Clicky



 

Hosea 8


Wie wind zaait, zal storm oogsten
1 De Heer zegt: "Blaas alarm op de ramshoorn! Als een adelaar stort de vijand zich op mijn volk. Want mijn volk heeft zijn verbond met Mij verbroken. Ze wilden zich niet aan mijn wetten en leefregels houden.
2 Ze zullen uitroepen: 'Mijn God! Wij, Isra�l, kennen U toch? Waarom gebeurt dit dan?'
3 Maar intussen willen ze niet kiezen voor dat wat goed is. Daarom komt de vijand eraan.
4 Ze hebben mannen tot koning gemaakt, maar Ik had hun die koningen niet gegeven. (God had gezegd dat altijd iemand uit de familie van David koning zou zijn. Maar na de dood van Davids zoon Salomo hadden de noordelijke tien stammen een eigen koning gekozen. Lees 1 Koningen 12.) Ze hebben leiders aangewezen, maar zonder mijn toestemming. En van hun zilver en goud hebben ze godenbeelden gemaakt. Daarom zullen ze vernietigd worden.
5 Jullie gouden kalf (De eerste koning van het koninkrijk Isra�l liet in twee steden een gouden kalf neerzetten dat voortaan aanbeden moest worden. Lees 1 Koningen 12:26-32.) zal jullie niet redden, bewoners van Samaria! Ik ben woedend op jullie. Wanneer zullen jullie eindelijk ophouden met je slechtheid?
6 Isra�l heeft dat beeld gemaakt. Het werd gemaakt door een beeldhouwer. Mensenwerk is het, geen god. Daarom zal dat kalf van Samaria stukgeslagen worden! (Dit gebeurde inderdaad in de tijd van koning Josia. Lees 2 Koningen 23:14 en 15.)
7 Isra�l heeft wind gezaaid. Daardoor zal het storm oogsten. Er zal geen graan meer groeien. Het zaad dat ze zaaien zal geen meel opleveren. En als er al iets eetbaars uit groeit, zal dat door vreemdelingen worden opgegeten.
8 Isra�l wordt opgeslokt. Ze zullen onder de andere volken wonen. Daar zal niemand nog rekening met hen houden. Ze zijn als een kapotte kruik die niemand nog wil hebben.
9 Want Isra�l is Assur om hulp gaan vragen, koppig en eigenwijs als een wilde ezel die doet wat hij wil. Isra�l koopt zich vrienden door geschenken uit te delen in plaats van dat ze Mij om hulp vragen.
10 Zo lukt het hun om bondgenoten te maken. Maar Ik zal die bondgenoten tegen Isra�l opstoken. Isra�l zal kreunen onder de heerschappij van een machtig koning.
11 Isra�l bouwde steeds meer altaren. Zo liepen ze bij Mij weg. En doordat ze steeds meer altaren bouwden, liepen ze steeds verder bij Mij vandaan.
12 Ik vertel hun steeds hoe prachtig mijn wetten en leefregels zijn. Maar ze trekken zich er niets van aan.
13 Ze offeren wel en ze eten wel van de offers, maar toch ben Ik niet blij met hen. (Ze brachten de offers immers aan andere goden! Daardoor had het voor God geen waarde.) Daar zullen ze de gevolgen van moeten dragen: ze zullen weer slaven worden, net als vroeger in Egypte.
14 Want het volk Isra�l is zijn Maker vergeten. Isra�l bouwde steeds meer paleizen. Juda bouwde steeds meer sterke steden met muren en burchten. Maar Ik zal die steden met hun burchten verbranden."


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands