30 december



Hoop van de trouwhartigen

De brieven van het Nieuwe Testament herinnerden de lezers onophoudelijk aan de glorieuze hoop die is weggelegd voor mensen met een standvastig geloof, ondanks de druk die vaak van buitenaf wordt uitgeoefend om dat geloof te verlaten. De boodschappen die nu door drie engelen worden overgebracht zijn in dat opzicht opmerkelijk vergelijkbaar met die aansporingen.

Op. 14:1-5
LAM MET VRIJGEKOCHTEN. Ik zag het Lam op de berg Sion staan. Er waren 144.000 mensen bij Hem. Zij hadden Zijn naam en de naam van Zijn Vader op hun voorhoofd. En ik hoorde een geluid uit de hemel als van een enorme waterval of van zware donderslagen. Het leek ook wel op harpmuziek. Het waren de 144.000 die een nieuw lied zongen voor de troon van God, voor de vier levende wezens en voor de ouderlingen. Zij waren de enigen die dat lied kenden. Niemand anders kon het leren. Het waren de 144.000 vrijgekochten van de aarde. Zij hebben met niemand gemeenschap gehad, maar zijn zuiver gebleven. Zij volgen het Lam waar Hij ook heengaat. Zij zijn vrijgekocht uit de mensen, de eerste vruchten voor God en het Lam. Zij hebben geen leugen over hun lippen laten komen en er valt niets op hen aan te merken.

Op. 14:6,7
EERSTE ENGEL. Ik zag een andere engel in het midden van de hemel vliegen. Hij had een blijvende boodschap bij zich, die hij aan ieder op aarde bekend moest maken: Aan alle volken, stammen en taalgroepen. Hij riep: "Heb ontzag voor God; eer Hem, want de tijd is gekomen dat Hij recht zal spreken. Aanbid Hem, Die de hemel en de aarde, de zee en de waterbronnen gemaakt heeft."

Op. 14:8
TWEEDE ENGEL. Er kwam een tweede engel, die zei: "Gevallen! Gevallen is het grote Babylon, dat alle volken van de wijn van haar woeste ontucht heeft laten drinken."

Op. 14:9-12
DERDE ENGEL. Een derde engel volgde hen en riep: "Wie het beest en zijn beeld aanbidt en het teken op zijn voorhoofd of hand laat zetten, zal de wijn van Gods toorn drinken, die onvermengd in Zijn wraakbeker is gegoten. Die zal door vuur en zwavel gepijnigd worden, voor de ogen van de heilige engelen en het Lam. De rook van dit folterende vuur stijgt voor altijd en eeuwig op. De mensen die het beest en zijn beeld aanbidden en die het nummer van zijn naam dragen, zullen geen moment rust meer hebben. Het is nu wel duidelijk waarom Gods volk niet mag ophouden Gods geboden te gehoorzamen en in Jezus te geloven."

Op. 14:13
RUST VOOR TROUWHARTIGEN. Ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: "Schrijf op: Gelukkig zijn de doden die van nu af in het vertrouwen op de Here sterven." "Inderdaad", zei de Geest, "zij zullen van hun zwoegen uitrusten en het loon krijgen dat hun toekomt voor al het werk dat zij hebben gedaan."

Oordeel over boosaardigen

Op dit punt ziet Johannes een visioen van Gods uiteindelijke oordeel over de mensheid. De scène die hij beschrijft is een oogst van de aarde, waarover Gods toorn is uitgegoten. Het leeggieten van de zeven schalen bezorgt het gevoel dat het laatste hoofdstuk van de geschiedenis wordt afgesloten. Gods rechtschapenheid en heiligheid worden gemanifesteerd in een reiniging van de wereld van alle zonden. De voorstellingen zijn ontzagwekkend.

Op. 14:14-16
OOGST VAN DE AARDE. Toen zag ik een witte wolk en op die wolk zat Iemand die op een Mensenzoon leek. Hij had een gouden kroon op Zijn hoofd en een scherpe sikkel in Zijn hand. Er kwam een engel uit de tempel en hij riep naar Hem, die op de wolk zat: "Zwaai met Uw sikkel en haal de oogst binnen! Het is tijd om te oogsten! De oogst van de aarde is rijp!" En Hij die op de wolk zat, zwaaide met Zijn sikkel over de aarde en de oogst van de aarde werd binnengebracht.

Op. 14:17-20
TOORN OP OOGST TOEGEPAST. Ik zag nog een engel uit de tempel in de hemel komen en hij had ook een scherpe sikkel. Een andere engel kwam uit het altaar en hij had macht over het vuur. Hij riep naar de engel die de scherpe sikkel had: "Zwaai met uw sikkel en haal de wijnoogst van de aarde binnen, want de druiven zijn rijp!"
En de engel zwaaide met zijn sikkel over de aarde en haalde de wijnoogst binnen. Hij gooide alle druiven in de grote wijnpers van Gods toorn, die buiten de stad stond. Toen ze uitgeperst werden, kwam er een enorme stroom bloed uit, bijna 300 kilometer lang en anderhalve meter diep.

Op. 15:1
ZEVEN PLAGEN VAN GODS TOORN. Ik zag nog iets anders in de hemel. Het was indrukwekkend en wonderlijk: Zeven engelen met de zeven laatste rampen. Na die rampen zal Gods toorn voorbij zijn.

Op. 15:2-4
GODS HEILIGHEID IN TOORN. Ik zag iets dat leek op een zee van glas, dat met vuur vermengd was. Bij die glazen zee stonden de mensen die als overwinnaars uit de strijd met het beest, zijn beeld en het nummer van zijn naam tevoorschijn waren gekomen. Zij hadden allemaal een harp van God gekregen en zongen het lied van Mozes, de dienaar van God en het lied van het Lam:

  "Almachtige Here en God,
  wat U hebt gedaan, is groot en wonderbaar!
  Heerser over de volken,
  Uw wegen zijn juist en goed.
  Here, wie zou geen ontzag voor U hebben?
  Wie zou U niet eren om wie U bent?
  U alleen bent heilig.
  Alle volken zullen komen
  en U aanbidden,
  omdat nu duidelijk is geworden dat U recht doet."

Op. 15:5-16:1
SCHALEN VAN TOORN. Daarna zag ik de tempel in de hemel, de tent waarin God woont, wijd open gaan. De zeven engelen met de zeven rampen kwamen naar buiten. Zij hadden blinkend witte kleren aan en droegen een gouden gordel om de borst. Eén van de vier levende wezens gaf elk van de engelen een gouden schaal, vol met de wraak van God, Die eeuwig leeft. Toen werd de tempel gevuld met rook, als teken van Gods heerlijkheid en macht. Niemand kon de tempel meer binnengaan, totdat de zeven rampen van de zeven engelen voorbij waren. Ik hoorde een stem uit de tempel die de zeven engelen het bevel gaf: "Ga de zeven schalen met Gods wraak uitgieten over de aarde."

Op. 16:2
EERSTE SCHAAL. De eerste engel verliet de tempel en goot zijn schaal over de aarde uit. De mensen die het nummer van het beest hadden en zijn beeld aanbaden, kregen lelijke, kwaadaardige zweren.

Op. 16:3
TWEEDE SCHAAL. De tweede engel goot zijn schaal over de zee uit. Het zeewater veranderde in bloed als van een dode en alles wat in de zee leefde, ging dood.

Op. 16:4
DERDE SCHAAL. De derde engel goot zijn schaal uit over de rivieren en de waterbronnen en al het water werd bloed.

Op. 16:5-7
LOF VOOR GODS GERECHTIGHEID. Ik hoorde de engel van het water zeggen:

  "Rechtvaardige God, Die er altijd is geweest,
  het is goed dat U deze oordelen over de wereld laat komen.
  Nu krijgen de mensen, die het bloed van Uw kinderen en profeten vergoten hebben,
  bloed te drinken. Dat is hun verdiende loon."
  En ik hoorde het altaar zeggen:
  "Ja, Here, Almachtige God, Heerser over alles,
  Uw oordelen zijn juist en goed."

Op. 16:8,9
VIERDE SCHAAL. De vierde engel goot zijn schaal over de zon uit. Die moest de mensen met vuur verbranden. De mensen verbrandden door het vreselijke vuur. Maar in plaats van zich te bekeren en God alle eer te geven, vervloekten zij Hem Die de macht over de plagen heeft.

Op. 16:10,11
VIJFDE SCHAAL. De vijfde engel goot zijn schaal uit over de troon van het beest, waardoor het in het koninkrijk van het beest vreselijk donker werd. De mensen hadden zo'n pijn, dat zij zich op de tong beten. Zij vervloekten de God van de hemel voor hun pijn en hun zweren in plaats van hun slechte leven vaarwel te zeggen en hun redding bij God te zoeken.

Op. 16:12-16
ZESDE SCHAAL. De zesde engel goot zijn schaal over de grote rivier de Eufraat uit. Het water droogde op, zodat de bedding een weg voor de koningen uit het oosten kon worden. Toen zag ik uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de leugenprofeet drie boze geesten komen. Zij zagen eruit als kikkers. Het waren duivelse geesten, die opmerkelijke dingen deden. Zij gingen naar alle koningen van de aarde om hen bijeen te brengen voor de oorlog op de grote dag van de Almachtige God.
"Ik kom als een dief in de nacht. Gelukkig is hij die wakker blijft en zijn kleren aanhoudt. Hij zal niet naakt rondlopen. Hij hoeft zich niet te schamen voor de mensen die hem zien."
En de drie geesten brachten de koningen en hun legers bijeen op de plaats die in het Hebreeuws 'Armageddon' heet.

Op. 16:17-21
ZEVENDE SCHAAL. De zevende engel goot zijn schaal in de lucht uit. Een stem uit de troon in de tempel riep: "Het is gebeurd!" Het begon te bliksemen, te rommelen en te donderen en er kwam een enorme aardbeving, zoals er nog nooit was geweest, zolang er mensen op aarde wonen. Zo hevig was de aardbeving. De grote stad Babylon scheurde in drie stukken en de andere steden van de wereld veranderden in puinhopen. God was niet vergeten wat het grote Babylon allemaal had misdaan. Zij moest de beker met de wijn van de grimmige toorn van God tot op de bodem leegdrinken. Alle eilanden verdwenen en van de bergen was niets meer te zien. Daarna begon het vreselijk te hagelen. Er vielen ijsblokken van dertig kilo uit de lucht op de mensen. Het was een verschrikkelijke ramp. En de mensen vervloekten God.

Bijzonder oordeel over Babylon

In de symbolische voorstellingen van een dronken prostituee en een ongelooflijk dieprood beest ziet Johannes het visioen van wat een bijzonder oordeel van God lijkt te zijn. Wat “Babylon” in werkelijkheid ook mag voorstellen, de verwoesting gaat vergezeld van een vreselijk geweeklaag.

Op. 17:1-6
DRONKEN HOER. Eén van de zeven engelen met de zeven schalen zei tegen mij: "Kom, ik zal u laten zien onder welk oordeel de grote hoer valt, die aan vele waterwegen zit. De koningen van de aarde hebben ontucht met haar gepleegd en de bewoners van de aarde zijn dronken geworden van de wijn van haar ontucht."
De engel nam mij in de geest mee naar een woestijn. Daar zag ik een vrouw op een rood beest zitten. Het beest had zeven koppen en tien horens en zijn lijf stond vol met scheldnamen tegen God. De vrouw had dieprode kleren aan en was behangen met gouden sieraden, edelstenen en parels. In haar hand hield zij een gouden beker vol met de gruwelijke en onreine dingen van haar ontucht. Op haar voorhoofd stond een geheime naam geschreven:

HET GROTE BABYLON
DE MOEDER VAN ALLE HOEREN
EN VAN ALLE GRUWELIJKHEDEN IN DE WERELD

Ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van Gods kinderen, het bloed van hen die openlijk over Jezus hadden gesproken.
Toen ik haar zo zag, was ik erg verbaasd.

Op. 17:7,8
BEEST VERKLAARD. "Waarom bent u zo verbaasd?" vroeg de engel mij. "Ik zal u vertellen wie die vrouw is en wat de betekenis is van het beest waarop zij zit; het beest met de zeven koppen en de tien horens. Het beest dat u zag, heeft eens geleefd maar is er nu niet meer. Het zal straks uit de bodemloze put omhoog komen en er weer in ondergaan. De bewoners van de aarde die niet in het levensboek zijn ingeschreven, zullen zich erover verbazen dat het beest dat er vroeger was, er nu niet meer is, maar straks weer zal komen.

Op. 17:9-11
ZEVEN KOPPEN VERKLAARD. Er is wijsheid nodig om dit te begrijpen. De zeven koppen van het beest zijn de zeven bergen, waar de vrouw op zit. Ook zijn het zeven koningen. Vijf van hen zijn gevallen, de zesde is nu aan het bewind en de zevende moet nog komen; maar zijn regering zal niet lang duren. Het beest dat er vroeger was, maar er nu niet meer is, is een achtste koning. Daarnaast is hij ook één van de zeven koningen. Na zijn tweede regering zal hij ten ondergaan.

Op. 17:12-14
TIEN HORENS VERKLAARD. De tien horens van het beest zijn tien koningen die nog aan de macht zullen komen. Zij zullen maar één uur regeren, samen met het beest. Hun enige doel zal zijn hun macht en gezag aan het beest over te dragen. Zij zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar die oorlog verliezen. Het Lam en Zijn trouwe volgelingen, die door Hem zijn geroepen en uitgekozen, zullen hen overwinnen. Hij is immers de Heer van alle heren en de Koning van alle koningen.

Op. 17:15-17
WATERWEGEN VERKLAARD. De waterwegen die u hebt gezien, waar de hoer aan zit, zijn alle rassen, volken, stammen en taalgroepen. Het beest en zijn tien horens zullen de hoer haten. Zij zullen haar alles afnemen en haar naakt laten liggen. Zij zullen haar vlees eten en haar daarna verbranden. Want God heeft hun het verlangen gegeven samen te werken en hun koninkrijk aan het beest te geven, totdat de woorden van God uitkomen. Daarmee vervullen zij zonder het te weten Gods plan.

Op. 17:18
VROUW VERKLAARD. De vrouw die u zag, is de grote stad die de koningen van de aarde in haar macht heeft."

Op. 18:1-3
VREUGDE OVER VAL VAN BABYLON. Daarna zag ik een andere engel uit de hemel naar beneden komen. Hij had grote macht en de aarde werd door zijn glans verlicht. Hij had een enorme stem en riep:

  "Gevallen! De grote stad Babylon is gevallen!
  Zij is een woonplaats geworden voor demonen
  en een gevangenis voor alle boze geesten.
  Binnen haar muren wonen alle vieze en lelijke vogels.
  Want alle volken hebben van de wijn
  van haar woeste ontucht gedronken.
  De koningen van de aarde hebben ontucht met haar gepleegd
  en de zakenmensen van over de hele wereld zijn rijk geworden
  door haar grote welvaart."

Op. 18:4-8
WAARSCHUWING VOOR BABYLON. Toen hoorde ik een andere stem uit de hemel zeggen:

  "Ga uit die stad weg, mijn volk.
  Anders wordt u medeplichtig aan haar zonden
  en zullen u dezelfde rampen treffen als haar.
  God is haar misdaden niet vergeten.
  Haar zonden hebben zich hemelhoog opgestapeld.
  Zet haar dubbel en dwars betaald
  wat zij u heeft aangedaan.
  Giet een brouwsel in haar beker dat tweemaal zo sterk is
  als wat zij voor u heeft gebrouwen.
  Zij heeft in luxe en overdaad geleefd.
  Geef haar er evenveel pijn en ellende voor terug.
  Zij zegt bij zichzelf:
  'Ik zit hier als een koningin op een troon. Ik ben geen hulpeloze weduwe.
  Ik zal niet weten wat rouw en verdriet is.'
  Omdat zij dat zegt, zal zij op één dag door allerlei rampen worden overvallen:
  Door honger, dood en ellende;
  en zij zal door het vuur verteerd worden.
  Dat is de straf die de Here, de sterke God, haar geeft.

Op. 18:9,10
KLAAGZANG VAN KONINGEN. Als de koningen van de aarde, die ontucht met haar hebben bedreven en van haar luxe hebben genoten, haar zien branden, zullen zij huilen en jammeren. Vol afschuw over de pijniging die zij ondergaat, blijven zij van verre toekijken:

  'Och, groot en machtig Babylon,
  wat erg dat u in één uur alle straf krijgt!'

Op. 18:11-17
KLAAGZANG VAN HANDELAREN. Over de hele wereld zullen zakenmensen huilen en jammeren omdat er niemand meer over is om hun handelswaar te kopen. Zij was hun grootste klant van goud en zilver, van edelstenen en parels, van fijn linnen, purper, zijde en scharlaken, van geurig hout, van ivoren en dure houten voorwerpen, van brons, ijzer en marmer, van kaneel en andere specerijen, van parfums, zalven en wierook, van wijn en olie, van fijn meel en graan, van lastdieren en schapen, van paarden en wagens, en zelfs van slaven, levende mensen.
Al die lekkere en mooie dingen waar u zo naar verlangde, krijgt u niet. Al uw pracht en praal is u voorgoed afgenomen. De zakenmensen die haar deze dingen verkochten en er rijk van werden, zullen huilen en jammeren. Zij zullen op een afstand blijven staan, vol afschuw over de pijniging die zij ondergaat.

  'Och, grote stad!' zullen zij zeggen. 'Wat verschrikkelijk!
  Eerst was u gekleed in fijn linnen, purper en scharlaken
  en droeg u gouden sieraden, edelstenen en parels;
  een uur later was u al die schitterende rijkdom kwijt!'

Ook alle reders, stuurlui en matrozen, allen die op zee hun kost verdienen, stonden vanuit de verte te kijken naar de rook die uit de brandende stad opsteeg.

Op. 18:18-20
KLAAGZANG VAN ZEELIEDEN. 'Zo'n grote en machtige stad komt er nooit meer!' kermden zij. Zij strooiden van verdriet stof op hun hoofd en huilden en jammerden:

  'O, grote stad! Wat verschrikkelijk!
  Eerst maakte zij alle scheepseigenaren rijk
  door haar welvaart;
  nu ligt zij er binnen een uur ontredderd bij.'
  Hemel, wees blij over haar ondergang!
  Kinderen van God, apostelen en profeten, verheug u!
  God heeft haar gestraft voor wat zij u heeft aangedaan."

Op. 18:21-24
OMVANG VAN VERNIETIGING. Een sterke engel pakte een steen zo groot als een molensteen en gooide die in zee.

  "Zo zal de grote stad Babylon
  met één zwaai weggegooid worden", zei hij.
  "Zij zal voorgoed van de aardbodem worden weggevaagd.
  Er zal geen muziek meer gehoord worden,
  ook niet van harp, fluit of bazuin.
  Er zullen geen ambachtslui meer werken
  en geen molen zal meer draaien.
  's Nachts zal er geen lamp meer branden
  en van bruiloften zal geen sprake meer zijn.
  Dit alles staat haar te wachten,
  omdat haar zakenlui de machtigste ter wereld waren
  en omdat zij met haar tovenarij alle volken misleidde.
  Het bloed van de profeten en de gelovigen heeft in deze stad gevloeid.
  Zij is schuldig aan het bloed van alle mensen, die op aarde zijn vermoord."

Op. 19:1-5
MENIGTE VIERT FEEST. Toen hoorde ik uit de hemel het geluid als van een grote menigte, die zei:

  "Loof God!
  Van Hem komt alle redding! Voor Hem is alle eer en macht!
  Zijn oordelen zijn juist en goed.
  Hij heeft de grote hoer gestraft,
  die de aarde met haar ontucht verontreinigd heeft.
  Hij heeft de moord op Zijn knechten op haar gewroken.

  Prijs God!
  De rook van haar puinhopen zal voor altijd en eeuwig blijven opstijgen."

De 24 ouderlingen en de vier levende wezens aanbaden God, Die op de troon zit en zeiden:

  "Amen! Prijs God!"

Een stem uit de troon zei:

  "Alle dienaren van God
  en allen die ontzag voor Hem hebben,
  klein en groot,
  prijs God!"

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- december



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen