Clicky



 

Openbaring 15


Het lied van Mozes en het lied van het Lam
1 En ik zag nog iets heel bijzonders in de hemel dat veel indruk op mij maakte. Ik zag zeven engelen die de laatste zeven rampen brachten. Daarmee zou Gods straf afgelopen zijn.
2 En ik zag iets wat leek op een zee van glas dat gemengd was met vuur. Op die glazen zee stonden de mensen die het beest, zijn beeld en het getal van zijn naam overwonnen hadden. Ze hadden allemaal een harp van God gekregen.
3 En ze zongen het lied van Gods dienaar Mozes (Dat was een lied van overwinning. Mozes leerde dat lied aan de Isra�lieten toen ze door de Rietzee waren getrokken en de Egyptenaren verdronken waren. In het lied werd Gods macht geprezen. Lees Exodus 15.) en het lied van het Lam (Hiermee zou Johannes 17 bedoeld kunnen zijn. Dat is niet alleen een gebed, maar ook een lofprijs van Gods wonderlijke daden. Johannes, die dit bijbelboek geschreven heeft, was erbij toen Jezus deze woorden sprak.). Ze zongen: "Almachtige Heer God, wat U doet is geweldig en wonderlijk. Alles wat U doet, is rechtvaardig en goed, Koning van de gelovigen!
4 Iedereen moet ontzag voor U hebben. Iedereen moet U eren en uw naam prijzen. Want alleen U bent heilig! Alle volken zullen komen en zich in aanbidding voor U op de grond laten vallen, omdat ze hebben gezien dat U rechtvaardig rechtspreekt."

De derde ramp: de zeven engelen met de zeven schalen met de straf van God
5 Daarna zag ik het heiligdom in de hemel, het heiligdom met de tent van het verbond.
6 Het heiligdom ging open en de zeven engelen die de zeven rampen hadden, kwamen naar buiten. Ze hadden schone, stralend witte, linnen kleren aan. Om hun borst was een gouden band.
7 E�n van de vier wezens gaf aan elk van de zeven engelen een gouden schaal. Elke schaal was vol met de straf van God die eeuwig leeft.
8 En de tempel raakte vol met rook, door de macht en majesteit van God en de kracht van God. Niemand kon het heiligdom binnengaan v��rdat de zeven rampen van de zeven engelen voorbij zouden zijn. (lees verder)


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands