Clicky



 

1 Koningen 9


De Heer komt voor de tweede keer naar Salomo toe
1 Salomo was klaar met het bouwen van de tempel voor de Heer. Ook het paleis voor hemzelf was klaar. Alles wat hij wilde maken, was af.
2 Toen kwam de Heer voor de tweede keer naar Salomo toe, net zoals Hij in Gibeon naar hem toe gekomen was. (Lees 1 Koningen 3:3-14.)
3 Hij zei tegen hem: "Ik heb je gebed gehoord. Deze tempel die jij hebt gebouwd, zal voortaan van Mij zijn. Ik zal daar voor altijd wonen. Ik zal daar altijd zijn.
4 Wat jou betreft: als jij Mij net zo trouw volgt en gehoorzaamt als je vader David deed, en jij je aan al mijn wetten en leefregels houdt,
5 dan zal Ik ervoor zorgen dat altijd ��n van jouw zonen koning van Isra�l zal zijn. Want dat heb Ik aan je vader David beloofd. Ik heb tegen hem gezegd: 'Altijd zal ��n van jouw zonen koning van Isra�l zijn.'
6 Maar als jij en je zonen Mij verlaten en Mij niet meer volgen, en jullie je niet meer aan mijn wetten en leefregels houden, maar andere goden gaan aanbidden en dienen,
7 dan zal Ik Isra�l wegvegen uit het land dat Ik hun heb gegeven. En Ik zal mijn tempel, de plaats waar Ik woon, verlaten. En de andere volken zullen Isra�l bespotten als ze zien hoe slecht het met Isra�l is afgelopen.
8 Deze prachtige tempel zal dan een puinhoop worden. Iedereen die er langs loopt, zal geschokt zijn en vragen: 'Waarom heeft de Heer dit gedaan met dit land en deze tempel?'
9 Dan zullen de mensen antwoorden: 'Omdat ze hun Heer God die hun voorouders uit Egypte had bevrijd, verlaten hebben. Ze zijn andere goden gaan dienen. Daarom heeft de Heer hen zo zwaar gestraft.' "

Salomo en de steden voor koning Hiram
10 Salomo deed 20 jaar over het bouwen van de tempel en het paleis.
11 Koning Hiram van Tyrus had Salomo al het cederhout en cipressenhout geleverd, en net zoveel goud als Salomo maar wilde. Toen alles af was, gaf Salomo als dank aan Hiram 20 steden in de streek Galilea.
12 Maar toen Hiram de steden kwam bekijken die Salomo hem gegeven had, was hij er niet tevreden over.
13 Hij zei: "Vriend, wat heb je me nu voor waardeloze steden gegeven?" En hij noemde de streek met die steden Kabul (= 'Waardeloos Land'). Zo heet het daar nu nog steeds.
14 Koning Hiram had koning Salomo 120 talenten goud (3600 kilo) geleverd.

Wat Salomo nog meer liet bouwen
15 Koning Salomo liet alles door onbetaalde arbeiders bouwen. Zo bouwde hij de tempel van de Heer, zijn paleis, de Millo-burcht, de muur van Jeruzalem en de steden Hazor, Megiddo en Gezer.
16 (De koning van Egypte had met zijn leger Gezer veroverd en in brand gestoken. Dat was een stad van de Kana�nieten. Hij had alle bewoners gedood. Daarna had hij de stad als bruidsschat aan zijn dochter gegeven toen ze met koning Salomo trouwde.)
17 Salomo herbouwde Gezer. Verder bouwde hij muren rond Laag-Bet-Horon,
18 Ba�lat en Tamar in de woestijn.
19 Verder bouwde hij steden waar hij voorraden kon bewaren en waar hij strijdwagens en paarden kon stallen. Hij bouwde wat hij maar wilde in Jeruzalem, op de Libanon en in zijn hele land.
20 Alle mannen die geen Isra�liet waren, maar die waren overgebleven van de Amorieten, Hetieten, Perezieten, Hevieten en Jebusieten,
21 liet Salomo in de arbeidsdienst werken om dit allemaal te bouwen. Zij waren in het land overgebleven doordat de Isra�lieten hen niet hadden kunnen doden of wegjagen toen het volk Isra�l het land Kana�n veroverde. Hen liet hij als slaven werken, en dat is nu nog steeds zo. (Dit 'nu' is de tijd dat dit bijbelboek werd geschreven.)
22 Maar de Isra�lieten maakte hij niet tot slaven. Zij waren zijn soldaten, dienaren in het paleis, leiders, aanvoerders en hoofdmannen van zijn wagens en ruiters.
23 Er waren 550 hoofdopzichters die toezicht hielden op Salomo's werk. Zij gaven leiding aan de onderopzichters van de arbeiders. .
24 De dochter van de Farao verhuisde van de 'Stad van David' naar het paleis dat Salomo voor haar had gebouwd. Daarna begon Salomo aan de bouw van de Millo-burcht.
25 Toen de tempel van de Heer af was, bracht Salomo drie keer per jaar (Er waren per jaar drie grote feesten voor de Heer: het Paasfeest met direct daarna het Feest van de Ongegiste Broden, verder het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest.) brand-offers en dank-offers op het altaar dat hij voor de Heer had gebouwd. Ook bracht hij wierook-offers.

Salomo's vloot
26 Aan de Rietzee, in Ezeon-Geber bij Elot in het land Edom, liet koning Salomo een vloot bouwen.
27 Koning Hiram stuurde ervaren zeelui uit zijn eigen land als bemanning voor die vloot. Zij zouden met de zeelui van Salomo meegaan.
28 Deze schepen voeren naar Ofir en brachten vandaar 420 talenten goud (12.600 kilo) mee voor koning Salomo.


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands