7 juni


Elisa de profeet

Enige tijd geleden had God Elia opgedragen om gebruik te maken van de diensten van Elisa, ter ondersteuning van zijn profeterende bediening. Sindsdien is Elisa zijn protegé geweest; hij heeft Elia overal gevolgd en zo geleerd over de werkzaamheden van een profeet. Net als zijn leermeester zal Elisa miraculeuze wonderen verrichten. Het is zelfs zo dat er tenminste twaalf wonderen van Elisa zijn vastgelegd in de Schrift, terwijl dat voor slechts vijf van Elia's wonderen geldt. Net als Elia zal Elisa meerdere wonderen verrichten die qua aard vergelijkbaar zijn met de wonderen van de nog komende Messias.
Maar Elisa's bediening moet wachten tot de bediening van Elia is beëindigd. En wat een einde zal dat zijn! Elia weet kennelijk al dat God hem zal wegnemen. Hij reist nu van Gilgal naar de rivier de Jordaan, waar hij in een wervelwind wordt opgenomen. Dit impliceert duidelijk dat Elia in lichamelijke zin nooit sterft, maar op de een of andere bijzondere manier naar een andere dimensie wordt getransporteerd. Misschien is dit wel vergelijkbaar met de manier waarop Henoch van de aarde werd “weggenomen”. Hoe dit ook mag geschieden, Elisa is hier zó opgewonden over dat hij zichzelf nauwelijks in de hand kan houden.

2 Kon. 2:1-11
ELIA OPGENOMEN. Het tijdstip naderde waarop de HERE Elia met behulp van een wervelwind in de hemel zou opnemen. Bij hun vertrek uit Gilgal zei Elia tegen Elisa: "Blijf hier, want ik moet van de HERE naar Bethel gaan."
Maar Elisa antwoordde: "Ik zweer bij God dat ik u niet zal verlaten!" Dus gingen zij samen op weg naar Bethel.
Daar kwamen de jonge profeten uit Bethel hen tegemoet en vroegen Elisa: "Weet u dat de HERE Elia vandaag van u zal wegnemen?"
"Stil maar", zei Elisa, "ik weet het."
Toen zei Elia tegen Elisa: "Blijf maar hier in Bethel, want de HERE stuurt mij nu naar Jericho." Maar opnieuw zei Elisa: "Ik zweer bij God dat ik u niet zal verlaten." En zo gingen zij samen naar Jericho.
Ook in Jericho zeiden de jonge profeten tegen Elisa: "Weet u dat de HERE Elia vandaag van u zal wegnemen?"
En Elisa antwoordde: "Stil maar; ik weet het."
Elia zei tegen Elisa: "Blijf nu maar hier, want de HERE wil dat ik naar de Jordaan ga." Maar net als de vorige keren zei Elisa: "Ik zweer bij God dat ik u niet zal verlaten." Zij gingen samen op weg en stonden na enige tijd bij de Jordaan.
Van een afstand keken vijftig jonge profeten naar wat ging gebeuren. Toen vouwde Elia zijn mantel op en sloeg daarmee op het water. De rivier spleet in tweeën en zij liepen over het droge naar de overkant.
Aan de overkant gekomen, zei Elia tegen Elisa: "Welke wens van je zal ik vervullen, voordat ik word weggenomen?"
Elisa antwoordde: "Laat mij twee keer zo wijs zijn als u."
"Je hebt iets heel moeilijks gevraagd", zei Elia. "Als je mij ziet wanneer ik word weggenomen, zal je wens worden vervuld. Zo niet, dan gebeurt het niet."
Terwijl zij al pratend verder liepen, verscheen opeens een vurige strijdwagen, getrokken door paarden van vuur, die tussen hen door reed en hen van elkaar scheidde. Tegelijkertijd werd Elia door een wervelwind in de strijdwagen naar de hemel gedragen.

2 Kon. 2:12-15
ELISA ONTVANGT DE GEEST. Elisa zag het gebeuren en schreeuwde: "Mijn vader! Mijn vader! De Wagens en Ruiters van Israël!" Toen Elia uit het zicht was verdwenen, scheurde Elisa zijn kleren in tweeën.
Daarna raapte hij Elia's mantel op, ging terug naar de oever van de Jordaan en sloeg met de mantel op het water. "Waar is de HERE, de God van Elia?" riep hij luid. Toen week het water uiteen en Elisa liep naar de overkant.
Toen de jonge profeten uit Jericho zagen wat er was gebeurd, riepen zij: "De geest van Elia rust op Elisa!" Zij gingen hem tegemoet en bogen voor hem neer.

2 Kon. 2:16-18 - Jericho
GEEN SPOOR VAN ELIA. "Heer", zeiden zij, "u hoeft maar één woord te zeggen en vijftig flinke mannen onder ons zullen dit hele gebied uitkammen om uw meester te vinden. Misschien heeft de Geest van de HERE hem op een berg of in één van de dalen neergezet."
"Nee", antwoordde Elisa, "doe geen moeite."
Maar zij bleven net zolang aandringen tot hij niet meer kon weigeren en zei: "Goed, ga dan maar zoeken." De vijftig mannen zochten drie dagen lang, maar konden hem niet vinden. Elisa was nog steeds in Jericho toen zij terugkwamen. "Heb ik jullie niet gezegd dat het geen zin had?" was het enige dat hij zei.

2 Kon. 2:19-22
ELISA REINIGT WATER. De burgers van de stad zeiden tegen Elisa: "Wij hebben een probleem: De stad ligt gunstig, zoals u wel zult hebben gezien; het water is echter slecht en veel vrouwen krijgen miskramen."
Daarop zei hij: "Breng mij een nieuwe schaal, gevuld met zout."
Zij brachten hem het gevraagde. Hij liep naar de bron van de stad, gooide het zout erin en zei: "Zo spreekt de HERE: Ik maak dit water gezond. Het zal niet langer dood of onvruchtbaarheid veroorzaken." Het water werd inderdaad gereinigd, precies zoals Elisa had gezegd.

2 Kon. 2:23-25 - Samaria
KINDEREN BESCHIMPEN ELISA. Vanuit Jericho ging hij naar Bethel. Terwijl hij over de weg liep, scholden enkele kleine jongens uit de stad hem uit en riepen: "Kaalkop, Kaalkop!" Hij draaide zich om en vervloekte hen in de naam van de HERE. Onmiddellijk kwamen twee beren uit de bossen tevoorschijn en doodden 42 kinderen. Elisa ging van daaruit naar de berg Karmel, waarna hij terugging naar Samaria.

2 Kon. 4:1-7
WONDER VAN VERMENIGVULDIGDE OLIE. Op een dag kwam de vrouw van één van de jonge profeten bij Elisa om te vertellen dat haar man was overleden. "Hij was een man, die met God leefde", zei zij. "En nu eist een schuldeiser zijn geld op. Als ik niet betaal, zal hij mijn twee zonen als slaven meenemen."
"Wat kan ik daaraan doen?" vroeg Elisa. "Hoeveel voedsel hebt u in huis?"
"Helemaal niets, afgezien van een kruikje olijfolie", antwoordde zij.
"Leen zoveel mogelijk kruiken van uw vrienden en buren", zei hij. "Ga dan met uw zonen het huis in en doe de deur achter u dicht. Giet daarna de olijfolie uit het kruikje in de andere kruiken en zet die opzij als ze vol zijn."
Zij deed wat Elisa had gezegd. Haar zonen brachten haar kruiken en zij vulde de één na de ander met olie. Al gauw zat alles tot de rand toe vol. "Breng mij nog een kruik", zei zij tegen haar zonen.
"Maar er zijn er geen meer", zeiden de jongens. Toen hield de olie op te stromen.
Toen zij Elisa vertelde wat er was gebeurd, zei hij tegen haar: "Ga de olie nu verkopen en betaal uw schuld. Er zal dan nog genoeg overblijven om met uw zonen van te leven."

2 Kon. 4:8-17 - Sunem
ZOON BELOOFD AAN SUNEMITISCHE VROUW. Elisa vertrok op een goede dag naar Sunem. Een vooraanstaande vrouw uit de stad nodigde hem uit bij haar te komen eten en voortaan onderbrak hij, elke keer dat hij voorbijkwam, zijn reis om bij haar te eten. Zij zei tegen haar man: "Ik weet zeker dat de man die hier zo af en toe eens aankomt, een heilige man van God is. Laten wij op zolder een klein kamertje voor hem maken. Wij kunnen er een bed, een tafel, een stoel en een kandelaar zetten, dan heeft hij een plaats om te overnachten als hij weer komt."
Op een keer rustte hij uit op de kamer en zei tegen zijn dienaar Gehazi: "Zeg tegen de vrouw dat ik haar wil spreken." Toen zij kwam, zei hij tegen Gehazi: "Vertel haar dat wij haar vriendelijkheid erg op prijs stellen. Vraag haar of wij misschien iets voor haar kunnen doen. Wil zij dat ik een goed woordje voor haar doe bij de koning of de bevelhebber van het leger?"
"Nee", antwoordde zij, "ik leef hier onder de mensen en ben volkomen tevreden."
"Wat kunnen wij voor deze vrouw doen?" vroeg hij naderhand aan Gehazi.
Die opperde: "Zij heeft geen zoon en haar man is al behoorlijk oud."
"Roep haar nog eens bij mij", droeg Elisa hem op. Zij kwam en bleef in de deuropening staan, terwijl hij tegen haar zei: "Volgend jaar om deze tijd zult u een zoon hebben."
"Och, man van God", riep zij, "maak mij toch niets wijs!"
Maar het was waar: De vrouw werd al spoedig zwanger en bracht het volgende jaar een jongetje ter wereld, precies zoals Elisa had voorzegd.

2 Kon. 4:38-41 - Gilgal
ELISA REINIGT MOES. Elisa ging terug naar Gilgal, maar ondertussen heerste er hongersnood in het land. Op een dag, toen hij de jonge profeten les gaf, zei hij tegen Gehazi: "Maak wat moes klaar voor deze mannen in de grootste pot die er is."
Eén van de jonge mannen ging het land op om wat groenten te halen en kwam terug met een aantal wilde, bittere pompoenen. Hij sneed ze in stukken en gooide ze in de pan zonder te weten dat ze giftig waren. Nadat de mannen echter een paar happen van de moes hadden genomen, riepen zij: "Heer, er zit vergif in deze moes!" En ze konden het niet eten.
"Breng mij eens wat meel", zei Elisa. Hij gooide het in de pan en zei: "Nu is het in orde. Eet het maar rustig op." En het eten bleek niet langer gevaarlijk.

2 Kon. 4:42-44
HONDERD MENSEN ETEN VAN BRODEN. Op zekere dag bracht een man uit Baäl-Salisa Elisa een zak met vers koren en twintig kleine gerstebroden, gebakken van het eerste graan van de nieuwe oogst. Elisa gaf het Gehazi als voedsel voor de jonge profeten.
"Wat?" riep Gehazi, "moet ik honderd man te eten geven van dit kleine beetje voedsel?"
Maar Elisa zei: "Toe nu maar, want de HERE zegt dat er genoeg is voor iedereen en dat zelfs nog wat zal overblijven." Inderdaad bleef er nog eten over, precies zoals de HERE had gezegd.

2 Kon. 4:18-37 - Sunem
SUNEMITISCHE ZOON TOT LEVEN GEWEKT. Op een dag (de jongen was al wat ouder) zocht hij zijn vader op, die op het land aan het maaien was. De jongen klaagde over hoofdpijn en kreunde van de pijn.
Zijn vader zei tegen één van de knechten: "Breng hem naar huis, naar zijn moeder." De jongen werd thuisgebracht en zijn moeder nam hem op schoot. Maar rond het middaguur stierf hij. Zij legde hem op het bed van de profeet en deed de deur van de kamer op slot.
Daarna stuurde zij haar man de boodschap: "Stuur één van de knechten met een ezel hierheen. Ik moet zo snel mogelijk naar de profeet. Ik ben zo weer terug!"
"Waarom vandaag?" vroeg hij, "het is toch geen sabbat of feestdag?"
Maar zij zei: "Stil maar. Het is wel goed."
Zij zadelde de ezel en zei tegen de knecht: "Snel! Drijf hem zoveel mogelijk op. Als het langzamer moet, zeg ik het je wel."
Toen zij de berg Karmel naderde, zag Elisa haar in de verte en zei tegen Gehazi: "Kijk, daar komt de vrouw uit Sunem aan. Loop eens snel naar haar toe en vraag wat er aan de hand is. Overtuig je ervan dat alles goed is met haar man en kind."
"Ja hoor", zei zij tegen Gehazi, "alles is goed."
Maar toen zij bij Elisa kwam, viel zij op de grond voor hem neer en greep zijn voeten. Gehazi probeerde haar weg te trekken, maar de profeet zei: "Laat haar maar begaan; ze is erg verdrietig en de HERE heeft mij niet gezegd wat het is."
Toen zei zij: "U hebt gezegd dat ik een zoon zou krijgen. En ik heb u gesmeekt mij niets wijs te maken."
Zich naar Gehazi kerend, zei hij: "Snel, pak mijn staf. Praat met niemand onderweg. Haast je en leg de staf op het gezicht van de jongen."
Maar de moeder van de jongen zei: "Ik zweer bij God dat ik niet zonder u naar huis terugga!" Dus ging Elisa samen met haar op weg.
Gehazi ging vooruit en legde de staf op het gezicht van het kind, maar er gebeurde niets. Er was geen teken van leven te bespeuren. Hij ging terug Elisa tegemoet en zei hem: "Het kind is nog steeds dood." Toen Elisa het huis binnenging, lag het kind inderdaad dood op het bed van de profeet. Hij ging de slaapkamer binnen, sloot de deur achter zich en bad tot de HERE. Daarna ging hij op de jongen liggen, met zijn mond op de mond van het kind, zijn ogen op de ogen van het kind en zijn handen op diens handen. Het lichaam van het kind werd langzaam warm. De profeet ging naar beneden, liep een paar keer door het huis heen en weer en ging weer naar boven. Opnieuw ging hij bovenop het kind liggen. Deze keer nieste de jongen zevenmaal en deed zijn ogen open.
De profeet riep Gehazi. "Roep de vrouw hier", zei hij. En toen zij binnenkwam, zei hij: "Hier is uw zoon." Zij viel aan zijn voeten neer, pakte daarna haar zoon op en ging de kamer uit.

2 Kon. 8:1,2
HONGERSNOOD VOORSPELD. Tegen de vrouw van wie hij de zoon weer levend had gemaakt, had Elisa gezegd: "Verhuis met uw gezin naar een andere streek, want de HERE heeft een hongersnood over Israël aangekondigd, die zeven jaar gaat duren." Deze hongersnood kwam ook. Zo trok de vrouw op aanraden van Elisa met haar gezin naar het land van de Filistijnen en bleef daar zeven jaar wonen.

2 Kon. 6:1-7
BLAD VAN BIJL DRIJVEND GEMAAKT. Op een dag kwamen enkele jonge profeten bij Elisa en zeiden tegen hem: "Zoals u ziet, is ons woonhuis te klein. Zegt u nu eens als onze meester, kunnen wij niet bij de Jordaan een nieuw onderkomen neerzetten? Er is daar genoeg hout voorradig."
"Goed", stemde hij toe, "begin er maar mee."
"Heer, wilt u alstublieft met ons meegaan?" stelde één van hen voor.
"Dat is goed", zei hij.
Bij de Jordaan aangekomen, begonnen zij bomen om te hakken. Maar terwijl één van hen uithaalde voor een flinke slag, vloog het blad van de bijl van de steel en viel in de rivier. "Och heer", schreeuwde hij, "wat nu, ik had die bijl geleend!"
"Waar is hij gevallen?" vroeg Elisa. De jongeman wees de plek aan, waarna Elisa een stok sneed en die in het water gooide. Zodra de stok erin lag, kwam het blad van de bijl bovendrijven. "Pak hem maar", zei Elisa en de jongeman deed dat.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- juni



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen