Clicky



 

Zacharia 1


Zacharia roept de mensen op om bij God terug te komen
1 In de achtste maand van het jaar, toen Darius twee jaar koning van Juda (Het koninkrijk Juda was veroverd door Babyloni�. Babyloni� was op zijn beurt veroverd door Perzi�. Koning Darius van Perzi� was zo dus ook koning van Juda geworden.) was, sprak de Heer tegen de profeet Zacharia, de zoon van Berechja, die een zoon was van Iddo.
2 De Heer zei: "Ik ben erg kwaad geweest op jullie voorouders. Maar nu moet je tegen de mensen zeggen:
3 Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Kom terug bij Mij, dan zal Ik bij jullie terugkomen.
4 Doe niet dezelfde dingen als jullie voorouders. Mijn profeten hadden hen gewaarschuwd: 'Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Stop met de slechte dingen die jullie doen.' Maar ze hebben niet willen luisteren. Ze trokken zich niets van Mij aan.
5 En waar zijn jullie voorouders nu? En de profeten? Leven zij voor eeuwig?
6 Nee, maar jullie voorouders zijn getroffen door de woorden die mijn profeten tegen hen moesten zeggen. Daardoor zijn ze inderdaad bij Mij teruggekomen. Want ze zeiden: 'De Heer heeft precies met ons gedaan wat Hij gezegd had. (Lees Deuteronomium 28. En zo is het inderdaad gegaan. Tenslotte werden ze als gevangenen meegenomen naar andere landen: het koninkrijk Isra�l naar Assur en het koninkrijk Juda naar Babyloni�.) Hij heeft ons inderdaad gestraft voor wat wij hebben gedaan.' "

De vier ruiters
7 Op de 24e dag van de elfde maand (dat is de maand Sebat) sprak de Heer tegen de profeet Zacharia. Darius was toen twee jaar koning van Juda.
8 Zacharia zegt: De Heer liet mij vannacht iets zien. Het was alsof ik droomde. Ik zag een man op een rood paard. Hij stond in een dal, tussen de struiken. Achter hem waren ruiters op rode, bruine en witte paarden.
9 Ik vroeg aan de engel die met mij sprak: "Wat betekent dit, heer?" Hij antwoordde: "Ik zal je laten zien wat het betekent."
10 Toen zei de man op het rode paard tussen de struiken: "Deze ruiters moesten van de Heer over de aarde rondtrekken."
11 En zij zeiden tegen de Engel van de Heer die tussen de struiken stond: "Wij zijn over de hele aarde rondgetrokken, en overal is het rustig. (Toen koning Darius aan de macht kwam, kwam de vrede weer terug. Hij was een vredelievende koning. Omdat hij een heel groot rijk had, zeggen de engelen dat het 'overal op de hele aarde' rustig is.)"
12 Toen zei de Engel van de Heer: "Heer van de hemelse legers, hoelang zal het nog duren voordat U weer medelijden zal hebben met Jeruzalem en de steden van Juda? U bent nu al 70 jaar boos op hen geweest."
13 Toen zei de Heer mooie, troostende dingen tegen de engel die met mij sprak.
14 Daarna zei de engel die met mij sprak: "Zeg tegen de mensen: Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Ik heb nog steeds een vurige liefde voor Jeruzalem en de berg Sion.
15 Maar Ik ben woedend op die zorgeloze andere volken. Want zij hebben mijn volk veel kwaad gedaan toen Ik korte tijd boos was op mijn volk.
16 Daarom heb Ik weer medelijden gekregen met Jeruzalem, zegt de Heer van de hemelse legers. Mijn tempel zal daar weer opgebouwd worden, zegt de Heer van de hemelse legers. Jeruzalem zal herbouwd worden.
17 Roep ook tegen de mensen: Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Het zal weer goed komen met mijn steden. Ik zal Jeruzalem weer uitkiezen om daar te wonen. En Ik zal de bewoners weer troosten."

De vier horens en de vier smeden
18 Toen zag ik vier horens.
19 En ik vroeg aan de engel die met mij sprak: "Wat betekent dit?" Hij antwoordde: "Deze horens zijn de landen die Juda, Isra�l en Jeruzalem uit elkaar gejaagd hebben."
20 Daarna liet de Heer mij vier smeden zien.
21 Ik vroeg: "Wat komen zij doen?" De engel zei: "Die horens waren de machten die Juda z� vernederd hebben dat niemand in Juda nog durfde op te kijken. Deze smeden zijn gekomen om die horens stuk te slaan. Dat gebeurt omdat die horens het gewaagd hebben Juda zoveel kwaad te doen."


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands