10 november


De triomfantelijke intocht – zondag

Het is eind maart en het Paschafeest is in aantocht. Het moment is aangebroken waarop Jezus aan zijn vijanden zal worden overgeleverd. Geen enkel Joods feest is belangrijker voor het volk en geen enkel ander feest zou gepaster kunnen zijn voor het hoogtepunt van het leven en de bediening van Jezus. Het Paschafeest vindt plaats aan het begin van het Feest van de Ongezuurde Broden, dat zeven dagen duurt. Het is een herdenking van de exodus van het volk uit hun gevangenschap in Egypte. Tijdens het Paschafeest wordt het pascha-lam gedood, net als aan het begin van de exodus, toen het bloed op de deurposten van de Israëlieten werd gesprenkeld. Toen de dood Egypte doorkruiste en de eerstgeborene van elk huishouden werd gedood, spaarde God alleen die huishoudens waarvan de deuren bedekt waren met het bloed. Jezus is zelf het perfecte Lam van God; Hij staat op het punt gedood te worden voor de redding van allen die de macht van Zijn bloed willen erkennen en aanvaarden.
Jezus is nog niet in Jeruzalem aangekomen of Zijn vijanden zijn al bezig met het beramen van Zijn dood. Maar dit onheil zal Hem niet treffen voordat Hij de stad op triomfantelijke wijze binnengaat. Jezus rijdt op een eenvoudig ezelsveulen de stad binnen en wordt ontvangen door een mensenmenigte die God prijst omdat Hij deze “grote profeet” heeft gestuurd waar zij nu in geloven. Maar Jezus weet dat de meesten van hen de ware aard van de Messias en van Zijn Goddelijkheid nog steeds niet begrijpen en dat er nog veel meer mensen zijn die nog steeds helemaal niet in Hem geloven.
Jezus is tijdens Zijn hele bediening nooit eerder op een dergelijke, grootse manier ontvangen; Zijn vijanden zijn bang voor zijn populariteit en laten deze glorieuze dag ongestoord voorbijgaan.

Joh. 12:12,13 (zondag)
MENIGTE GAAT JEZUS TEGEMOET. De volgende morgen hoorde men dat Jezus op weg was naar Jeruzalem. Het nieuws ging door de stad. De grote menigte mensen, die voor het Paasfeest gekomen was, liep de stad uit Hem tegemoet. Zij hadden palmtakken in de hand en juichten uitbundig:

  "Alle eer is voor God!

  Alle eer is voor Hem, Die komt in naam van de Here!

  De koning van Israël!"

Mat. 21:1-7, Mar. 11:1-7, Luk. 19:29-35, Joh. 12:14-16
JEZUS VRAAGT OM EZELSVEULEN. Lk Toen Hij in de buurt van de Olijfberg kwam en bijna bij de dorpen Bethfagé en Bethanië was, stuurde Hij twee van Zijn discipelen vooruit. "Ga naar het dorp daar", zei Hij. "Als jullie er binnenkomen, zullen jullie een ezel zien die vastgebonden langs de weg staat. Het is een veulen, waarop nog niemand heeft gereden. Maak hem los en breng hem hier. Misschien vraagt iemand waarom jullie dat doen. Zeg dan alleen maar: De Here heeft hem nodig." Mt Dit klopt met wat de profeet Zacharia had gezegd:

  "Zeg tegen Jeruzalem:
  Kijk, uw koning komt naar u toe.
  Hij is liefdevol.
  Hij rijdt op een ezelsveulen."

Jo Zijn discipelen begrepen toen nog niet wat dit allemaal betekende. Maar later, toen Jezus in de schitterende heerlijkheid van God was gekomen, werd hun duidelijk dat deze woorden met betrekking tot Hem waren geschreven. Zij hadden ze voor hun ogen werkelijkheid zien worden. Mk Zij gingen naar het dorp en zagen het veulen meteen. Het stond op straat, vastgebonden bij de deur van een huis. Zij maakten het los. "Wat moet dat daar?" riepen een paar mensen die het zagen. "Is dat veulen soms van u?"
"Nee", zeiden de discipelen, "maar de Here heeft het nodig. Wij brengen het gauw weer terug." Toen mochten zij het meenemen. Zij brachten het veulen bij Jezus, legden hun jassen erop en Hij ging erop zitten.

Mat. 21:8,9, Mar. 11:8-10, Luk. 19:36-40 - Jeruzalem (zondag)
JEZUS GAAT JERUZALEM BINNEN. Lk Toen Hij de helling van de Olijfberg opging, begonnen al Zijn volgelingen te zingen en te jubelen. Zij prezen God voor de geweldige wonderen, die zij Jezus hadden zien doen.

  "God heeft ons een koning gegeven!" juichten ze.

  "Lang leve de koning! Vrede in de hemel!

  Alle eer is voor God in de hoogste hemelen!"'

Maar enkele Farizeeërs, die tussen de mensen liepen, zeiden tegen Jezus: "Meester, zeg toch tegen Uw volgelingen dat zij hun mond houden."
"Als zij hun mond houden", antwoordde Jezus, "zullen de stenen gaan roepen!"
Mk Vele mensen spreidden nu voor Hem hun jassen op de weg uit. Anderen legden bebladerde takken voor Hem neer, die zij van de bomen hadden gerukt.

Luk. 19:41-44
JEZUS VOORZIET VERWOESTING. Jeruzalem was nu niet ver meer. Zodra Jezus de stad zag liggen, begon Hij te huilen. Hij zei: "Jeruzalem! Gods eeuwige vrede lag binnen uw bereik, maar u hebt er niets van willen weten. Nu is het te laat. Straks zullen uw vijanden u belegeren, u omsingelen en van alle kanten tegen u opdringen. Ze zullen u en uw inwoners vertrappen. Zij zullen geen steen op de andere laten. Want God heeft u de kans gegeven, maar u hebt die laten voorbijgaan."

Mat. 21:10,11, Joh. 12:17-19
JEZUS' POPULARITEIT ERKEND. Mt Zo reed Hij Jeruzalem binnen. De hele stad was in rep en roer. "Wie is dit toch?" werd er gevraagd.
De mensen die met Jezus waren meegekomen, antwoordden: "Dit is Jezus, de profeet uit Nazareth in Galilea." Jo De mensen die erbij waren geweest, hadden iedereen verteld dat Jezus Lazarus uit het graf had geroepen en weer levend had gemaakt. Daarom gingen zovelen Hem tegemoet. Zij hadden gehoord wat een machtig wonder Hij had gedaan. De Farizeeërs zeiden tegen elkaar: "Het helpt allemaal niets! De hele wereld loopt achter Hem aan."

Mat. 21:17, Mar. 11:11 - Bethanië
TERUGKEER NAAR BETHANIE. Zo reed Hij Jeruzalem binnen. Hij ging naar de tempel en bekeek daar alles. Daarna vertrok Hij met Zijn twaalf discipelen naar Bethanië, omdat het al laat was geworden.

De laatste week – maandag

De volgende dag bevindt de populariteit van Jezus zich nog steeds op een hoogtepunt. Kinderen zingen Hem lof toe alsof zij Hem willen danken omdat Hij hen altijd in gedachten heeft. In schril contrast met dit blijde tafereel staat een incident dat door Matteüs, Markus en Lukas wordt beschreven. Het is bijna identiek aan een voorval dat eerder, aan het begin van de bediening van Jezus, door Johannes werd vastgelegd: het uit de tempel jagen van de kooplieden. Als dit inderdaad een afzonderlijke gebeurtenis is, dan is het goed mogelijk dat Jezus deze laatste kans aangrijpt om de tempel te reinigen. De kooplieden en de geldwisselaars moeten wel razend van woede zijn, maar net als de religieuze leiders zijn zij bang voor het volk en wachten daarom op een betere gelegenheid om terug te slaan.
Jezus spreekt nu openlijk over Zijn naderende kruisiging en probeert het doel ervan duidelijk te maken. Er zijn veel mensen die nog steeds niet geloven, maar zelfs hun ongeloof is weer een vervulling van een profetie, zoals Johannes opmerkt.
Jezus verlaat nu Bethanië en vervloekt een onvruchtbare vijgenboom, een voorval dat Hij later zal gebruiken in een les over de kracht van het geloof.

Mat. 21:18,19, Mar. 11:12-14
ONVRUCHTBARE VIJGENBOOM. Toen zij de volgende morgen uit Bethanië vertrokken, had Jezus honger. In de verte zag Hij een vijgeboom die in blad stond. Hij liep ernaar toe om te zien of er vijgen aanzaten, maar er zaten alleen maar bladeren aan. Het was nog niet de tijd voor vijgen. De discipelen hoorden Hem tegen de boom zeggen: "Er zullen aan jou nooit meer vruchten komen."

Mat. 21:12,13, Mar. 11:15-17, Luk. 19:45,46 - Tempelplein
JEZUS REINIGT TEMPEL. Zij kwamen in Jeruzalem en Jezus ging meteen naar de tempel. Hij begon de handelaars en hun klanten van het tempelplein te jagen, gooide de tafels van de geldwisselaars en de kraampjes van de duivenhandelaars omver en stuurde iedereen die met allerlei spullen het plein op kwam terug. "Luister goed, allemaal", zei Hij. "Heeft de profeet Jesaja niet geschreven dat Gods huis een huis van gebed moet zijn voor alle volken? Maar wat hebben jullie ervan gemaakt? Een rovershol!"

Mat. 21:18, Luk. 19:47,48
PLAN UITGESTELD. Mk De leidende priesters en godsdienstleraars hoorden dit en probeerden een manier te vinden om Hem uit de weg te ruimen. Lk Maar zij wisten niet hoe. Mk Zij zagen wel dat iedereen diep onder de indruk was van Zijn woorden en zij waren bang dat Hij meer invloed zou krijgen dan zij. Lk Want het volk hing aan Zijn lippen.

Mat. 21:14-16
KINDEREN PRIJZEN JEZUS. Er kwamen allemaal blinde en lamme mensen naar Hem toe en Hij genas hen. De leidende priesters en de godsdienstleraars zagen deze geweldige wonderen en hoorden hoe zelfs kinderen in de tempel riepen: "God zegene de Zoon van David!" Zij werden kwaad.
"Hoort U niet wat zij zeggen?" vroegen zij aan Jezus.
"Jawel", was Zijn antwoord. "Maar hebt u nooit in de Psalmen gelezen: 'Zelfs kinderen en babies zullen Hem prijzen?"

Joh. 12:20-26
DOEL VAN DOOD VAN CHRISTUS. Enkele Grieken die naar het Paasfeest waren gekomen om God te aanbidden, kwamen bij Filippus en vroegen: "Kunnen wij Jezus ontmoeten?" Filippus vertelde het aan Andreas en samen gingen zij naar Jezus om het Hem te vragen.
"Het is nu zover dat Ik de hoogste eer en heerlijkheid zal ontvangen", antwoordde Jezus. "Wat Ik jullie zeg, is de waarheid: Een tarwekorrel moet in de aarde vallen en sterven; anders blijft het een tarwekorrel zonder meer. Als zij sterft, brengt zij veel vrucht voort. Wie zijn leven liefheeft, raakt het kwijt. Maar wie zijn leven in deze wereld niet liefheeft, krijgt eeuwig leven. Als iemand Mij dient, moet hij Mij volgen. En waar Ik ben, moet ook mijn dienaar zijn. Als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren.

Joh. 12:27-33
KRUISIGING VOORSPELD. Ik ben erg bang en weet niet wat Ik moet zeggen. Moet Ik zeggen: 'Vader, bevrijd Mij van wat Mij te wachten staat'? Nee, want juist daarvoor ben Ik gekomen. Vader, Uw naam krijgt alle eer."
Er kwam een stem uit de hemel: "Ik heb Hem alle eer gegeven en Ik zal Hem nog eens alle eer geven!" De mensen om Hem heen hoorden het ook. De meesten beweerden dat het een donderslag was geweest. Anderen zeiden dat een engel iets tegen Hem had gezegd.
"Die stem is er niet voor Mij geweest, maar voor u!" zei Jezus. "Nu wordt het oordeel over de wereld uitgesproken. Het is zover dat de overheerser van deze wereld wordt weggejaagd. Als Ik boven de aarde uitgetild ben, zal Ik allen naar Mij toe trekken." Daarmee bedoelde Hij dat Hij aan het kruis zou sterven.

Joh. 12:34-36
AANSPORING OM IN LICHT TE LEVEN. De mensen antwoordden: "Er staat in de Boeken dat de Christus er altijd zal blijven. Waarom zegt U dan dat U boven de aarde uitgetild zult worden? Bent U de Christus wel?"
"Het licht zal niet lang meer bij u zijn", antwoordde Jezus. "Loop in het licht zolang het kan. Want als de duisternis u overvalt, ziet u de weg niet meer. Vertrouw op het licht, zolang u het licht hebt. Dan zult u kinderen van het licht zijn." Daarna trok Hij Zich terug en verborg Zich voor hen.

Mar. 11:19 - Bethanië
TERUGKEER NAAR BETHANIE. Zoals gewoonlijk ging Hij 's avonds met Zijn discipelen de stad uit.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- november



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen