  U hebt Uw volk voor een spotprijs van de hand gedaan;
  van dat geld bent U niet rijk geworden.

  Onze buren roddelen over ons;
  U hebt ons bespottelijk gemaakt voor hen die rondom ons wonen.
  Wij zijn spreekwoordelijk geworden voor andere volken;
  zij kijken hoofdschuddend naar ons.
  Dag in, dag uit denk ik aan mijn schande;
  ik durf mij niet meer te vertonen
  vanwege de woorden van de roddelaars
  en de blikken van mijn vijanden en hen die op wraak uit zijn.

  Ondanks dit alles hebben wij U niet vergeten.
  Ook hebben wij het verbond met U nooit ontkend.
  Ons hart bleef op U gericht;
  wij bleven op het rechte pad.
  Desondanks hebt U ons wel eens op gevaarlijke plaatsen gebracht
  en tastten wij soms geheel in het duister.

  Als wij Uw naam hadden vergeten
  en vreemde goden vereerd zouden hebben,
  zou God dat immers altijd merken?
  Hij kent immers elke uithoek van het menselijk hart?
  Werkelijk, terwille van U worden wij de hele dag gedood.
  Men beschouwt ons als schapen op weg naar het slachthuis.

  Word wakker! Waarom slaapt U, Here?
  Word toch wakker! Laat ons toch niet meer in de steek.
  Waarom keert U ons de rug toe?
  Waarom trekt U Zich onze ellende en moeiten niet aan?

  Wij stellen zelf niets meer voor
  en liggen hulpeloos op de grond.
  Sta op, Here, en help ons;
  bevrijd ons terwille van Uw goedheid en liefde.

Psa. 74 - Gebed tot God, die Zijn grenzeloze macht gebruikt om het volk te herstellen.
Een leerzaam gedicht van Asaf.

  O God, waarom stuurt U ons bij U weg?
  Waarom ontbrandt Uw toorn tegen ons, de schapen van Uw kudde?
  Denk eraan dat wij van U zijn;
  U hebt ons volk uitgekozen als Uw eigen volk.
  En in Jeruzalem hebt U Uw woning gekozen.
  Kom toch naar de puinhopen
  en kijk hoe Uw tegenstanders Uw heilig huis hebben verwoest.

  Zij brulden in Uw tempel
  en hebben er hun eigen afgoden neergezet.
  Het leek wel of er iemand met een bijl was tekeergegaan.
  Met allerlei werktuigen hebben zij het houtsnijwerk in Uw tempel vernield.
  Zij hebben de tempel in brand gestoken
  en Uw woning helemaal platgebrand;
  nu is het geen heilige plaats meer.
  Zij maakten plannen om het hele volk te onderdrukken
  en hebben alle heiligdommen in het land verbrand.
  Nu hebben wij geen zichtbare tekenen van de eredienst meer
  en er is geen profeet meer te bekennen.
  Niemand van ons weet hoelang dit nog moet duren.

  Hoelang zal de vijand nog de spot met ons drijven, o God?
  Zal hij U altijd blijven bespotten?
  Waarom doet U niets? Waarom slaat U hen niet neer?
  Uw hand is toch machtig? Vernietig hen toch!

  Toch is God al sinds mensenheugenis onze Koning!
  Hij zorgt overal voor bevrijding.
  U hebt de zee gespleten door Uw kracht;
  U hebt de zeemonsters vernietigd.
  U hebt de koppen van de zeedraken vermorzeld
  en als voedsel aan de dieren in de woestijn gegeven.
  U laat bronnen en beken ontspringen en stromen;
  U laat ook de altijd stromende rivieren opdrogen.
  De dag is van U en ook de nacht is Uw bezit.
  U hebt het licht en de zon geschapen.
  U hebt de grenzen van land en water vastgesteld.
  Zomer en winter hebt U gemaakt.

  Kijk toch eens, HERE, hoe de tegenstanders U bespotten;
  dit dwaze volk wil niet naar U luisteren.
  Bescherm Uw volk tegen de heidenen; lever Uw volk niet aan hen uit.
  Spaar het leven van Uw volgelingen, die er jammerlijk aan toe zijn.
  Denk aan het verbond dat U met hen sloot,
  want overal steekt het geweld de kop op.
  Stel hen die onderdrukt worden, niet teleur.
  Laten de armen en verdrukten reden hebben Uw naam te loven en te prijzen.

  Kom er toch bij, o God! Voert U de strijd voor ons.
  En denk eraan hoe die dwaze ongelovigen U de hele dag voor spot zetten.
  Vergeet niet hoe Uw vijanden tegen U schreeuwen;
  hoe zij die niet bij U willen horen, tegen U tieren.
  Het stijgt allemaal omhoog tot U.

Psa. 79 - Wanneer zal God naar de gevangenen luisteren en hun vijanden terugbetalen?
Een psalm van Asaf.

  O God, ongelovigen zijn bij ons binnengedrongen
  en hebben Uw heiligdom, de tempel, onteerd.
  Zij hebben Jeruzalem vernield.
  De dode lichamen van Uw dienaren hebben zij
  als voedsel aan de vogels gegeven.
  De wilde dieren hebben de lijken van Uw volgelingen te eten gekregen.
  Zij hebben hun bloed als water laten weglopen rondom Jeruzalem.
  Niemand heeft hen begraven.
  De omwonenden spreken smalend over ons.
  Onze buren bespotten ons en maken ons belachelijk.

  Hoelang moet dit nog duren, HERE? Hoelang zal Uw toorn op ons blijven?
  Uw jaloezie branden als een vuur?
  Vier Uw toorn maar bot
  op de volken die U niet willen kennen;
  over de landen,
  waar men U niet eert en aanroept.
  Die hebben Uw volk onder de voet gelopen
  en Jeruzalem verwoest.
  Laat de zonden van onze voorouders niet op onze hoofden neerkomen;
  kom naar ons toe met Uw vergeving en liefde;
  wij zijn zo zwak geworden.

  O God, Die ons bevrijdt,
  help ons toch terwille van U Zelf.
  Verlos ons en doe onze zonden weg
  terwille van Uw naam.
  Dan kunnen de heidenen tenminste niet zeggen:
  Waar blijft hun God nu?

  Toon ons hoe U wraak neemt op deze heidenen
  wegens de dood van Uw volgelingen.
  Luister naar het zuchten van de gevangenen;
  red hen die ten dode zijn opgeschreven,
  red hen door Uw sterke arm.

  Straf de buurlanden zevenvoudig
  voor de spot die zij met U dreven, Here.
  En wij (Uw volk, dat door U wordt geleid)
  zullen U altijd loven en prijzen.
  Onze kinderen en kleinkinderen
  zullen spreken over Uw grootheid.

Psa. 80 - Gebed voor herstel van de wijnstok die uit Egypte werd gebracht.
Een psalm voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van: 'De Leliën'. Deze psalm is door Asaf gemaakt, als een getuigenis.

  Luister, Herder van Israël;
  U leidt immers Uw geliefde volk als een kudde schapen.
  U woont boven de engelen.
  Kom in al Uw stralende heerlijkheid naar ons toe.
  Laat Uw kracht de stammen Efraïm, Benjamin en Manasse voorgaan
  en red ons.

  O God, maak ons volk weer tot een eenheid.
  Laat Uw licht schijnen,
  want dan zullen wij worden bevrijd.

  HERE, God van de hemelse legers,
  blijft Uw toorn nog lang gericht tegen Uw volk,
  ondanks onze gebeden?

  Hun tranen doorweekten het brood dat zij aten
  en mengden zich met het water dat zij dronken.
  De omringende landen ruziën spottend over ons;
  onze tegenstanders steken de gek met ons.

  O God van de hemelse legers, maak ons volk weer tot een eenheid.
  Laat Uw licht over ons schijnen,
  dan zullen wij bevrijd worden.

  U hebt in Egypte ons volk als een wijnstok uitgegraven;
  daarna hebt U hier de volken verdreven
  en ons in dit land geplant.
  U hebt dit land, deze grond, voor ons klaargemaakt,
  zodat wij ons er thuis voelden en als volk hebben gevestigd.
  Wij hebben ons genesteld op de bergen
  en in de schaduw van de bomen gezeten;
  de bomen die U hebt geplant.
  Het volk zwermde uit naar alle kanten,
  tot aan de Eufraat toe.

  Waarom hebt U onze grenzen opengezet?
  Nu worden wij steeds aangevallen.
  Vreemde volken vallen ons aan
  en plunderen ons.
  O God van de hemelse legers, kom toch bij ons terug.
  Kijk vanuit de hemel op ons neer;
  let erop hoe het met Uw volk is.
  Wij zijn het volk dat U naar dit land hebt gebracht;
  dank zij U zijn wij ook een groot volk geworden.

  Alsof wij vuilnis zijn, worden wij bedreigd door branden;
  als U ons helpt, kan de tegenstander niets meer doen.
  Bescherm het volk van Uw keuze;
  de mensen die U tot een groot volk hebt gemaakt.
  Dan zullen wij U niet meer verlaten;
  als U ons bevrijdt, zullen wij U zoeken, loven en prijzen.

  HERE, God van de hemelse legers, maak ons volk weer tot een eenheid.
  Laat Uw licht over ons schijnen,
  dan zullen wij bevrijd worden.

Psa. 85 - Herstel moet gepaard gaan met rechtschapenheid.
Een psalm van de Korachieten voor de koordirigent.

  U bent altijd goed geweest voor Uw land, HERE.
  U hebt het volk van Jakob uit de ellende gered.
  U hebt de zonden van het volk vergeven en bedekt.
  U hebt Uw verontwaardiging laten varen
  en U afgekeerd van Uw grote toorn.

  Bevrijd ons nu weer, o God, U bent onze verlosser.
  Laat Uw weerzin tegen ons varen.
  Blijft U altijd tegen ons?
  Geldt Uw toorn ook voor alle komende geslachten?
  Wilt U ons volk weer tot leven brengen,
  zodat alle mensen over U kunnen juichen?
  Och HERE, laat Uw goedheid en trouw toch zien,
  verlos ons.

  Ik wil luisteren naar wat de HERE God zegt.
  Hij spreekt over vrede tot de Israëlieten en tot allen die bij hen horen.
  Maar Zijn oordeel wacht hun, als zij zich weer van Hem afkeren.
  Het is werkelijk waar dat Hij mensen bevrijdt, die ontzag voor Hem hebben.
  Waar zij wonen, heerst vrede en geluk.

  Daar komt men goedheid, liefde en trouw tegen.
  Er heerst vrede omdat er rechtvaardig wordt geregeerd.
  Uit de aarde komt trouw voort
  en vanuit de hemel komt de rechtvaardigheid.
  De HERE geeft altijd het goede
  en op onze akkers groeien de gewassen overvloedig.
  De rechtvaardigheid gaat voor God uit.
  Die bepaalt Zijn weg.

Psa. 89 - Smeekbede aan God om Zijn belofte aan David te gedenken.
Een leerzaam gedicht van de Ezrahiet Ethan.

  Ik wil alleen nog maar zingen van de goedheid en genade van de HERE,
  van alles wat Hij voor mij heeft gedaan.
  Van generatie op generatie zal ik getuigen over Uw trouw.
  Ik zeg dan: Uw goedheid en liefde gelden eeuwig;
  tot in de hemel blijkt hoe trouw U bent.

  De HERE zegt: Ik heb een verbond gesloten met de man die Ik heb uitgekozen;
  dat heb Ik gezworen aan mijn dienaar David.
  Ik zei tegen hem: Ik zal uw nageslacht blijven zegenen;
  van generatie op generatie zullen uw kinderen op de troon blijven.

  HERE, daarom wordt Uw grote macht tot in de hemel geprezen.
  Alle gelovigen loven U om Uw trouw.
  Kan in de hemel iemand zich meten met de HERE?
  Is er op aarde een god als onze HERE?
  God dwingt ontzag en respect af
  van de heilige engelen, die Hem omringen.
  HERE, God van de hemelse legers, wie is zo groot en machtig als U?
  Uw trouw omgeeft U.

  U beheerst de woede van de zee;
  als de golven hoog oprijzen, brengt U ze tot rust.
  U hebt Egypte vernietigd
  en al Uw vijanden door Uw kracht verspreid.
  De hemel is van U en ook de aarde behoort U toe.
  U hebt de wereld en alles wat erop leeft, geschapen.
  Van noord tot zuid hebt U alles gemaakt.
  De bergen juichen U toe.
  Uw arm is machtig en Uw hand is sterk.
  Uw rechterhand is de hoogste op aarde.

  Alles wat U doet, is recht en rechtvaardig.
  Goedheid, liefde en trouw zijn alleen op U van toepassing.
  Gelukkig is het volk dat U eert;
  HERE, zij gaan hun weg met U, in Uw licht.
  De hele dag prijzen zij Uw naam
  en dank zij Uw rechtvaardigheid staan zij sterk.
  Want U bent het kenmerk van hun kracht;
  door Uw liefde en goedkeuring ontvangen wij een hoge positie.
  De HERE beschermt ons
  en de Heilige God van Israël is onze koning.

  In het verleden hebt U tegen Uw volgelingen gezegd:
  "Ik heb mijn hulp toegezegd aan een dapper man;
  één man uit uw volk koos Ik speciaal uit.
  Ik vond mijn dienaar David
  en heb hem met gewijde olie gezalfd.
  Mijn hand zal hem ondersteunen
  en mijn arm zal hem sterk maken.
  De vijand zal hem niet in zijn macht krijgen
  en geen misdadiger zal hem kwaad kunnen doen.
  Integendeel, Ik zal zijn tegenstanders voor hem vernietigen.
  Wie hem haten, zullen Mij tegenkomen.
  Maar al mijn trouw en goedheid en liefde zijn voor hem.
  Dank zij Mij bekleedt hij een hoge positie.
  Ik geef hem zelfs gezag
  over zeeën en rivieren.
  Hij zal Mij zijn Vader noemen.
  Ik zal zijn God zijn en de rots waar hij zijn redding vindt.
  Ik zal hem behandelen als een oudste zoon,
  als een van de hoogste koningen op aarde.
  Mijn goedheid en liefde zijn blijvend voor hem;
  mijn verbond met hem kan niet meer worden verbroken.
  Zijn nageslacht zal altijd blijven bestaan
  en zijn troon is onaantastbaar.

  Als zijn zonen mijn wetten negeren
  en niet meer leven volgens mijn leefregels,
  als zij mijn voorschriften ontwijden
  en mijn geboden niet meer houden,
  zal Ik hen straffen
  en allerlei plagen sturen.
  Maar mijn goedheid en liefde voor hem blijven onveranderd.
  Ik blijf hem trouw.
  En ook mijn verbond met hem blijf Ik trouw; dat is Mij heilig.
  Wat ik heb beloofd, zal Ik doen.
  Ik heb het immers eens bij Mij Zelf gezworen!
  Ik kan David niet in de steek laten.
  Zijn nageslacht zal altijd voortleven
  en zijn troon is onwankelbaar, net als de zon.
  Net als de maan zal hij er altijd zijn,
  want Hij die vanuit de hemel getuigt, is trouw."

  Maar toch hebt U Uw uitverkorene van U weggedaan en hem verworpen.
  U bent boos op hem geworden.
  U hebt Uw verbond met Uw dienaar vernietigd
  en hem de kroon van het hoofd gestoten.
  Zijn muren hebt U afgebroken
  en zijn sterke burchten tot puin gemaakt.
  Mensen die langs kwamen, hebben zijn bezittingen geplunderd.
  Zijn buren dreven de spot met hem.
  Zijn tegenstanders bleken sterker
  en zijn vijanden overwonnen hem.
  Ook zijn zwaard gaf hem geen overwinning
  en hij moest zich in de oorlogen gewonnen geven.
  Er was geen eer meer voor hem over
  en zijn troon hebt U omver geworpen.
  Hij werd vroeg oud
  en met schande overladen.

  Moet dit nog lang duren, HERE? Blijft U Zich voor mij verbergen?
  Blijft Uw toorn branden als het heetste vuur?
  Denk er alstublieft aan dat ik maar een eindig mens ben.
  U hebt de mensen Zelf geschapen, dus U weet hoe kort zij leven.
  Er is immers geen mens die niet zal sterven?
  Niemand kan toch ontkomen aan het dodenrijk?
  Waar zijn nu de blijken van Uw genade, Here?
  U hebt die eens aan ons toegezegd, zelfs met een eed aan David gezworen.
  Kijk toch, Here, hoe Uw dienaren worden bespot
  en hoe alle volken ons uitlachen.
  Hoe ook Uw tegenstanders de spot met ons drijven, HERE.
  Zij drijven de spot met hem die U hebt toegerust!

  Alle lof en eer is voor de HERE, tot in eeuwigheid.
  Laat ieder die dit hoort daarmee instemmen.

  Amen.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- september



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen