Clicky



 

Psalmen 132


Psalm 132
1 Een pelgrimslied. (De pelgrimsliederen werden onderweg gezongen door de mensen die op reis waren naar Jeruzalem voor ��n van de feesten van de Heer.) Heer, vergeet niet wat David heeft gedaan. Vergeet niet wat hij allemaal heeft geleden.
2 Vergeet niet hoe hij U heeft gezworen, aan de Machtige God van Jakob heeft beloofd:
3 "Ik zal mijn huis niet binnengaan, ik zal niet naar bed gaan,
4 ik zal mijn ogen niet dicht doen, ik zal niet slapen,
5 v��rdat ik voor de Heer een plaats heb gevonden om te wonen, een huis heb gevonden voor de Machtige God van Jakob."
6 We hoorden in Efrata (De Filistijnen hadden de kist van het verbond als buit meegenomen, maar weer teruggestuurd naar Isra�l. Lees 1 Samuel 6 en 7.) over de kist van Gods verbond. We hebben hem gevonden in de velden van Kirjat-Jearim.
7 Laten we nu Gods heiligdom binnengaan en ons voor Hem neerbuigen.
8 Heer, kom nu naar uw heiligdom, U en de kist van het verbond, (Lees Exodus 25:10-22.) het teken van uw macht!
9 Uw priesters zullen U gehoorzamen, uw vrienden zullen juichen!
10 Laat de koning die U heeft gezalfd niet in de steek, vanwege uw beloften aan uw dienaar David.
11 Want U heeft aan David een eed gezworen die U niet meer zal veranderen: "E�n van jouw zonen zal Ik na jou koning maken.
12 Als hij Mij gehoorzaamt en zich houdt aan mijn wetten, dan zal ook ��n van zijn zonen na hem koning zijn. Dat geldt voor altijd."
13 Want de Heer heeft Jeruzalem uitgekozen. Jeruzalem is de plaats waar Hij wil wonen.
14 Hij zei: "Dit is voor altijd mijn huis. Hier ga Ik wonen. Jeruzalem heb Ik uitgekozen.
15 Ik zal goed zijn voor de stad: er zal altijd meer dan genoeg eten zijn. De arme mensen zullen zoveel kunnen eten als ze willen.
16 Ook zal Ik heel erg goed zijn voor de priesters. Iedereen die van Jeruzalem houdt, zal vrolijk en blij zijn.
17 Ik zal David machtig maken. Altijd zal een zoon uit zijn familie koning zijn.
18 Zijn vijanden zal Ik voor schut zetten, maar hijzelf zal heersen met pracht en praal."


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands