Clicky



 

Psalmen 7


Psalm 7
1 Een treurlied van David. Hij zong dit lied voor de Heer toen hij verdrietig was over wat de man uit de familie van Kis uit de stam van Benjamin tegen hem had gezegd. (Toen David op de vlucht was voor zijn zoon Absalom, werd hij uitgescholden en vervloekt door Sime� uit de familie van Kis. Lees 2 Samuel 16:5-7.)
2 Mijn Heer God, ik vertrouw op U. Red me van de mensen die mij achtervolgen,
3 zodat ze me niet als een leeuw verscheuren en wegslepen zonder dat iemand me redt.
4 Het zou iets anders zijn, mijn Heer God, als ik zelf verkeerd had gedaan.
5 Als ik iemand kwaad had gedaan die mij niets gedaan had. (Maar ik heb zelfs mensen gered die mij bedreigden zonder dat ze daar een reden voor hadden!)
6 Maar als ik slechte dingen heb gedaan, laat dan mijn vijanden mij maar achtervolgen en inhalen en vertrappen. Dan mogen ze mij doden.
7 Kom, Heer, en straf mijn vijanden. Help me tegen de mensen die me bedreigen. Zie wat er gebeurt en spreek recht tussen hen en mij!
8-9 Heer, Rechter over de volken, neem plaats op uw troon. Laat alle landen v��r U komen en kom voor mij op, Heer, want ik ben onschuldig.
10 Maak alstublieft een einde aan hun misdaden. Maar steun de mensen die leven zoals U het wil. Want U bent een rechtvaardig Rechter. U weet wat er in de harten van de mensen is.
11 U beschermt mij als een schild. U redt de mensen die leven zoals U het wil.
12 God is een rechtvaardig Rechter. Hij straft altijd de mensen die Hem ongehoorzaam zijn.
13 Als iemand niet wil stoppen met de slechte dingen die hij doet, dan slijpt Hij zijn zwaard, spant Hij zijn boog en legt er een pijl op.
14 Hij richt zijn dodelijke wapens op hem. Hij schiet zijn pijlen op de vijand af.
15 Iemand die slechte dingen doet, wordt steeds slechter. Hij strooit leugens en bedrog om zich heen.
16 Hij graaft voor iemand anders een valkuil, maar valt zelf in het gat dat hij gegraven heeft.
17 Het kwaad dat hij een ander wilde aandoen, overkomt hemzelf. De klap die hij een ander wilde geven, komt op zijn eigen hoofd terecht.
18 Ik prijs de Heer. Want Hij is voor mij opgekomen omdat Hij rechtvaardig is. Ik zing voor de Heer, de Allerhoogste God.


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands