Clicky



 

Zacharia 7


Gods antwoord op de vraag van de bewoners van Bet-El
1 Toen Darius vier jaar koning was, op de vierde dag van de negende maand (dat is de maand Kisleu), sprak de Heer tegen Zacharia.
2 Dat was toen Sareser en Regem-Melech met zijn mannen vanuit Bet-El (Bet-El lag in het noordelijke koninkrijk Isra�l, dat al veroverd en verwoest was door Assur. In Bet-El aanbaden de mensen al heel lang niet meer God, maar een gouden kalf. De eerste koning van het koninkrijk Isra�l had twee plaatsen aangewezen voor de aanbidding van afgoden. Dat deed hij omdat hij niet wilde dat de mensen nog naar Jeruzalem zouden gaan met hun offers voor de Heer. (Jeruzalem lag namelijk in het koninkrijk Juda). In beide plaatsen liet hij een gouden kalf neerzetten. Die moesten voortaan aanbeden worden. De ene plaats was Bet-El, de andere Dan. Lees 1 Koningen 12:26-32. Het is dus waarschijnlijk maar een smoes van deze twee mannen dat ze offers aan de Heer komen brengen. Sareser en Rechem-Meleg zijn geen Joodse namen. Het zijn waarschijnlijk namen van functies bij de koning van Assur.) naar Jeruzalem waren gestuurd om offers aan de Heer te brengen.
3 Ze kwamen naar de tempel van de Heer van de hemelse legers. Daar gingen ze ook aan de priesters en de profeten vragen: "Al jarenlang treuren we in de vijfde maand en eten we niet. Moeten we daarmee doorgaan nu Jeruzalem weer herbouwd wordt?" .
4 Toen zei de Heer van de hemelse legers tegen mij:
5 "Zeg tegen alle mensen en tegen de priesters: Jullie hebben 70 jaar lang in de vijfde maand en de zevende maand getreurd en niet gegeten. (In de vijfde maand treurden de Judee�rs over de verwoesting van Jeruzalem. In de zevende maand over de dood van de bestuurder Gedalja. Lees 2 Koningen 25:22-26.) Maar hebben jullie dat wel echt voor M�j gedaan?
6 Wanneer jullie w�l aten en dronken, deden jullie dat toch ook voor jezelf?
7 Vroeger heb Ik al door mijn profeten tegen jullie ouders gesproken. Dat was toen Jeruzalem en de andere steden nog vredig en bewoond waren. Ook het gebied in het zuiden en de vlakte waren toen nog bewoond. Zou het niet beter zijn als jullie eindelijk eens iets deden met wat de profeten gezegd hebben? .
8 Zacharia, zeg tegen hen:
9 Dit zei de Heer in die tijd: 'Spreek eerlijk recht. Wees goed en vriendelijk voor elkaar.
10 Wees niet slecht voor de weduwen en weeskinderen, voor de buitenlanders en de arme mensen. Denk geen kwaad van elkaar.'
11 Maar jullie ouders weigerden te luisteren. Ze draaiden zich om, en stopten hun vingers in hun oren om het niet te hoeven horen.
12 Hun hart was zo hard als diamant. Ze weigerden te luisteren naar wat Ik zei door mijn Geest, door de profeten van vroeger. Daarom werd Ik woedend op hen, zegt de Heer van de hemelse legers.
13 Eerst riep Ik hen, maar ze wilden niet luisteren. Daarom heb Ik niet willen luisteren toen zij M�j riepen, zegt de Heer van de hemelse legers.
14 Maar Ik heb hen als een stormwind weggejaagd naar verre volken die zij niet kenden. Achter hen werd hun land verwoest, zodat er niemand meer wilde komen. Zo is het hun eigen schuld dat dat prachtige land in een wildernis is veranderd."


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands