Clicky



 

Genesis 36


De familie van Ezau
1 Dit is de familie van Ezau. (Ezau werd ook Edom genoemd.)
2 Ezau trouwde met vrouwen uit Kana�n. Dat waren Ada, de dochter van de Hetiet Elon, en Oholibama, de dochter van Ana, die een dochter was van de Heviet Zibeon,
3 en Basmat, de dochter van Isma�l. Basmat was een zus van Nebajot.
4 Ada kreeg een zoon: Elifaz. Basmat kreeg ook een zoon: Rehu�l.
5 Oholibama kreeg drie zonen: Jehus, Ja�lam en Korach. Dit waren de zonen die Ezau in Kana�n kreeg.
6 En Ezau vertrok met zijn vrouwen, zijn zonen, zijn dochters en al zijn mensen, al zijn vee, al zijn dieren en alles wat hij in Kana�n had gekregen. Hij ging weg bij zijn broer Jakob en vertrok naar een ander land.
7 Want ze hadden te veel vee om bij elkaar te kunnen wonen. Hun kudden waren z� groot, dat er in het land waar ze rondtrokken niet genoeg gras was voor alle dieren.
8 Daarom ging Ezau in de bergen van Se�r wonen. Ezau wordt ook Edom genoemd.
9 Dit is de familie van Ezau, de voorvader van de Edomieten, die in de bergen van Se�r wonen.
10 Dit zijn de zonen van Ezau: Elifaz, de zoon van zijn vrouw Ada, en Rehu�l, de zoon van zijn vrouw Basmat.
11 Elifaz kreeg zonen: Teman, Omar, Zefo, Ga�tam en Kenaz.
12 Elifaz' bijvrouw heette Timna. Zij kreeg een zoon: Amalek. Dat waren dus de kleinzonen van Ezau's vrouw Ada.
13 Rehu�l kreeg zonen: Nahat, Zera, Samma en Mizza. Dat waren dus de kleinzonen van Ezau's vrouw Basmat.
14 Ezau's vrouw Oholibama kreeg ook zonen. Zij was de dochter van Ana, die een dochter was van Zibeon. Ze kreeg drie zonen: Jehus, Ja�lam en Korach.
15 Ezau's kleinzonen werden koningen. De zonen van Ezau's oudste zoon Elifaz zijn de koningen Teman, Omar, Zefo,
16 Kenaz, Korach, Ga�tam en Amalek. Dat waren de koningen van Elifaz in het land Edom. Zij waren de kleinzonen van Ada.
17 En dit zijn de zonen van Ezau's zoon Rehu�l: de koningen Nahat, Zera, Samma en Mizza. Dat waren de koningen van Rehu�l in het land Edom. Zij waren de kleinzonen van Ezau's vrouw Basmat.
18 En dit zijn de zonen van Ezau's vrouw Oholibama: de koningen Jehus, Jalam en Korach.
19 Dat waren de zonen van Ezau's vrouw Oholibama, dochter van Ana. Dit waren de zonen van Ezau, de koningen van Edom.

De familie van Se�r
20 Dit zijn de namen van de zonen van Se�r (De Horieten woonden daar al in de tijd van Abraham, dus lang voordat Ezau kwam. Het land heette toen Se�r, naar hun voorvader. Later werd het Edom genoemd, naar Ezau. Van hem stammen de Edomieten af.) die in dat land woonden: Lotan, Sobal, Zibeon, Ana, Dison, Ezer en Disan.
21 Zij waren de koningen van de Horieten die in Edom woonden.
22 De zonen van Lotan waren: Hori en Hemam, en de zus van Lotan was Timna.
23 De zonen van Sobal waren: Alvan, Manahat, Ebal, Sefo en Onam.
24 De zonen van Zibeon waren: Aja en Ana. Dit is de Ana die de muilezels (Volgens sommige vertalingen vond Ana geen muilezels, maar heetwaterbronnen.) in de woestijn vond toen hij de ezels van zijn vader Zibeon aan het hoeden was.
25 De kinderen van Ana waren: zijn zoon Dison en zijn dochter Oholibama.
26 De zonen van Dison waren: Hemdan, Esban, Jitran en Keran.
27 De zonen van Ezer waren: Bilhan, Za�van, en Akan.
28 De zonen van Disan waren: Uz en Aran.
29 Dus dit zijn de koningen van de Horieten in het land Se�r: Lotan, Sobal, Zibeon, Ana,
30 Dison, Ezer en Disan.

De koningen van Edom
31 En dit zijn de koningen die over het land Edom (Zo was het land Se�r gaan heten sinds Ezau er met zijn familie was gaan wonen. Het eerste deel van de lijst bestaat uit stamhoofden die niet van Ezau afstammen. Pas vanaf vers 40 zijn het stamhoofden uit de familie van Ezau.) regeerden lang voordat de Isra�lieten een koning hadden.
32 In Edom regeerde eerst Bela, de zoon van Beor. Hij woonde in de stad Dinhaba.
33 Toen Bela stierf, werd in zijn plaats Jobab koning, de zoon van Zera uit Bozra.
34 Toen Jobab stierf, werd in zijn plaats Husam koning, uit het land van de Temanieten.
35 Toen Husam stierf, werd in zijn plaats Hadad koning, de zoon van Bedad, die Midian versloeg in de vlakte van Moab. Hij woonde in de stad Avit.
36 Toen Hadad stierf, werd in zijn plaats Samla koning, uit Masreka.
37 Toen Samla stierf, werd in zijn plaats Saul koning, uit Rehobot aan de rivier.
38 Toen Saul stierf, werd in zijn plaats Ba�lhanan koning, de zoon van Achbor.
39 Toen Ba�lhanan, de zoon van Achbor, stierf, werd in zijn plaats Hadar koning. Hij woonde in de stad Pahu. Zijn vrouw heette Mehetabe�l, de dochter van Matred, die een dochter was van Mezahab.
40 En dit zijn de namen van de koningen van Ezau. Hun stammen en de plaatsen waar ze woonden werden naar hen genoemd: Timna, Alva, Jetet,
41 Oholibama, Ela, Pinon,
42 Kenaz, Teman, Mibzar, Magdi�l en Iram.
43 Dit waren de koningen van Edom (Edom is Ezau, de voorvader van de Edomieten) met hun woonplaatsen in het land waar ze woonden.


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands