7 januari


Verschijning van hemelse bezoekers

Niet lang na Abrahams uitvoering van Gods aanwijzingen over de besnijdenis verschijnt God in de vorm van een menselijke bezoeker aan Abraham. Deze manifestatie van God wordt vergezeld door twee engelen in mensengedaante. Het is onduidelijk of Abraham zijn Heer meteen herkent als iemand die meer is dan slechts een personage met superieure autoriteit. Als dat niet zo is, dan wordt de goddelijke aard van de Bezoeker wel al snel duidelijk voor Abraham, wanneer deze Bezoeker niet alleen Sara's naam blijkt te kennen maar ook op de hoogte blijkt te zijn van haar diepste persoonlijke gedachten.
Wanneer God aankondigt dat Sara spoedig een zoon zal baren, begint Sara, die vanuit de tent heeft meegeluisterd, hard te lachen omdat zij dit niet gelooft, maar misschien ook omdat zij er hoopvol naar uitkijkt. Wanneer God haar aanspreekt over dit gelach, ontkent Sara impulsief elke vorm van twijfel. Maar wanneer God haar duidelijk maakt dat Hij haar leugen doorziet, zwijgt Sara en erkent vol ontzag dat deze hemelse Bezoeker haar ongeloof correct heeft ingeschat.
De incarnatie van God tijdens dit voorval en zijn aankondiging van een duidelijk bovennatuurlijke geboorte zijn beide een voorspelling van de beloofde geestelijke erfgenaam van Abraham. En de gastvrijheid van Abraham ten opzichte van de hemelse bezoekers getuigt van de vrijheid en de vreugde van de gemeenschap tussen God en de mens. Deze bezoekers verschijnen aan Abraham, wanneer hij zich in zijn tent ontspant, waarschijnlijk na zijn middagmaal.

Gen. 18:1-8 - Mamre (Hebron)
GASTVRIJHEID VOOR DE BEZOEKERS. De HERE verscheen opnieuw aan Abraham, die op dat moment bij het eikenbos van Mamre woonde. Op een warme zomermiddag zat Abraham in de opening van zijn tent en zag plotseling drie mannen aankomen. Hij kwam snel overeind en begroette hen.
"Heren", zei hij, "onderbreek uw reis hier even. Kijk eens, u kunt daar in de schaduw van die boom even uitrusten. Ik zal dan water halen om uw voeten op te frissen en u wat eten geven, zodat u er weer tegen kunt. Kom, ga even zitten."
"Fijn", zeiden de reizigers dankbaar, "we maken graag gebruik van uw gastvrijheid."
Abraham haastte zich terug naar de tent en zei tegen Sara: "Snel, bak een paar koeken voor onze gasten en gebruik je beste meel."
Daarna liep hij vlug naar buiten, naar de kudde en zocht een vet kalf uit. Hij gaf een knecht opdracht het dier te slachten en klaar te maken. Korte tijd later zaten de drie mannen aan een maaltijd van kaas, melk en geroosterd kalfsvlees. Abraham stond naast hen onder de boom terwijl zij aten.

Gen. 18:9-15
SARA LACHT OVER GEBOORTE. "Waar is uw vrouw Sara?" vroegen de mannen hem.
"In de tent", antwoordde Abraham.
Toen zei de HERE: "Over een jaar zal Ik u weer bezoeken en dan zal Sara een zoon hebben."
(Sara zat bij de tentingang achter de mannen mee te luisteren.) Abraham en Sara waren allebei erg oud en Sara was te oud om nog kinderen te kunnen krijgen. Daarom lachte ze stilletjes om de woorden van de Here. "Een vrouw van mijn leeftijd die nog een kind krijgt? En dat met een man die zo oud is als Abraham?" dacht zij schamper.
Maar de HERE zei tegen Abraham: "Waarom zit Sara te lachen en gelooft zij niet dat een vrouw van haar leeftijd nog een kind kan krijgen? Voor de HERE is niets onmogelijk. Over een jaar zal Ik terugkomen en dan zal Sara een zoon hebben."
Maar Sara ontkende het. "Ik heb helemaal niet gelachen", loog zij, want ze was bang.
Maar de HERE zei: "Nee, u hebt wél gelachen."

Vernietiging van Sodom en Gomorra

Als God verontrust is door Sara's impulsieve reactie, dan is dat nog niets vergeleken bij de rechtschapen toorn die niet veel later zal ontbranden tegen de boosaardige steden Sodom en Gomorra in de Jordaanvlakte. Men neemt aan dat dit dichtbij de Dode Zee is. Lot, de neef van Abraham, woont met zijn vrouw en twee dochters in Sodom. Het is dus begrijpelijk dat Abraham een pleidooi houdt om op zijn minst de rechtschapen mensen van Sodom te redden, wanneer God hem vertelt dat Hij Sodom zal gaan vernietigen. Abrahams nederige, maar stoutmoedige voorspraak bij God strekt zich zelfs uit tot de mensen buiten Lots gezin, mochten zij rechtschapen worden bevonden. Gods reactie op Abrahams uitgekookte onderhandeling toont Gods sublieme rechtschapenheid en genade.
Gods uitzonderlijke oordeel over Sodom wordt kennelijk veroorzaakt door een ongewone boosaardigheid, die nog weerzinwekkender wordt door de onnatuurlijkheid, het geweld en de onbeschaamdheid waarmee de levens van de inwoners gevuld zijn. Een voorbeeld van hun slechtheid kan gevonden worden in de manier waarop de twee engelen worden ontvangen wanneer zij na hun bezoek aan Abraham in Sodom aankomen. Terwijl Lot de gastvrijheid en bescherming van zijn huis met hen deelt, eisen de mannen van Sodom dat hij de engelen, waarvan zij denken dat het gewone mannen zijn, aan hen overlevert zodat zij deze engelen voor hun seksuele perversiteiten kunnen gebruiken. Vanwege dit voorval wordt homoseksualiteit sindsdien geassocieerd met de Sodomieten, ook al is dit niet de enige verdorvenheid waar zij zich aan schuldig maakten.
Zelfs Lot lijkt niet gevrijwaard te zijn gebleven van de invloed van Sodoms boosaardigheid. Ook al is Lot in dit geval gastvrij voor vreemdelingen en verdedigt hij hen moedig wanneer zij worden bedreigd, toch komt zijn karakter in opspraak wanneer hij bereid is om zijn dochters aan de Sodomieten te geven om hun lusten te bevredigen in ruil voor de veiligheid van zijn gasten. En wanneer de engelen over het naderende oordeel spreken aarzelt Lot om Sodom te verlaten, misschien wel vanwege een te grote gehechtheid aan zijn materiële bezittingen.
Nadat zij praktisch door de engelen de stad uit worden gesleurd, vertelt God aan Lot, zijn vrouw en hun twee dochters dat ze voor hun levens moeten rennen en niet achteruit moeten kijken. Maar Lots vrouw, die ogenschijnlijk wel overtuigd maar niet bekeerd is, kijkt achter zich om de vernietiging van de steden in de vlakte waar te nemen en wordt zo zelf vernietigd. Terwijl Sodom en Gomorra worden verteerd door een regen die bestaan kan hebben uit brandende teer of zwavel, wordt Lots vrouw in een zoutkolom veranderd.
Dit relaas over de vernietiging van Sodom en Gomorra bevat een schat aan inzichten over de zondige toestand van de mens, maar ook over Gods oordeel en genade. Het laat zien dat Gods oordeel, al is het volkomen rechtvaardig, ook catastrofaal, onverwacht en zonder twijfel volledig is. Zo wordt de zondige mens geroepen om zijn eigen verdorvenheid te ontvluchten, zonder terug te keren naar een onvermijdelijke morele vernietiging, om vol te houden totdat hij de veiligheid van Gods beloofde rust heeft bereikt.
Terwijl de drie hemelse bezoekers nu op pad gaan naar Sodom, voorziet God -wellicht met deze lessen in gedachten- de noodzaak om Abraham te vertellen wat hij zal gaan doen. Als de man die de vader van Gods gekozen natie zal worden, moet Abraham zelf getuige zijn van het ontzagwekkende oordeel van God over mensen die zich met boosaardige praktijken inlaten, om zo de toekomstige generaties te waarschuwen voor de afgrijselijke gevolgen van de zonde.

Gen. 18:16-21 - Mamre (Hebron)
GOD VERTELT OVER SODOM. Daarna stonden de mannen op en liepen verder in de richting van Sodom. Abraham liep met hen mee om hen uitgeleide te doen. "Moet Ik mijn plannen eigenlijk wel voor Abraham verbergen?" vroeg de HERE Zich af. "Want uit Abraham zal een groot volk voortkomen en hij zal een bron van zegeningen voor alle volken zijn. Ik heb hem uitgekozen. Zijn kinderen en verdere nakomelingen zullen mijn naam in ere houden, zodat Ik hun alles kan geven wat Ik heb beloofd."
Daarom zei de HERE tegen Abraham: "Ik heb gehoord dat de inwoners van Sodom en Gomorra erg slecht zijn en zwaar zondigen. Ik ga er nu heen om te zien of dat inderdaad zo is of niet. Ik zal het te weten komen."

Gen. 18:22-33
ABRAHAMS VOORSPRAAK. Terwijl die mannen doorliepen naar Sodom, bleef Abraham nog voor de HERE staan. Abraham kwam nog dichter bij en vroeg: "Gaat U de goeden tegelijk met de slechten doden? Stel nu dat er 50 rechtvaardige mensen onder de inwoners zijn. Moet U dan de rest niet sparen terwille van die 50? Dat kunt U toch niet doen? U kunt ze toch niet over één kam scheren? De Rechter van de wereld is toch een rechtvaardige rechter?"
De HERE antwoordde: "Als Ik 50 rechtvaardige mensen kan vinden, zal Ik terwille van hen de hele stad sparen."
Abraham nam opnieuw het woord. "Ik heb nu mijn mond opengedaan, dus ik zal ook doorpraten, ook al ben ik maar een stoffelijk mens, die tegen de HERE spreekt. Stel dat het er maar 45 zijn? Zult U de stad vernietigen, omdat het er maar 45 zijn? Zult U de stad vernietigen, omdat het er vijf minder zijn?"
"Ik zal de stad niet vernietigen als het er 45 zijn", zei de HERE.
Abraham vervolgde: "En als het er maar 40 zijn?"
God antwoordde: "Ik zal de stad niet vernietigen als Ik er 40 vind."
"Word alstublieft niet boos", pleitte Abraham, "als ik zeg: wat als het er maar 30 zijn?"
En God antwoordde: "Ik zal niets vernietigen als het er 30 zijn."
Toen zei Abraham: "Nu ik heb gewaagd tegen de HERE te spreken, kan ik ook verder spreken. Stel dat er maar twintig rechtvaardigen zijn?"
En God zei: "Terwille van die twintig zal Ik de stad laten voortbestaan."
"Dit is echt de laatste keer dat ik U iets vraag, HERE", kwam Abraham nog een keer, "maar wat doet U als het er tien zijn?"
En weer zei de HERE: "Ik zal de stad niet verwoesten als Ik tien rechtvaardigen vind."
Na dit gesprek ging de HERE bij Abraham weg. En Abraham ging terug naar zijn tent.

Gen. 19:1-3
LOT GASTVRIJ VOOR DE ENGELEN. Die avond kwamen de twee engelen bij de stadspoort van Sodom aan, waar Lot zat. Hij zag hen, stond op en heette hen welkom. "Heren", zei hij, "kom naar mijn huis en wees mijn gasten voor de nacht. Morgenochtend kunt u zo vroeg opstaan als u wilt en uw weg vervolgen."
"Bedankt voor uw aanbod", antwoordden de twee engelen, "maar wij brengen de nacht liever op straat door."
Lot drong echter zo aan dat zij tenslotte met hem meegingen. Hij bood hun een maaltijd aan, compleet met ongezuurde broden.

Gen. 19:4-11
SODOMIETEN EISEN DE ENGELEN OP. Na het eten, toen iedereen zich klaarmaakte voor de nacht, omsingelden de mannen van Sodom (oud en jong) het huis en schreeuwden naar Lot: "Laat je gasten eens naar buiten komen, dan kunnen wij ze verkrachten!"
Lot kwam naar buiten en sloot de deur achter zich. "Toe, beste vrienden", drong hij aan, "dat kunnen jullie me niet aandoen. Ik heb twee dochters, die nog maagd zijn, die kunnen jullie wel krijgen. Daar mag je mee doen wat je wilt. Maar laat die mannen met rust, want als gasten staan zij onder mijn bescherming."
"Wat zullen we nu krijgen", schreeuwden de mannen. "Ga opzij! Wil jij (een vreemde) ons vertellen wat we wel en niet moeten doen? Pas maar op, wat wij met die mannen gaan doen, zal nog kinderspel zijn, vergeleken met wat we met jou zullen doen." Zij kwamen dreigend op Lot af en probeerden de deur te forceren.
Maar de twee mannen trokken Lot snel naar binnen en gooiden de deur dicht. Tegelijk verblindden zij de woeste menigte, zodat die de deur niet kon vinden.

Gen. 19:12-14
LOT GEWAARSCHUWD VOOR DE VERNIETIGING. "Hoeveel familieleden hebt u hier in de stad?" vroegen de engelen aan Lot. "Haal ze bij elkaar, schoonzonen, zonen, dochters en anderen en verlaat de stad dan zo snel mogelijk, want wij gaan haar vernietigen. De slechte naam van de stad is tot de hemel doorgedrongen en de HERE heeft ons gestuurd om haar te verwoesten."
Toen zocht Lot de verloofden van zijn dochters op en riep: "Snel, verlaat de stad, want de HERE gaat haar verwoesten!" Maar zij geloofden hem niet.

Gen. 19:15-17
LOT UIT SODOM GELEID. Bij het aanbreken van de volgende dag kregen de engelen haast. "Schiet op", zeiden zij tegen Lot. "Maak dat u wegkomt met uw vrouw en uw twee dochters, die hier in huis zijn, nu het nog kan. Anders wordt u ook het slachtoffer van de vernietiging van de stad!"
Lot aarzelde nog, maar de engelen grepen hem, zijn vrouw en zijn twee dochters bij de hand en renden de stad uit. God wilde hen sparen. "Ren voor uw leven", drukten de engelen hen op het hart. "Kijk niet om en vlucht naar de bergen. Hier op de vlakte blijven zou uw dood betekenen!"

Gen. 19:18-23 - Zoar
LOT ZOEKT TOEVLUCHT IN ZOAR. Maar Lot stribbelde tegen: "Ach nee, heren", smeekte hij, "nu u zo vriendelijk bent geweest mijn leven te redden, laat mij dan alstublieft naar dat kleine stadje mogen vluchten in plaats van naar de bergen, want ik ben bang dat het onheil mij dan zal achterhalen. Kijk maar, dat stadje is dichtbij en maar klein. Ziet u niet hoe klein het is? Daar zal ik mijn leven kunnen redden."
"Goed", zei de engel, "ik aanvaard uw voorstel en zal dat kleine stadje niet verwoesten. Maar schiet wel op, want ik kan niets doen zolang u hier staat." (Sinds die tijd heette het stadje Zoar: kleine stad).
De zon was al op toen Lot de kleine stad bereikte.

Gen. 19:24,25,29,26
SODOM VERNIETIGD. Toen liet de HERE vuur en brandend zwavel op Sodom en Gomorra regenen en vernietigde alle steden en dorpen op de vlakte. Vele mensen, dieren en planten stierven.
Zo willigde God Abrahams verzoek, Lot te sparen, in en haalde hem op tijd uit het gebied van de enorme vernietiging en massale dood. Maar Lots vrouw keek tijdens de vlucht om en veranderde in een zoutpilaar.

Gen. 19:27,28
ABRAHAM AANSCHOUWT DE VERNIETIGING. Diezelfde ochtend was Abraham vroeg opgestaan en hij haastte zich naar de plaats, waar hij voor de HERE had gestaan. Hij keek over de vlakte naar Sodom en Gomorra en zag dikke rookwolken opstijgen uit de puinhopen.

De intrige van Lots dochters

Wanneer Abraham van de hoogvlakten van Hebron over de nu troosteloze vlakte uitkijkt – ongetwijfeld met ontzag en met duidelijke zorgen over Lot – is het voor hem niet duidelijk of Lot rechtschapen genoeg was om van dit oordeel gered te worden. Er wordt nergens vermeld dat Abraham Lot ooit nog zal tegenkomen, of zelfs over zijn ontsnapping verneemt. Misschien is het wel het beste dat Abraham nooit iets te weten komt over het einde van Lots leven, dat gekarakteriseerd wordt door kwellende angst, afzondering en absolute losbandigheid. Dat God Lot zelfs ooit gered heeft mag een monument zijn voor Zijn nooit aflatende genade, of misschien wel een getuigenis voor het hoge aanzien waarin God Abraham heeft gehouden.
Wat nu volgt is het laatste historische verslag over Lot. Vreemd genoeg heeft het te maken met een enigszins bizar plan van Lots dochters om kinderen van hun vader te baren. Het motief voor hun intrige lijkt weliswaar geldig, maar onder normale omstandigheden zouden hun incestueuze handelingen ongetwijfeld als immoreel worden beschouwd. En ook al geeft het verslag aan dat Lot zich niet bewust was van zijn betrokkenheid in dit plan, toch wordt het allemaal mogelijk gemaakt door zijn duidelijke bereidwilligheid om door zijn dochters dronken gevoerd te worden.
De twee zonen die uit deze incestueuze relatie voortkomen, en hun nakomelingen, blijken van blijvend historisch belang te zijn. Moab zal de vader van de Moabieten worden, die zich eerst ten noordoosten van de Dode Zee tussen de rivieren Jabbok en Arnon zullen vestigen, maar die later door de Amorieten naar een streek ten zuiden van de Arnon zullen worden verjaagd. Ben-Ammi (Ammon) zal de vader van de Ammonieten worden. Zij zullen een rondreizend en plunderend volk van Molech-aanbidders zijn, in het land tussen de Jabbok en de Arnon. Beide volken zullen herhaaldelijk de confrontatie aangaan met Abrahams nakomelingen, dit alles als gevolg van de gebeurtenissen die zich nu gaan ontvouwen.

Gen. 19:30
LOT VESTIGT ZICH IN EEN GROT. Naderhand verliet Lot Zoar en ging met zijn twee dochters in een grot in de bergen wonen.

Gen. 19:31-38
DOCHTERS PLEGEN INCEST. Op een dag zei Lots oudste dochter tegen haar zuster: "Hier in deze streek is geen enkele man met wie vader ons zal laten trouwen. Zelf zal hij al gauw niet meer in staat zijn kinderen te verwekken. Laten wij hem dronken voeren met wijn en met hem slapen, zodat onze familie niet uitsterft."
Zo voerden de meisjes hun vader die avond dronken en de oudste dochter ging bij hem liggen en had gemeenschap met haar vader. Lot merkte niet dat zij bij hem kwam en weer weg ging.
De volgende morgen zei de oudste dochter tegen haar zuster: "Ik heb vannacht met vader geslapen. Laten wij hem vanavond weer dronken voeren, dan kun jij het ook doen. Zo zal onze familie blijven voortbestaan." Die avond voerden zij hun vader weer dronken en het jongste meisje ging de grot in en sliep met haar vader. Net als de eerste keer merkte Lot er niets van.
Zo raakten de beide meisjes in verwachting van hun vader. De zoon van de oudste werd Moab genoemd; hij werd de vader van de Moabieten. De baby van de jongste dochter werd Ben-Ammi genoemd; hij werd de vader van de Ammonieten.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- januari



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen