De eeuwige God

Eeuwige God - Van eeuwigheid tot eeuwigheid
De eeuwige God uit de Bijbel heeft altijd bestaan en zal altijd blijven bestaan in de toekomst. Zijn Hebreeuwse naam El Olam brengt tot uitdrukking dat Hij de eeuwige God is. Olam betekent “altijd, eeuwigdurend, oud, uit de oudheid” hetgeen aangeeft dat er sprake is van een oneindige toekomst en een oneindig verleden. “Nog voor de bergen waren geboren, voor U aarde en land had gebaard - U bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid” (Psalm 90:2). De principes van de natuurwetten, het begin der tijden en het ontstaan van deze wereld zijn allemaal het resultaat van God, de Schepper die over oneindige wijsheid en macht beschikt. Hij was er al vóór alle tijden en werelden.

Mensen denken soms dat de eeuwige God volledig onafhankelijk of ver verwijderd is van alles wat er gebeurt in onze levens. Gods eeuwigheid kan uitgelegd worden als: “God kent geen begin, eind of opeenvolgende momenten in Zijn eigen wezen, en Hij kan de volledige tijdrekening overzien. Maar toch ziet God alles wat er in de tijd plaatsvindt en handelt Hij Zelf in de tijd.”1 Deze doctrine wordt vaak Gods oneindigheid ten aanzien van tijd genoemd. “Oneindig zijn” betekent “onbegrensd zijn”. Deze doctrine leert dat God op geen enkele wijze door tijd beperkt of veranderd wordt.

God Zelf is tijdloos. Psalm 90, vermoedelijk een gebed van Mozes, draagt de Israëlieten op om Gods eeuwige natuur te eren met hun gebeden. De psalm plaatst de eeuwigheid van God tegenover het korte en broze leven van de mens. De mens moet zich schikken in het feit dat hij maar weinig dagen heeft in vergelijking met een heilige, eeuwige God. Zo zegt ook Elihu in Job 36:26 over God: “Zie hoe groot God is, buiten elk begrip, het getal van Zijn jaren is ontelbaar.” Gods jaren zijn ontelbaar en oneindig, terwijl de mens slechts weinige jaren heeft. Zelfs Job beklaagt zich erover dat zijn dagen en maanden bepaald worden door God, met tijdsbegrenzingen die hij niet kan overschrijden (Job 14:5).

Eeuwige God - Vóór alle tijden
Omdat God eeuwig is, moeten wij erkennen dat Hij alles geschapen heeft en dat Hijzelf een onsterfelijke geest is. Voordat het universum geschapen werd, was er geen materie, maar toen schiep God alle dingen (Genesis 1:1; Johannes 1:2-3; Kolossenzen 1:16). De natuurkunde leert ons dat materie, tijd en ruimte allemaal tegelijk moeten bestaan. Zonder materie kan er geen ruimte of tijd zijn. Daarom bestond “tijd” - de opeenvolging van afzonderlijke momenten - niet voordat God het universum schiep. Maar voordat er een universum was of tijd, bestond God altijd al, zonder dat Hij beïnvloed werd door tijd.

Er zijn Schriftplaatsen in de Bijbel die verwijzen naar het bestaan of een handelen van God “voordat” er een schepping of tijd was. “In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde uitgekozen om voor Hem heilig en zuiver te zijn...” (Efeziërs 1:4). In de eigen woorden van Jezus wordt Zijn eeuwige luister tot uitdrukking gebracht wanneer Hij zegt: “Dan zullen zij de grootheid zien die U Mij gegeven hebt omdat U Mij al liefhad voordat de wereld gegrondvest werd” (Johannes 17:24). Nog opmerkelijker is de verkondiging in Judas 1:25 over luister, majesteit, kracht en macht aan God “vóór alle eeuwigheid, nu en tot in alle eeuwigheid.” Het is treffend dat deze driedelige volgorde van Judas betrekking heeft op verleden, heden én toekomst, waaruit blijkt dat deze tekst vanuit de oorspronkelijke Griekse versie, pro panto tou aiwnos, terecht vertaald wordt met “vóór alle tijd”.

Door hun verwijzing naar een eeuwige God duiden de bovengenoemde Schriftplaatsen en het feit dat God altijd bestaan heeft (zelfs vóórdat tijd bestond) gezamenlijk aan dat Gods eigen wezen niet bestaat uit een opeenvolging van momenten. Zijn heerlijke aanwezigheid ontwikkelt zich niet van de ene momentopname naar de volgende. Hoewel het voor ons moeilijk te bevatten is, is God alomtegenwoordig, volledig bestaand in Zijn volheid. Daarom kan God alle tijd gelijkwaardig en op hetzelfde moment overzien.

In Psalm 90:4 lezen we: “Duizend jaar zijn in Uw ogen als de dag van gisteren die voorbij is, niet meer dan een wake in de nacht.” Een nachtwake was ongeveer vier uur, het korte deel van een nacht waarin een mens slaapt. Tussen een minuut en een miljoen jaar kunnen wij nog wel een verhouding zien, maar de verhouding tussen tijd en eeuwigheid is niet te bevatten. In het Nieuwe Testament spreekt Petrus over God zoals Hij “duizend jaar als één dag” (2 Petrus 3:8) ervaart. God beziet een tijdbestek van duizend jaar alsof het “gisteren” was.

De eeuwige God vergeet geen dingen na één of twee millennia, maar bekijkt elke willekeurige dag ook als duizend jaar. Het is alsof die dag nooit ten einde komt, maar altijd door Hem ervaren wordt. God kan de hele loop van de geschiedenis net zo intensief bekijken alsof het een korte gebeurtenis op één bepaald moment is. Maar ook: een willekeurig kort moment alsof het eeuwig voortduurt! Geen enkele gebeurtenis in onze levens vervaagt uit Gods bewustzijn. Hij is alwetend, kent Zichzelf en alle dingen volkomen in één eeuwige handeling.

Eeuwige God - Onze persoonlijke reactie
Wanneer we nadenken over de eigenschappen van de eeuwige God, worden onze reacties heel persoonlijk. De begaafde Christelijke zanger Chris Tomlin zei: “God is een mysterie dat ons begrip te boven gaat.” De tekst van het onderstaande lied verwoordt zijn persoonlijke band met de eeuwige God:

    U bent de eeuwige God. De eeuwige God. U verbleekt niet. U wordt niet moe.2
Mensen bemeten bijna alles aan de hand van een bepaald tijdsbestek. Maar we verlangen ernaar om onze levens en relaties eeuwig te laten duren. Wanneer we ervoor kiezen om een relatie met Jezus Christus te hebben, geeft God ons een eeuwige belofte die voorbij de tijdsgrenzen reikt... elfde moment overzien.

In Psalm 90:4 lezen we: een eeuwig leven (Johannes 3:16).

Leer meer over Gods eigenschappen!

Voetnoten:
1 Grudem, Wayne. Systematic Theology: An Introduction to Biblical Doctrine.
2 Tomlin, Chris. Everlasting God.” See the Morning. Six Step Records, 2006.


WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen