9 januari


De ultieme test van Abrahams geloof

Terwijl Ismaël uitgroeit tot een volwassen man, groeit zijn jongere halfbroer Isaäk uit tot een gezonde jonge knul die ongetwijfeld een bron van enorme vreugde voor Abraham en Sara is. Maar net als zoveel andere mannen en vrouwen met een sterk geloof zware beproevingen te doorstaan hebben, heeft ook Abraham zware beproevingen te doorstaan – en het leven van zijn zoon Isaäk zal ervan afhangen. Is het mogelijk dat Abrahams vertrouwen sinds de geboorte van Isaäk nu op Isaäk zelf is gesteld in plaats van op Gods beloften? God daagt Abraham uit door hem te gebieden Isaäk te offeren!
Ook al zijn mensenoffers niet ongebruikelijk onder de Kanaänieten en Chaldeeën in de omliggende streken, toch moet dit verzoek van God het fundament van Abrahams geloof hebben doen schudden. Het leidt er niet alleen toe dat Abraham gaat nadenken over Gods rechtschapenheid, maar nog belangrijker, het bedreigt ook de vervulling van Gods belofte om via de nakomelingen van Isaäk een heel volk voort te brengen. Hoe kan Abraham in een dergelijk dilemma zijn geloof met deze zaak verenigen? Hoe moet hij hierop reageren?

Gen. 22:1,2 - Berséba
ABRAHAM MOET ISAAK OFFEREN. Enige tijd later stelde God Abrahams geloof en gehoorzaamheid op de proef. "Abraham!" riep God.
"Ja HERE, hier ben ik", antwoordde Abraham.
"Neem uw enige zoon, Isaäk, van wie u zoveel houdt. Ga naar het land Moria en offer hem daar als een brandoffer aan Mij. De plaats waar u dat moet doen, zal Ik u wel wijzen."

Gen. 22:3-8 - Omgeving van Moria
ABRAHAM REAGEERT. De volgende morgen hakte Abraham hout voor onder het brandoffer en zadelde zijn ezel. Samen met Isaäk en twee jonge dienaren ging hij op weg naar de plaats, die God had genoemd. Na drie dagen reizen zag Abraham in de verte de plaats, die God hem had gezegd. "Jullie blijven hier bij de ezel", beval hij de twee dienaren, "ik en de jongen gaan daarheen om te aanbidden. Daarna komen wij hier terug."
Abraham liet Isaäk het hout voor het offervuur dragen en nam zelf het mes en het vuur. Zo liepen zij samen verder. "Vader", vroeg Isaäk, "we hebben hout en het vuur, maar waar is het lam, dat wij moeten offeren?"
"God zal Zelf voor een offerlam zorgen, jongen", antwoordde Abraham. En weer gingen zij samen verder.

Gen. 22:9-14
GOD BIEDT VERVANGENDE RAM. Toen zij aankwamen op de plaats, die God Abraham had aangewezen, bouwde Abraham een altaar en stapelde het hout erop, klaar om aan te steken. Toen bond hij Isaäk vast en legde hem op het altaar. Hij pakte het mes en hief zijn arm op voor de dodelijke steek. Op dat moment riep de Engel van de HERE uit de hemel: "Abraham, Abraham!"
"Ik luister", antwoordde Abraham.
"Leg het mes maar weg en laat de jongen ongemoeid", zei de Engel. "Ik weet nu dat God de belangrijkste is in uw leven. Zelfs uw eigen zoon, uw enige, van wie u zoveel houdt, wilde u Mij geven."
Abraham keek rond en zag vlakbij een ram, die met zijn horens in de struiken vastzat. In plaats van zijn zoon offerde hij die ram als een brandoffer op het altaar. Abraham noemde die plaats 'De HERE voorziet erin'. Daarom wordt ook nu nog gezegd: "Op de berg van de HERE zal Hij voorzien."

Gen. 22:15-19 - Berséba
BELOFTE VAN ZEGEN. Toen sprak de Engel van de HERE opnieuw tegen Abraham vanuit de hemel. "Ik, de HERE, heb Mijzelf gezworen dat Ik u en uw nageslacht rijk zal zegenen, omdat u Mij hebt gehoorzaamd en Mij zelfs uw enige zoon wilde geven. Uw nakomelingen zullen net zo talrijk zijn als de sterren aan de hemel en het zand langs de zee. Zij zullen hun vijanden overwinnen en een zegen zijn voor alle volken van de wereld en dat alles, omdat u Mij hebt gehoorzaamd."
Abraham en Isaäk keerden terug naar de plaats waar zij de twee dienaren hadden achtergelaten en gingen samen terug naar Berséba, hun woonplaats.

Abrahams gevoelens over deze ervaring moeten wel onbeschrijflijk zijn geweest. En toch geloofde hij overduidelijk dat God Isaäk uit de dood zou opwekken, als dat nodig mocht zijn om Zijn belofte na te komen. Te midden van zijn persoonlijke worsteling om Gods uitzonderlijke verzoek in te willigen was het voor Abraham onmogelijk om te weten dat God niet meer van hem vroeg dan wat God in de toekomst van Zichzelf zou vragen. Wanneer Abrahams uiteindelijke erfgenaam (Jezus) op het toneel van de geschiedenis verschijnt, zal de profetische aard van Isaäks offergave herhaald worden. Dit zal gebeuren op een manier die veel lijkt op en een opmerkelijke parallelle betekenis heeft met wat hier gebeurt.

Nieuws over Nahors familie

Enige tijd na Abrahams terugkeer naar Berséba van zijn korte tocht naar het land van Moria met Isaäk, ontvangt Abraham nieuws over zijn broer Nahor. Die heeft Abraham niet meer gezien heeft sinds hij zo'n 40 jaar geleden Ur van de Chaldeeën verliet. Het goede nieuws is dat Nahor nu acht kinderen heeft van zijn vrouw en vier van zijn bijvrouw. Het historische belang van de familie van Nahor kan gevonden worden in Nahors jongste zoon, Bethuël, en nog meer in Bethuëls dochter Rebekka, die spoedig een belangrijk figuur in Adams eigen familielijn zal worden.

Gen. 22:20-24
NIEUWS VAN NAHOR. Enige tijd later kreeg Abraham bericht dat Milka, de vrouw van zijn broer Nahor, haar man acht zonen had gegeven. Uz, de oudste, Buz, de op één na oudste, Kemuël (de vader van Aram), Chesed, Hazo, Pildas, Jidlaf en Bethuël (de vader van Rebekka). Nahor kreeg ook nog vier zonen van zijn bijvrouw Reüma: Tebah, Gaham, Tahas en Maächa.

Sara's dood en begrafenis

De jaren zijn vervlogen en Abraham is nu 137 jaar oud. Isaäk, een eeuw jonger dan zijn vader, is nog relatief jong op 37-jarige leeftijd. Sara, de enige vrouw in de hele Schrift waarvan de leeftijd wordt genoemd, is nu 127 jaar oud. Genesis verslaat nu heel abrupt Sara's dood in de regio van Hebron in het land van Kanaän, waar Abraham ergens in de afgelopen 40 jaar naar is teruggekeerd.
Het feit dat de Schrift stilstaat bij de rouw van Abraham over het verlies van zijn geliefde metgezel is een roerend eerbetoon aan deze vrouw van het geloof, die de moeder van een groot volk zou worden. Maar onze nieuwsgierigheid wordt gewekt door de aandacht die de tekst besteedt aan een transactie tussen Abraham en een man genaamd Efron, die een grot bezit die Abraham graag wil kopen als begraafplaats voor Sara's stoffelijke resten. De transactie is een interessant voorbeeld van de oosterse onderhandelingswijze, waarin een schijnbaar aanbod van een geschenk niets meer is dan het op subtiele wijze vaststellen van een prijs. Maar het ware belang van dit verslag zit wellicht in het aanvullende bewijs voor Abrahams geloof dat God dit land ooit aan Abrahams nakomelingen zal geven. Het lijkt wel alsof Abraham een garantie wil hebben dat hij en Sara, zelfs in de dood, deel zullen uitmaken van dit beloofde land.

Gen. 23:1,2 (ca. 2029 v.C.)
ABRAHAM ROUWT OVER SARA'S DOOD. Sara werd 127 jaar en stierf in Hebron in het land Kanaän. Abraham rouwde om haar en huilde bij haar lichaam.

Gen. 23:3-18
GROT GEKOCHT ALS TOMBE. Daarna ging hij naar de Hethieten en vroeg hun: "Ik ben een vreemdeling in dit land, daarom wil ik graag een stuk grond hebben om mijn vrouw te begraven. Wilt u mij een stuk land verkopen?"
"Maar natuurlijk", reageerden de mannen, "u bent immers een prins van God, die bij ons woont. Het is een eer als u een keus wilt maken uit onze begraafplaatsen om daar uw vrouw te begraven."
Na die woorden stond Abraham op, boog voor de mannen en zei: "Als u er zo over denkt, wilt u dan aan Efron, de zoon van Zohar, vragen of hij mij de grot van Machpéla wil verkopen? Die ligt aan het einde van zijn grondgebied. Ik zal de prijs betalen, die u bepaalt. De grot zal dan voortaan mijn familiegraf zijn."
Efron zat tussen de andere mannen en stond nu op om Abraham te antwoorden. Iedereen luisterde aandachtig. "Meneer", zei hij, "luister. Ik zal u de grot en de bijbehorende grond helemaal voor niets geven. Iedereen hier is mijn getuige: u krijgt het gratis. Ga uw gang en begraaf uw dode."
Abraham boog opnieuw voor de mannen en antwoordde Efron: "Nee, ik wil het stuk grond van u kopen. Laat mij de volle prijs betalen, daarna zal ik mijn dode gaan begraven!"
"Nou ja", zei Efron, "het is 400 zilverstukken waard, maar wat is zo'n bedrag onder vrienden? Laat toch zitten en ga uw dode begraven!"
Maar Abraham betaalde Efron 400 zilverstukken, in gangbare munt. Zo werd hij eigenaar van Efrons veld in Machpéla, vlakbij Mamre, met de grot en alle bomen die er omheen stonden. Dit alles werd zijn eigendom volgens de overeenkomst die in het bijzijn van de Hethieten, die bij de stadspoort zaten, werd gesloten.

Gen. 23:19,20
SARA BEGRAVEN. Daarna begroef Abraham zijn vrouw Sara in de grot op het veld van Machpéla, die hij als begraafplaats had gekocht van de Hethieten.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- januari



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen