Clicky



 

Psalmen 51


Psalm 51
1 Een lied van David. Voor de leider van het koor.
2 Hij maakte dit lied toen de profeet Natan bij hem was gekomen, nadat hij met Batseba naar bed was geweest. (De profeet Natan was tegen David komen zeggen dat het verkeerd van hem was om met de vrouw van een ander naar bed te gaan. Lees 2 Samuel 12:1-14. In 2 Samuel 11 is te lezen wat er precies gebeurd was.)
3 God, heb alstublieft medelijden met mij, omdat U liefdevol bent. Doe weg wat ik verkeerd heb gedaan, omdat U goed bent.
4 Was mijn ongehoorzaamheid van mij af. Vergeef me mijn slechte daden.
5 Want ik weet dat ik verkeerd heb gedaan. Ik moet er aldoor aan denken hoe ongehoorzaam ik aan U ben geweest.
6 Tegen U heb ik verkeerd gedaan, tegen U alleen. Ik heb iets gedaan wat U heel erg vindt. U had gelijk toen U mij veroordeelde.
7 Toen ik werd geboren, zat het kwaad al in me. Al vanaf het moment dat ik ontstond, heeft het kwaad mij in zijn macht.
8 Maar U wil dat ik goed en eerlijk ben. Dat uw wijsheid in mijn binnenste is.
9 Reinig mij, dan ben ik weer helemaal schoon. Was mij, dan is mijn hart weer witter dan de sneeuw.
10 Heer, U heeft me gestraft. Laat me nu ook weer blij zijn, laat me weer kunnen juichen.
11 Vergeef me dat ik U ongehoorzaam was, Heer, doe al mijn slechte daden weg.
12 Geef me een zuiver hart, God! Maak mijn geest nieuw en sterk.
13 Stuur me niet bij U vandaan. Neem uw Heilige Geest niet van mij weg.
14 Maak me weer blij over uw redding. Maak me gewillig om U te gehoorzamen.
15 Dan zal ik slechte mensen leren hoe U wil dat zij leven. Dan zullen ze U gaan dienen.
16 Heer, ik ben schuldig, want ik heb iemand vermoord! (David had de man van Batseba laten doden. Lees 2 Samuel 11.) Neem alstublieft mijn schuld van me af. Want U bent de God die mij redt. Dan zal ik over U juichen.
17 Heer, laat me U prijzen. Laat me vertellen over wat U heeft gedaan.
18 Want U geniet er niet van als ik U nu offers zou brengen. Als U offers van mij wilde, zou ik U die geven. Maar het gaat U niet om brand-offers.
19 Het offer waar U naar verlangt, is, dat ik werkelijk spijt heb van wat ik heb gedaan. U stuurt nooit iemand weg die werkelijk spijt heeft.
20 Wees goed voor Sion, omdat U goed bent. Bouw de muren van Jeruzalem weer op.
21 Geniet weer van de offers, Heer, gebracht door mensen die leven zoals U het wil. Geniet weer van de offer-dieren die worden verbrand, de stieren die op uw altaar worden geofferd.


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands