Clicky



 

Ezechi�l 38


Op een dag zal Gog Isra�l aanvallen
1 De Heer zei tegen mij:
2 "Mensenzoon, ga met je gezicht in de richting van koning Gog van het land Magog staan, de koning van de volken Mesech en Tubal. (De volken Magog, Mesech en Tubal stammen af van Jafet, ��n van de zonen van Noach. Lees Genesis 10:2. Met Gog worden ook de aardse heersers bedoeld die weigeren om zich aan God te onderwerpen. Lees Openbaring 20:8. Het is niet duidelijk over welke tijd deze profetie gaat.)
3 Profeteer tegen hem: Dit zegt de Heer: Pas maar op, koning Gog van Mesech en Tubal!
4 Ik kom u halen! Ik zal haken in uw kaken slaan. Zo zal Ik u en uw hele leger ophalen, met al uw paarden en ruiters, met al uw wapens, met al uw soldaten met hun schilden, helmen en zwaarden,
5 met al uw krijgers uit Perzi�, Ethiopi� en Put met hun schilden en helmen,
6 en met de legers uit Gomer, uit Togarme en uit het verre noorden, met al hun krijgers. Ik kom u halen, u en alle volken die zich bij u aangesloten hebben.
7 Maak u klaar en bewapen u, met al uw legers die zich bij u verzameld hebben. U zal hun aanvoerder zijn.
8 Over een poos zal Ik u roepen voor de strijd. Aan het eind van de tijd zult u strijden tegen een land dat zich net heeft hersteld van de oorlog. Dat volk is uit andere landen teruggekomen. (Hiermee wordt het land Isra�l bedoeld, met de Joden die uit de andere landen zijn teruggekomen om weer in hun eigen land te wonen.) Het is op de bergen van Isra�l gaan wonen die een wildernis waren geworden. Daar wonen ze in vrede.
9 U en uw legers zullen tegen hen optrekken als een verwoestende storm, als een grote, dreigende wolk die het land bedekt.
10 Want in die tijd, zegt de Heer, zal er een kwaadaardig plan in u opkomen.
11 U wil met uw legers dat land aanvallen waar alleen maar dorpen zijn. Ze hebben geen muren, grendels of poorten. De mensen leven er in vrede en verwachten geen gevaar.
12 U hoopt op een grote buit uit de plaatsen die verwoest waren maar nu weer bewoond worden. U wil het volk beroven dat is teruggekomen uit de landen er omheen. Want sinds dat volk weer in zijn eigen land woont, is het weer rijk geworden en heeft het veel vee gekregen.
13 Scheba, Dedan, de handelaars van Tarsis en alle machtige mensen zullen tegen u zeggen: 'Heeft u die legers verzameld om te gaan plunderen? Om zilver en goud, al het vee en spullen te gaan roven? Bent u op weg om een grote buit weg te slepen?' "

God straft Gog voor zijn aanval op Isra�l
14 De Heer zei verder tegen mij: "Mensenzoon, profeteer daarom tegen Gog: Dit zegt de Heer: Op een dag, als mijn volk Isra�l in vrede woont, zult u dat zien.
15 En u zal uit uw land in het noorden komen, samen met veel andere volken. Het zal een groot leger van ruiters zijn.
16 U zal naar mijn land oprukken als een grote, dreigende wolk die het land bedekt. Aan het eind van de tijd zal Ik u sturen om mijn land aan te vallen. Dan zal Ik u mijn macht laten zien. En de volken zullen het zien en beseffen dat Ik de heilige God ben.
17 Dit zegt de Heer: Vroeger hebben mijn profeten al over u gesproken, Gog. Zij hebben geprofeteerd dat er jaren zullen komen dat Ik u op mijn land zal afsturen.
18 Maar op de dag dat u inderdaad mijn land Isra�l aanvalt, zegt de Heer, zal Ik daar woedend over zijn.
19 Ik beloof u: het land Isra�l zal die dag getroffen worden door een zware aardbeving.
20 De vissen, de vogels, de wilde dieren en de kruipende dieren op de grond en alle mensen op aarde zullen beven. De bergen zullen instorten, de bergwanden zullen afbreken en alle muren zullen omvallen.
21 Dan zal Ik Gog in paniek brengen. In de verwarring zullen zijn mannen elkaar in het hele land doden.
22 Ik zal hen straffen met ziekte en geweld. Zware regenbuien, grote hagelstenen, vuur en zwavel zullen op uw leger neerregenen en op de legers van de volken die u kwamen helpen.
23 Ik zal laten zien hoe machtig Ik ben. Ik zal laten zien wie Ik ben. De volken zullen dat zien en ze zullen beseffen dat Ik de Heer ben. (lees verder)


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands