Apologetiek

Apologetiek is nodig wanneer we de evangelies verdedigen
Denk eens na over de volgende definitie van Christelijke apologetiek: “de wetenschappelijke bestudering van het bewijsmateriaal dat gebruikt wordt om de waarheid of onwaarheid te bepalen van enige Bijbelse omstandigheid, leer, persoon, gebeurtenis of geloof”. Dit heeft vooral betrekking op het leven van Christus zoals beschreven in de boeken van Matteüs, Markus, Lukas en Johannes. Deze apologetische benadering evalueert elke tekst van de evangelies op een systematische manier, om zo te bepalen hoe waarheidsgetrouw of bruikbaar deze is als een weergave van Zijn leven en bediening. Elk stukje bewijsmateriaal wordt consequent gewogen voordat enig vertrouwen of enige twijfels worden uitgesproken. De apologetische benadering staat erop dat de feiten ondubbelzinnig waar moeten zijn voordat ze vertrouwd kunnen worden en elke twijfel is weggenomen. Het gaat altijd om de vraag: “wat is waar?” Als het bewijs aantoont dat de evangelies onrealistisch of onwaar zijn, dan moeten we deze verslagen en de Christus die zij voorstellen afwijzen. Als het bewijs aantoont dat de evangelies waar zijn, dan moeten we ze geloven en ze ook gehoorzamen. De Christelijke apologetiek bestudeert in het bijzonder de bewijslast in de evangelies die zó overtuigend aantoont dat de verslagen over Jezus waar zijn, dat het een zonde is om ongelovig te blijven (Johannes 16:22-25).

Zoals de titel aangeeft, is de apologetiek noodzakelijk om de evangelies van Matteüs, Markus, Lukas en Johannes te verdedigen.

Omdat Christenen en sceptici een vertekend beeld hebben van wat “bewijs” is
Veel Christelijke voorgangers en leken denken dat hun geloof voldoende bewijs is. Zij geloven het en daarmee is de kous af. Maar dat maakt de evangelies niet méér waar dan het ongeloof van de sceptici ze onwaar maakt. Het enige wat beide aantonen is de tevredenheid met het ene perspectief en de onvrede met het andere perspectief. Beiden gebruiken de menselijke ervaring, niet Gods Woord, als fundament.

Omdat de Christelijke ervaring wel overtuigend, maar geen afdoende bewijs is voor de evangelies
Ten minste twee Bijbelse teksten leggen de nadruk op een persoonlijke relatie met God. Deuteronomium 11:1-8 is de eerste. Mozes spreekt tot de kinderen van de generatie volwassenen die uit Egypte werd verlost. Hij merkte op dat de derde generatie - de kleinkinderen van de verloren generatie - de persoonlijke ervaring van hun ouders ontbeerde. Omdat de ouders “met eigen ogen hadden gezien wat voor machtige dingen de Heer heeft gedaan”, moesten zij zich persoonlijk aan God toewijden. Deze toewijding zou hun kinderen vervolgens overtuigen om Hem ook te volgen.

1 Petrus 3:1-2 is de andere. Christelijke vrouwen, die niet tot hun ongelovige echtgenoten konden prediken, konden nog steeds van hun God getuigen. De man kon dan worden overtuigd door het gedrag van zijn vrouwen. “Als hij ziet hoe jij leeft, zal hij in de Heer gaan geloven. Je hoeft daar geen woorden voor te gebruiken.”

Als deze passages fundamenteel zijn voor discipelschap, waarom is iemands persoonlijke relatie met Christus dan wel overtuigend, maar geen afdoend bewijs voor deze waarheid? Op de eerste plaats omdat elke ervaring persoonlijk is. “Alleen je eigen hart voelt je verdriet volledig. En een ander mens kan ook nooit werkelijk begrijpen hoe blij je bent” (Spreuken 14:10). Een mens kan door zijn eigen ervaring overtuigd worden, maar het is mogelijk dat diezelfde ervaring voor een ander geen enkele betekenis heeft. Maar bewijs dat op feiten is gebaseerd is altijd waar, nu en tot in de eeuwigheid. Dergelijk bewijs geldt voor iedereen, ongeacht wat we ervan vinden of hoeveel we ervan houden of het haten. Omdat de oorspong ervan buiten onszelf ligt, in de Persoon van God, bepaalt Hij de spelregels. En dan kunnen we maar beter luisteren! Het is bijzonder overtuigend dat God Zijn Woord heeft volgestopt met dergelijk krachtig bewijsmateriaal, maar helemaal niets zegt over persoonlijke gevoelens (Johannes 20:31).

Omdat persoonlijke ervaringen alle godsdiensten gelijkwaardig maken
Als de persoonlijke ervaring (“het werkt voor mij”) het enige zou zijn wat belangrijk is in godsdienst, dan is de Bijbelse waarheid net zo irrelevant als politieke opinies onderhandelbaar zijn. Dan is elke god of religie goed. Christenen kunnen erop staan dat Jezus de enige weg naar God is, maar dat is dan niet anders dan de vergelijkbare beweringen van Moslims, Hindoes en Boeddhisten over hun eigen grondleggers. Ieder vindt zijn eigen leider essentieel; ieder zal verontwaardigd zijn dat de Christen Jezus Christus superieur noemt. De persoonlijke ervaring is eigenlijk alleen maar bruikbaar in discipelschap als een vonk om het vuur te ontsteken. Wanneer dat gebeurd is, moet er hout op het vuur gelegd worden om de vlammen gaande te houden. De apologetiek voorziet het brandhout!

Maar zelfs als er Christenen zijn die toegeven dat we een Bijbels geloof niet alleen op een persoonlijke ervaring kunnen opbouwen, zullen zij zich dan voor het bewijsmateriaal tot de apologetiek wenden, die benadrukt dat Jezus Christus de Godmens is wiens leven en bediening foutloos beschreven werd door Matteüs, Markus, Lukas en Johannes? Dat is niet noodzakelijkerwijs het geval. Christelijke apologeten zijn tot de ontdekking gekomen dat de houding van een groot aantal gemeenten al decennia lang is geworteld in “negerzoenenpreken”: zacht, zoet en qua doctrine heel luchtig. Deze houding heeft in de gelovigen slappe en verzwakte geestelijke hersencellen gekweekt. De mentale inspanning die nodig is om hen te reactiveren, als de geestelijke spieren van de door de Heilige Geest aangedreven apologetiek, lijkt een zware opgave, vooral omdat het geestelijke snoepgoed, dat een goed gevoel geeft, bevredigender voor hen is gebleken dan het vlees van de apologetiek. Bovendien zijn hun persoonlijke ervaringen, met het goede gevoel, eenvoudig te omarmen geweest; ze kosten geen geld of moeite. Want waarom zouden we zwaar hersenwerk gebruiken als basis voor ons getuigenis, als het veel gemakkelijker is om een troonzaal in ons hart in te richten, van waaruit godsdienstige gevoelens over ons kunnen heersen en anderen kunnen overtuigen?

Christelijke apologetiek - Studies mogen nooit de macht van God vervangen
Maar de Christelijke apologetiek is niet het einddoel. En als een Christen een geweldig apologeet is, dan moet hij dat niet gebruiken om zijn eigen intellectuele vermogens te etaleren. Nee, het is een reactie op de oproep van God aan alle Christenen (1 Petrus 3:16-17) waaraan met liefde en nederigheid gehoor moet worden gegeven. Liefde voor mensen en nederigheid tegenover God. Laat jouw studies en jouw gebruik van apologetiek nooit een vervanging zijn van de macht die je in geloof en in gebed van je Heilige Schepper hebt ontvangen. Vraag God om jouw woorden kracht bij te zetten en om de harten te openen van de mensen met wie je spreekt... en studeer en getuig dan zo goed als je kunt.

Leer nu meer!

Met dank aan Virgil Hurle. Vrij vertaald naar zijn boek “Their Own Best Defense”, de eerste in een reeks boeken die zich toeleggen op een bestudering van de evangelies, chronologisch en regel voor regel. Dit aanbevolen werk wordt uitgegeven door Redemption Press.


WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen