Clicky



 

Hosea 9


Gods straf komt eraan
1 De Heer zegt: "Isra�l, vier maar niet zo uitbundig feest (Het is heel waarschijnlijk dat Hosea hiermee de feesten voor de afgoden bedoelt. Dat waren wilde feesten met veel drank en seks.) als de andere volken! Want jullie zijn ontrouw aan jullie God. Jullie zijn bij Hem weggelopen. Jullie hebben overal andere goden gedankt voor jullie oogsten.
2 Voor straf zullen de oogsten van graan en wijn mislukken.
3 En jullie zullen niet in het land van de Heer blijven wonen. Jullie zullen naar Egypte gaan. (Een klein deel van de bevolking van Isra�l zou naar Egypte vluchten. De rest zou worden gedood of meegenomen worden naar Assur.) En jullie zullen in Assur en Egypte onrein (God had in de wet regels gegeven over welke dieren de Isra�lieten wel en niet mochten eten. De 'onreine' dieren mochten niet gegeten worden. Lees Deuteronomium 14:4-20. In Egypte en Assur zouden ze zich niet aan deze wetten (kunnen) houden.) voedsel eten.
4 Jullie zullen geen wijn-offers meer aan Mij offeren. Jullie zullen Mij niet meer blij maken met jullie offers. Jullie eten zal onrein zijn, zoals brood dat gegeten wordt bij een begrafenis. Door onrein eten zijn jullie zelf onrein geworden. Daarom zal het alleen voor jullie zelf zijn. Jullie mogen er niets van aan Mij geven, in mijn tempel.
5 En wat zullen jullie doen op mijn feestdagen? Wat zullen jullie doen op de feesten van de Heer?
6 Let op, jullie zullen naar Egypte gaan omdat je land verwoest wordt. Daar zullen jullie in de stad Nof begraven worden. Jullie zilver zal geroofd worden. Doornstruiken zullen op jullie akkers groeien. Distels zullen in jullie huizen staan.
7 De tijd van jullie straf is gekomen. De tijd is gekomen dat jullie krijgen wat jullie met je gedrag hebben verdiend. Isra�l zal dat merken! Jullie vinden de profeten maar dwazen. Jullie zeggen dat ze gek zijn. Omdat jullie zo slecht zijn, is jullie haat tegen Mij groot.
8 De profeet van Isra�l staat aan de kant van God. Maar voor jullie is hij als een vijand, iemand die tegen jullie goden is.
9 Jullie doen net zulke verschrikkelijke dingen als in de tijd van Gibea. (Ditzelfde wordt gezegd in Hosea 10:9. De meeste uitleggers gaan er van uit dat dit slaat op een walgelijke misdaad in de tijd van de richters. Lees Richters 19.) Maar jullie zullen de gevolgen ervan moeten dragen. Ik zal jullie ervoor straffen.
10 Toen Ik het volk Isra�l vond, was het voor Mij zo kostbaar als druiven in de woestijn. Jullie voorouders waren voor Mij zo kostbaar als de eerste vijgen van het seizoen. Maar ze aanbaden liever Ba�l-Peor. (Toen de Isra�lieten door God uit Egypte waren bevrijd, gingen ze al heel gauw de god van Moab, Ba�l-Peor, aanbidden. Lees Numeri 25:1-4.) Daardoor vond Ik hen net zo walgelijk als de afgod die ze aanbaden.
11 Wat betreft het koninkrijk Isra�l: de welvaart zal er wegvliegen als een vogel. Er zullen geen kinderen meer worden geboren.
12 En zelfs als ze nu kinderen hebben, zal Ik hen toch kinderloos maken. Hun kinderen zullen niet blijven leven. Want het zal slecht met Isra�l aflopen als Ik hen verlaten heb.
13 Ik had Isra�l, net als Tyrus, een prachtig land gegeven. Maar nu zal Isra�l zijn bewoners moeten weggeven aan een moordenaar."
14 Hosea roept uit: � "Geef hun genade, Heer! Maar hoe? Geef de vrouwen doodgeboren baby's! Geef de moeders geen melk om hun baby's te voeden!" (Dit lijkt Hosea minder erg dan alle ellende die de kinderen anders zullen moeten meemaken.)
15 De Heer zegt: "In Gilgal werd duidelijk hoe slecht ze zijn. (In Gilgal had het volk Isra�l Saul tot koning gekroond. God had hun Koning willen zijn, maar ze wilden liever een 'gewone' koning, net als de andere volken. Lees 1 Samuel 8:1-9, 1 Samuel 11:15 en 1 Samuel 12:17.) Daar heb Ik hen gehaat. Want ze doen vreselijke dingen. Daarom zal Ik hen uit mijn huis wegjagen. Ik zal niet langer van hen houden. Al hun leiders zijn ongehoorzaam aan Mij.
16 Isra�l is als een dode boom geworden, met verdroogde wortels en zonder vruchten. Zelfs wanneer er nog kinderen geboren worden, zal Ik die kinderen waar hun ouders zoveel van houden, doden."
17 Hosea zegt: � "Mijn God zal niet meer naar hen omkijken, omdat ze niet naar Hem hebben willen luisteren. Ze zullen rondzwerven bij andere volken."


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands