30 november


Eerste brief aan de Corinthiërs

Paulus heeft kennelijk een brief geschreven aan de gemeente in Corinthe. Deze brief werd bezorgd door Timotheüs, die op weg naar Macedonië onlangs door Corinthe was gereisd. In een tweede brief, waarschijnlijk in 55-56 na Christus, vermeldt Paulus die eerste brief aan de Corinthiërs en geeft hij aan dat hij ondertussen een antwoord van de Corinthiërs heeft ontvangen. Dat antwoord werd naar Efeze gebracht door een groep die onder andere bestond uit Stefanas, Fortunatas en Achaïcus. Hoewel de context van de eerste brief onbekend is, worden in het antwoord van de Corinthïers blijkbaar vragen gesteld over het huwelijk en het vrijgezellenbestaan, voedsel dat aan afgoden wordt geofferd, geestelijke gaven en bepaalde bijzondere giften van de Corinthiërs. Paulus beantwoordt deze vragen in zijn tweede brief (die traditioneel 1 Corinthiërs wordt genoemd) en hij spreekt zijn zorgen uit over de verdeeldheid onder de Corinthiërs, waarover leden van Chloë's gezin met Paulus hebben gesproken. Daarnaast bespreekt Paulus enkele onderwerpen waar deze Christenen in de heidense stad Corinthe in het bijzonder problemen mee hebben, zoals seksuele moraliteit, bescheidenheid en de omgang met heidenen.

1 Cor. 1:1-3
GROET. Van: Paulus, die door God geroepen is om een apostel, een reizend gezant van Christus Jezus te zijn en van broeder Sosthenes.

Aan: Gods gemeente in Corinthe, die voor Jezus Christus is afgezonderd. U hoort bij Hem omdat Hij u heeft geroepen, net als alle gelovigen over de hele wereld. Hij is zowel hun Here als de onze.

Ik wens u de genade en de vrede van God, onze Vader, en van onze Here Jezus Christus toe.

1 Cor. 1:4-9
DANKZEGGING VOOR GENADE. Ik dank God telkens weer voor u omdat Hij u door Jezus Christus Zijn genade heeft bewezen. Hij heeft uw leven verrijkt. En u geholpen voor Hem te spreken en u een volledig begrip van de waarheid over Christus gegeven. Wat wij u over Christus hebben verteld, is ook in uw leven bevestigd. Het ontbreekt u daardoor aan geen enkele gave. Daarbij kijkt u ook met spanning uit naar de terugkomst van de Here Jezus Christus. Hij zal u tot het einde toe staande houden, zodat er op Zijn grote dag niets op u zal zijn aan te merken. God is trouw. Hij heeft u geroepen om samen een te zijn met Zijn Zoon, onze Here Jezus Christus.

Over verdeeldheid binnen de gemeente

1 Cor. 1:10-17
WAARSCHUWING TEGEN VERDEELDHEID. Maar, broeders, in de naam van de Here Jezus Christus smeek ik u eensgezind te zijn. Maak het met elkaar in orde, zodat u weer een van hart en ziel bent. Ik heb namelijk van de huisgenoten van Chloë gehoord dat u het niet met elkaar kunt vinden. De een zegt: "Ik hoor bij Paulus." De ander: "Ik bij Apollos." Weer een ander: "Maar ik bij Petrus." Sommigen zeggen zelfs: "Wij zijn de echte volgelingen van Jezus Christus!"
Is Christus dan in stukken verdeeld? Ben ík soms voor u aan het kruis gestorven of bent u in mijn naam gedoopt? Ik ben dankbaar dat ik niemand van u gedoopt heb, behalve Crispus en Gajus. Nu kan dus niemand zeggen dat hij in mijn naam gedoopt is en bij mij hoort. O ja, ik heb ook nog het gezin van Stefanas gedoopt. Maar ik kan me niet herinneren verder nog iemand gedoopt te hebben. Christus heeft mij niet de opdracht gegeven om te dopen, maar om het goede nieuws te vertellen en dat zonder hoogdravende woorden, omdat ik daarmee zou afdoen van Christus' dood aan het kruis.

1 Cor. 1:18-25
GODS WIJSHEID. Het bericht dat Christus voor ons aan het kruis gestorven is, klinkt de mensen die verloren gaan als onzin in de oren. Maar voor ons die gered worden, is het de kracht van God. Want er staat in de Boeken:

  "Ik zal de wijsheid van de 'wijze mensen' wegnemen
  en voorbijgaan aan het inzicht van de verstandigen."

Waar blijven dan de grote denkers, de godsdienstige leiders en de beroemde redenaars van deze tijd? Heeft God niet alle wijsheid van deze wereld als dwaasheid aan de kaak gesteld? In Zijn grote wijsheid wist God dat de wereld Hem door haar eigen wijsheid niet kan vinden. Hij heeft er de voorkeur aan gegeven mensen te redden die de 'onzinnige boodschap' geloven dat Christus voor hen aan het kruis is gestorven. Al vragen Joden wonderen als bewijs en zoeken Grieken naar wijsheid, wij vertellen over Christus, Die voor ons aan het kruis gestorven is! De Joden ergeren zich daaraan en de andere volken vinden dat een grote dwaasheid. Maar voor degenen die door God geroepen zijn, is Christus de kracht en de wijsheid van God. Want het 'dwaze' van God is wijzer dan wat mensen kunnen bedenken; en het 'zwakke' van God heeft meer kracht dan de mensen.

1 Cor. 1:26-31
VOORBEELD VAN DEEMOEDIGHEID. Kijk maar eens naar uzelf, broeders. Onder u die door God geroepen werden, zijn (menselijk gesproken) niet veel grote denkers, niet veel invloedrijke en vooraanstaande personen. Nee, God heeft juist wat voor de wereld dwaas is, uitgekozen om hen die zichzelf zo wijs vinden, terecht te wijzen. Hij heeft de zwakken van de wereld uitgekozen om de sterken te beschamen. God heeft het onaanzienlijke en verachtelijke van de wereld uitgekozen. Dat gebruikt Hij om wat in de wereld belangrijk is, buitenspel te zetten. Dus zal geen mens zich ooit voor God op iets kunnen beroemen. Dank zij God hebt u nu uw leven in Christus Jezus. Hij geeft u wijsheid en door Hem staat u rechtvaardig tegenover God. Hij heeft u apart gezet en bevrijd. Alles dank zij Hem. Zo staat het ook in de Boeken: "Als iemand zich toch op iets wil beroemen, laat hij zich dan beroemen op de Here!"

1 Cor. 2:1-5
PREDIKING NIET WELSPREKEND. Toen ik voor het eerst bij u was, kwam ik dan ook niet met dure woorden en hoogdravende ideeën aan. Ik heb u heel eenvoudig Gods boodschap bekendgemaakt. Ik had namelijk besloten bij u alleen maar te spreken over Jezus Christus en Zijn sterven aan het kruis. Toen ik kwam, was ik niet sterk. Integendeel, ik was bang en beefde. De woorden waarmee ik u over Jezus Christus vertelde, waren niet scherp en overtuigend. Maar u ervoer dat het uit mijn hart kwam en God liet er kracht van uitgaan. Want uw geloof moet niet gebaseerd zijn op menselijke wijsheid, maar op kracht van God.

1 Cor. 2:6-13
WIJSHEID VAN DE GEEST. Wat wij zeggen, is wijsheid voor de gelovigen die het begrijpen. Deze wijsheid is niet van deze wereld, noch van haar leiders, die eens ten val komen. Wat wij zeggen, is Gods wijsheid die tot nu toe verborgen is geweest. Voor het begin van de wereld had Hij Zijn plan al klaar om ons in de heerlijkheid te brengen. De leiders van deze wereld hebben geen van allen ervan geweten, want anders zouden zij de Heer van de heerlijkheid niet aan het kruis hebben geslagen. Dat staat ook in de Boeken:

  "Wat niemand heeft gezien,
  niemand heeft gehoord
  en wat niemand ooit bedacht,
  dat heeft God allemaal klaar voor hen, die Hem liefhebben."

God heeft het ons door de Geest duidelijk gemaakt.
Want voor de Geest is niets verborgen, zelfs het diepste wezen van God niet. Zoals alleen de geest van een mens weet wat in een mens omgaat, weet ook alleen de Geest van God wat er in God is. En wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest van God om zo te weten wat God ons in genade gegeven heeft. Daarover spreken wij dan ook niet met menselijke welsprekendheid, maar met woorden die de Geest ons ingeeft. Wij gebruiken dus de woorden van de Geest om de gedachten van de Geest over te brengen.

1 Cor. 2:14-16
WIJSHEID VOOR MENSEN DIE ZICH OP HET GEESTELIJKE RICHTEN. Maar iemand die niet gelovig is (de natuurlijke mens) heeft geen oog voor wat de Geest van God doet. Voor hem is dat allemaal onzin. Hij begrijpt er niets van, omdat het alleen geestelijk te doorzien is. Met de geestelijke mens is het anders. Die kan alles doorzien, maar kan zelf op zijn beurt niet door de natuurlijke mensen doorzien worden. Bovendien staat er in de Boeken:

  "Wie kent de gedachten van de Here?
  Wie zou Hem raad kunnen geven?"

Wij kennen Christus door ons geloof.

1 Cor. 3:1-4
VERDEELDHEID HINDERT GROEI. Broeders, toen ik bij u was, kon ik u nog niet toespreken als geestelijke mensen. U leidde uw eigen leven en deed uw eigen zin. Uw verhouding met Christus was nog zó pril dat ik u alleen maar melk kon geven. Vast voedsel was te zwaar voor u en dat is helaas nog steeds het geval. Ook nu nog wordt u door uw eigen verlangens beheerst. Want als u jaloers bent en elkaar niet kunt verdragen, wordt u blijkbaar nog door uw eigen verlangens beheerst. Dan bent u net als de ongelovige mensen. Als de een zegt bij Paulus te horen en de ander bij Apollos, is dat erg menselijk geredeneerd.

1 Cor. 3:5-9
ARBEIDERS ZIJN DIENAARS. Wie is Apollos en wie ben ik? God heeft ons willen gebruiken om u tot het geloof in Christus te brengen. Ieder zoals de Here ons opdracht heeft gegeven. Ik heb het geloof in u geplant, Apollos heeft het verder verzorgd, maar alleen God kon het laten groeien. Planter en verzorger zijn niet belangrijk, maar God wel. Hij geeft de groei. De planter en de verzorger kunnen niet zonder elkaar. Zij krijgen allebei de beloning die hun toekomt, afhankelijk van het werk dat zij deden. Wij zijn Gods medewerkers en u bent Gods akker. Of anders gezegd: Gods gebouw.

1 Cor. 3:10-15
CHRISTUS IS HET FUNDAMENT. God heeft mij het voorrecht en de kracht gegeven om als een goed architect de fundering te leggen, waarop een ander voortbouwt. Natuurlijk moet iedereen wel oppassen hóe hij daarop bouwt. Want een andere fundering dan Jezus Christus mag niemand leggen. U kunt op die ene fundering met allerlei materialen bouwen; met goud, zilver en edelsteen, óf met hout, hooi en stro. Het zal vanzelf blijken wat u hebt gedaan, want de grote dag van de Here komt met vuur. In het vuur blijft alleen over wat waardevol is; de rest verbrandt. Als u met vuurvast materiaal op de fundering hebt gebouwd, krijgt u loon. Als uw werk verbrandt, zult u verlies lijden. U zult zelf gered worden, maar dan wel door het vuur heen.

1 Cor. 3:16,17
VERDEELDHEID VERNIETIGT TEMPEL. Weet u niet dat u zelf de tempel van God bent en dat Zijn Geest in u woont? Als iemand Gods tempel beschadigt, zal God hem schade toebrengen. Want Gods tempel is heilig. En u bent de tempel van God!

1 Cor. 3:18-23
LOYALITEIT ALLEEN AAN CHRISTUS. Maak uzelf niets wijs. Als iemand zich verbeeldt in deze wereld een wijs mens te zijn, moet hij dwaas worden. Dan pas zult u weten wat wijs is. De wijsheid van deze wereld is voor God immers dwaasheid! Zo staat het ook in de Boeken: "God vangt de wijzen in hun eigen sluwheid." en "De Here weet dat al hun geleerde gepraat niets voorstelt." Kijk geen mensen naar de ogen, want in God hebt u alles al ontvangen. Of het nu om Paulus, Apollos of Petrus gaat; of om de wereld, het leven en de dood; of om heden of toekomst: Alles ligt vast in Gods hand en is van u. Want u bent van Christus en Christus is van God.

1 Cor. 4:1-5
DIENAARS ZULLEN BEOORDEELD WORDEN. U moet ons zien als dienstknechten van Christus, als beheerders van Gods geheimen. Een eerste voorwaarde voor een beheerder is dat hij betrouwbaar is. Nu maakt het voor mij niet uit welk oordeel u of anderen over mij hebben. Ik heb niet eens een oordeel over mijzelf! Want al ben ik mij van geen kwaad bewust, de enige die mij kan beoordelen, is de Here. Sta dus niet met uw oordeel klaar. Laat dat rusten tot de Here komt. Hij zal alles wat zich in de duisternis afspeelt, aan het licht brengen; en Hij zal laten zien wat in de harten omgaat. Dan zal Hij ieder de eer geven die hem toekomt.

1 Cor. 4:6-8
WAARSCHUWING TEGEN HOOGMOED. Ik heb dit op Apollos en mijzelf toegepast, broeders, om u een voorbeeld te geven. Ik hoop dat u van ons leert iets bescheidener te zijn. Door over de één hoog op te geven, doet u de ander tekort. Wat maakt u beter dan een ander? U heeft toch niets van uzelf? Alles wat u hebt, hebt u gekregen. Waar beroemt u zich dan op? U schijnt te denken dat u geestelijk al verzadigd bent. Als rijke koningen zit u op uw troon. Ja, was u maar koningen! Dan zouden wij samen met u regeren.

1 Cor. 4:9-13
ZELFS APOSTELEN VEROOTMOEDIGD. Soms denk ik wel eens dat God ons, apostelen, de laagste plaats heeft toegewezen, als gevangenen die de dood in de armen lopen. Want in de arena van de wereld zijn wij een schouwspel geworden voor engelen en mensen. Wat een tegenstelling tussen u en ons! Wij zijn dwaas terwille van Christus, maar u bent verstandige gelovigen; wij zijn zwak, maar u bent sterk; u staat hoog in aanzien, maar wij worden veracht. Tot op dit moment lijden wij honger en dorst; wij hebben nauwelijks kleding en worden mishandeld. Wij hebben nergens een thuis en doen zwaar werk met onze handen. De mensen die ons uitschelden, wensen wij het beste toe; vervolging verdragen wij geduldig; wij blijven vriendelijk als over ons wordt geroddeld. Wij zijn het afval van de wereld geworden, het uitschot. En daar lijkt geen verandering in te komen.

1 Cor. 4:14-21
PAULUS SCHRIJFT ALS GEESTELIJK VADER. Ik schrijf dit niet om u een gevoel van schaamte te geven, maar om u, mijn beste vrienden, terecht te wijzen. Want al zijn er duizenden die u in Christus verder opvoeden, u hebt niet veel vaders. Ik ben uw geestelijke vader. Ik heb u het leven met Jezus Christus binnengeleid. Daarom smeek ik u: Volg mijn voorbeeld. Daarom heb ik ook Timotheüs naar u toegestuurd. Hij is voor mij als een eigen kind, een trouw dienaar van de Here. Hij zal u eraan herinneren hoe ik voor Jezus Christus leef en welk onderwijs ik in elke gemeente geef.
Sommigen denken dat ik niet zelf durf te komen en blazen hoog van de toren. Maar binnenkort kom ik bij u, als de Here het goed vindt. Dan wil ik wel eens zien of die grootsprekers ook iets presteren. Want waar God werkt, is het niet een kwestie van woorden, maar van kracht. Wat hebt u liever? Dat ik met straf bij u kom of met liefde en zachtheid?

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- november



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen