12 november


Uiteenzetting over toekomstige gebeurtenissen

Aan het einde van dit beschuldigende betoog verlaten Jezus en Zijn discipelen de tempel. Wanneer een van de discipelen een opmerking maakt over de pracht van de tempel en zijn stenen, stelt Jezus heel cryptisch dat er een tijd zal komen waarin de tempel vernietigd zal worden. Jezus en Zijn discipelen trekken vervolgens naar de Olijfberg, even buiten de stad. Petrus, Andreas, Jakobus en Johannes spreken met Jezus; zij willen meer weten over de vernietiging van de tempel, de tekenen van Zijn komst en het einde der tijden. Vanuit hun Joodse apocalyptische perspectief verwachten zij dat de eindtijd zal samenvallen met Jezus' aanstaande politieke heerschappij. Maar zelfs nu hebben zij een verkeerd beeld van de aard van het koninkrijk. Net als zovele profetieën geeft het antwoord van Jezus aanleiding tot talrijke discussies.
Er bestaat een algemene consensus over de verwijzing van Jezus naar de vernietiging van de tempel. Terugkijkend weten wij nu dat de Romeinen slechts veertig jaar later, in 70 na Christus, Jeruzalem zullen belegeren en de tempel zullen leegroven en vernietigen. De meeste mensen zijn het erover eens dat Jezus gebeurtenissen beschrijft die aan deze vernietiging voorafgaan. Sommigen zijn van mening dat de volledige uiteenzetting van Jezus betrekking heeft op de vernietiging van Jeruzalem door de Romeinen, terwijl anderen hierin toegevoegde apocalyptische profetieën lezen over toekomstige gebeurtenissen. Weer anderen zien het als één enkele profetie met een dubbele betekenis.
Om de noodzaak van waakzaamheid, trouw en geestelijke gereedheid te benadrukken, zal Jezus Zijn profetieën afsluiten met twee gelijkenissen en een beschrijving van het laatste oordeel.

Mat. 24:1,2, Mar. 13:1,2, Luk. 21:5,6 - Verlaten van de tempel (dinsdag)
TEMPEL ZAL VERNIETIGD WORDEN. Toen Jezus de tempel verliet, zei één van Zijn discipelen tegen Hem: "Kijk eens, Meester! Wat een gebouw en wat een stenen!"
Jezus antwoordde: "Die grote gebouwen? Zij zullen met de grond gelijk worden gemaakt; er zal geen steen op de andere blijven."

Mat. 24:3, Mar. 13:3,4, Luk. 21:7 - Olijfberg (dinsdag)
DISCIPELEN STELLEN VRAGEN. Mk Hij ging tegenover de tempel op de helling van de Olijfberg zitten. Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas kwamen met z'n vieren bij Hem en vroegen: "Wanneer zal gebeuren wat U daarnet over de tempel hebt gezegd? En hoe kunnen wij weten dat het zover is?" Mt "Waaruit kunnen wij opmaken dat U terugkomt en dat deze tijd naar zijn einde loopt?"

Mat. 24:4-35, Mar. 13:5-31, Luk. 21:8-33
JEZUS BESCHRIJFT TEKENEN. Mt "Laat je door niemand iets wijsmaken", antwoordde Jezus. "Want er zullen velen komen die beweren dat zij de Christus zijn. Zij zullen vele mensen op het verkeerde spoor brengen. Wanneer jullie allerlei berichten over oorlog horen, maak je dan niet ongerust. Er moeten wel oorlogen komen, maar die wijzen er niet op dat het einde er al is. Over de hele wereld zullen volken tegen elkaar worden opgehitst. Er zullen hongersnoden en aardbevingen zijn. Nu hier, dan daar. Maar dat is allemaal nog slechts het begin van de ellende. Mk En wat jullie zelf betreft, wees op je hoede! Omdat jullie bij Mij horen, zul je voor het gerecht worden gesleept. In de synagogen zul je harde klappen krijgen. Jullie zullen zelfs voor koningen en presidenten moeten verschijnen. Dat zijn allemaal kansen om over Mij te vertellen. Want voordat het einde komt, moeten eerst alle volken van de wereld het goede nieuws van God horen. Maar als je voor het gerecht wordt gebracht, maak je dan geen zorgen over wat je moet zeggen. Zeg wat je op dat moment wordt ingegeven. Je hoeft zelf niet te spreken. De Heilige Geest zal het doen.
Er zullen mensen zijn die hun broer de dood injagen door hem te verraden. Vaders zullen hetzelfde doen met hun kinderen. En kinderen zullen tegen hun ouders in opstand komen en hen vermoorden. Mt Het kwaad zal hand over hand toenemen, zodat de liefde van de meeste mensen zal verkoelen. Mk Iedereen zal jullie haten, omdat je bij Mij hoort. Maar wie Mij trouw blijft tot het allerlaatst, zal gered worden. Mt Het goede nieuws over het Koninkrijk van God zal overal ter wereld worden gebracht, zodat alle landen het zullen horen. En dan zal het einde komen.
Als jullie het afschrikwekkende in de heilige plaats zien staan, waar de profeet Daniël het over had (lees dit nog maar eens aandachtig na) en je bent in Judea, vlucht dan naar de grotten in de bergen. Zit je op dat moment op het platte dak van je huis, ga dan niet naar binnen om nog iets uit huis mee te nemen. En als je buiten in het veld bent, kom dan niet terug om thuis nog wat kleren op te halen. Lk En als je ziet dat Jeruzalem wordt belegerd, is dat het teken dat de verwoesting van de stad nadert. Laten de mensen die dan in Judea zijn, naar de bergen vluchten. En wie op het platteland zijn, moeten niet naar de stad gaan. Want in die dagen zal God Zijn oordeel voltrekken. De woorden van de profeten zullen dan in vervulling gaan. Mt Het wordt een vreselijke tijd voor vrouwen die in verwachting zijn of een baby hebben. Bid dat je niet in de winter zult moeten vluchten of op een sabbat. Want er zal een onderdrukking zijn zoals de wereld nog nooit heeft gekend en zoals ook nooit meer zal terugkomen. Lk Er zal een diepe ellende over dit land komen. God zal Zijn toorn op dit volk koelen. De mensen zullen afgeslacht of als krijgsgevangenen over de hele wereld verstrooid worden. Vreemde volken zullen Jeruzalem overwinnen en vertrappen tot aan hun tijd een einde komt en Gods nieuwe wereld begint. Mt Als die tijd niet wordt ingekort, zal iedereen omkomen. Maar die tijd zal worden ingekort terwille van hen die bij God horen. Als iemand dan aankomt met het verhaal dat de Christus hier is of daar, geloof hem niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten komen. Die zullen opzienbarende wonderen doen om, zo mogelijk, zelfs de mensen die bij God horen op het verkeerde spoor te brengen. Wees dus op je hoede. Ik heb je gewaarschuwd.
Als iemand je komt vertellen dat de Christus is teruggekomen en dat hij in de woestijn is, trek je er niets van aan en ga niet kijken. Als iemand zegt dat de Christus zich ergens verborgen houdt, geloof hem niet. Want zoals de bliksem van oost naar west langs de hemel schiet, zo zal het zijn als Ik terugkom. Waar het lijk ligt, daar komen de gieren.
Onmiddellijk na die dagen van terreur en ellende

  zal de zon worden verduisterd
  en de maan niet meer schijnen.
  Het zal net zijn of de sterren uit de hemel vallen.
  De machten van het heelal zullen door elkaar worden geschud.

Daarna zal het laatste teken van mijn komst aan de hemel te zien zijn. Heel de wereld zal jammeren en klagen. Iedereen zal Mij zien komen in de wolken aan de hemel, met grote macht en majesteit. Ik zal mijn engelen er met luid trompetgeschal op uitsturen. Ze zullen de mensen die bij Mij horen, verzamelen van de verste uithoeken van de hemel en de aarde. Lk Er zullen vreemde verschijnselen in het heelal zijn: waarschuwingen en tekenen van de zon, maan en sterren. De volken op aarde zullen in paniek raken. Ze zullen helemaal overstuur raken door het gebulder van de zee en de branding. De mensen zullen het besterven van angst, omdat ze denken dat de wereld vergaat. Want de krachten van het heelal zullen uit hun balans raken. En dan, dan zullen zij Mij zien komen in een wolk, met macht en schitterende majesteit. Dus als deze dingen beginnen, ga dan rechtop staan en kijk omhoog! Want je verlossing is niet ver meer!" Mt Ik zal het jullie duidelijk maken met een voorbeeld. Wanneer de takken van de vijgeboom zacht worden en er knoppen en blaadjes uit komen, komt de zomer eraan. Zo is het ook wanneer jullie al deze dingen zien gebeuren. Dat is het teken dat Ik bijna terugkom. Als deze dingen gebeuren, is het einde van de tijd gekomen. De hemel en de aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden zeker niet.

Mat. 24:36-44, Mar. 13:32,33
EXACTE MOMENT ONBEKEND. Maar wanneer dat allemaal zal gebeuren, op welke dag en welk uur, weet niemand. Ook de engelen in de hemel weten het niet. Alleen de Vader weet het. Als Ik terug kom, zal het net zo zijn als in de tijd van Noach. In die tijd voor de grote vloed ging alles gewoon door. Men at, dronk en trouwde tot het moment dat Noach de ark inging. De mensen merkten niets tot de grote vloed kwam en hen allen wegnam. Als Ik kom, zal het net zo gaan. Dan zullen twee mannen samen op het veld werken. De een zal worden meegenomen, de ander achterblijven. Twee vrouwen zullen bezig zijn koren te malen. De een zal worden meegenomen, de ander achterblijven.
Wees er dus altijd klaar voor, want je weet niet wanneer Ik kom. Door op wacht te staan, kan iemand voorkomen dat dieven in zijn huis inbreken. Zo kunnen ook jullie moeilijkheden vermijden, door altijd klaar te zijn voor mijn onverwachte terugkeer.

Mat. 24:45-51, Mar. 13:34-37, Luk. 21:34-36
JEZUS SPOORT AAN TOT WAAKZAAMHEID. Lk Pas op! Laat je niet door mijn plotselinge komst overrompelen; laat je niet bedwelmen door allerlei uitspattingen en door te veel te drinken; laat je niet in beslag nemen door de zorgen van het leven; wees voortdurend op je hoede; bid steeds dat je veilig door de komende verschrikkingen heen zult komen en dat je daarna bij Mij mag zijn. Mk Je kunt het vergelijken met iemand die naar een ander land gaat en zijn knechten op zijn huis laat passen. Ieder van hen krijgt een taak. De portier moet op de uitkijk blijven staan. Mt Wie van jullie gedraagt zich als een trouwe en verstandige knecht? Als iemand die ervoor zorgt dat alle anderen in het huis op tijd te eten krijgen? Het is goed dat een knecht bij de thuiskomst van zijn meester met zijn werk bezig is. Zo'n knecht krijgt het beheer over al zijn bezittingen. Maar als zo iemand slecht is en bij zichzelf zegt: 'Mijn meester komt nog lang niet terug,' en hij begint de andere knechten te mishandelen en leeft er maar op los en bedrinkt zich, dan komt zijn meester op een moment dat hij hem helemaal niet verwacht. Dan zal die de slechte knecht laten folteren en naar de plaats van de huichelaars laten brengen. Daar is wroeging en verdriet. Mk Kijk dus altijd naar Mij uit, want jullie weten niet wanneer Ik kom. Het kan 's avonds zijn of midden in de nacht; of tegen de morgen als de zon al op is. Pas ervoor op dat je niet slaapt als Ik plotseling kom. Wat Ik tegen jullie zeg, zeg Ik tegen iedereen: Blijf wakker! Kijk altijd naar Mij uit!

Mat. 25:1-13
WIJZE EN DWAZE MAAGDEN. Het Koninkrijk van de hemelen kan vergeleken worden met tien bruidsmeisjes die de bruidegom tegemoet gingen. Zij namen hun olielampen mee. Vijf van hen waren zo verstandig extra olie mee te nemen, maar de andere vijf waren dom en dachten daar niet aan. Toen de bruidegom maar niet kwam opdagen, maakten de meisjes het zich gemakkelijk. Ze vielen allemaal in slaap.
Midden in de nacht schrokken ze wakker doordat er geroepen werd: 'Daar komt de bruidegom! Ga hem tegemoet!'
Alle meisjes stonden op en maakten hun olielampen in orde. De domme meisjes vroegen de anderen om wat olie, omdat hun lampen uitgingen.
Maar de verstandige meisjes antwoordden: 'Wij hebben niet genoeg voor ons allemaal. Jullie kunnen beter naar de winkel gaan en zelf olie kopen.'
Terwijl de domme meisjes vlug naar de winkel gingen, kwam de bruidegom. Hij nam de bruidsmeisjes die klaar waren mee naar de bruiloft en deed de deur dicht.
Later kwamen de domme meisjes ook, maar zij konden er niet meer in. 'Heer!' riepen ze. 'Heer, laat ons er ook in!'
De bruidegom riep terug: 'Ga weg! Ik ken jullie niet!'
Wees daarom waakzaam, want u weet niet op welk moment Ik terugkom.

Mat. 25:14-30
GELIJKENIS OVER GELDSTUKKEN. Het Koninkrijk van de hemelen is als iemand die naar het buitenland ging en zijn geld toevertrouwde aan zijn knechten. Zij moesten het beheren zolang hij weg was. Aan de ene knecht gaf hij 5000 geldstukken, aan de ander 2000 en aan de derde 1000. Hij hield rekening met wat zij konden. Daarna ging hij weg. De man die 5000 geldstukken had gekregen, begon er onmiddellijk zaken mee te doen. Hij verdiende er 5000 geldstukken bij. De man die 2000 geldstukken had gekregen, deed hetzelfde. Hij verdiende er 2000 bij. Maar de man die 1000 geldstukken had gekregen, groef een gat en stopte het geld voor alle zekerheid in de grond.
Na lange tijd kwam de heer terug. Hij riep zijn knechten bij zich om te horen wat zij met het geld hadden gedaan. De man die hij 5000 geldstukken had toevertrouwd, gaf hem er 10.000 terug. 'Meneer,' zei hij. 'Ik heb er 5000 bijverdiend.'
De heer zei: 'Je bent een goede en betrouwbare knecht. Omdat je dit kleine bedrag goed hebt beheerd, zal ik je grote verantwoordelijkheid geven. Deel in mijn vreugde!'
Daarna kwam de man die 2000 geldstukken had gekregen. 'Meneer,' zei hij tegen zijn meester, 'u hebt mij 2000 geldstukken toevertrouwd. Ik heb er nog eens zoveel bijverdiend.'
'Prima,' zei de heer, 'Je bent een goede en betrouwbare knecht. Je hebt dit kleine bedrag goed beheerd en daarom zal ik je nu veel verantwoordelijkheid geven. Ook jij mag delen in mijn vreugde.'
Tenslotte kwam de man die 1000 geldstukken had gekregen en zei: 'Meneer, ik wist dat u een hard mens bent. Ik was bang dat u mij zou afnemen wat ik had verdiend. Daarom heb ik uw geld in de grond verstopt. Hier hebt u het terug.'
De heer antwoordde: 'Je bent een slechte, luie knecht. Je wist dus dat ik je je verdienste zou afnemen. Je had het geld in ieder geval op de bank kunnen zetten. Dan had ik nog rente gekregen.
Neem deze man het geld af en geef het aan de man die 10.000 geldstukken heeft. Want wie een goed gebruik maakt van wat hij heeft, zal er nog meer bij krijgen. Meer dan overvloedig. Maar wie niets doet met wat hij heeft, zal zelfs de kleinste verantwoordelijkheid worden afgenomen. Met deze knecht valt niets te beginnen. Gooi hem buiten, in de diepste duisternis. Daar is wroeging en verdriet.'

Mat. 25:31-46
OVER HET LAATSTE OORDEEL. Wanneer Ik kom in mijn heerlijkheid met al de engelen, zal Ik op mijn schitterende troon zitten. Alle volken zullen voor Mij bijeen worden gebracht. Dan zal Ik hen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen en de bokken scheidt. De schapen zal Ik aan mijn rechterhand zetten en de bokken aan mijn linkerhand.
Dan zal Ik tegen de mensen aan mijn rechterhand zeggen: 'Kom, gezegende kinderen van mijn Vader. U mag het Koninkrijk binnengaan, dat van het begin van de wereld af voor u bestemd is. Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven. Ik was een vreemdeling en u hebt Mij in uw huis uitgenodigd. Ik had niets om aan te trekken en u hebt Mij kleren gegeven. Ik was ziek en u hebt Mij opgezocht. Ik zat in de gevangenis en u bent bij Mij geweest.'
Deze goede mensen zullen vragen: 'Here, wanneer hebben wij gezien dat U honger had en hebben wij U te eten gegeven? Of dat U dorst had en hebben wij U te drinken gegeven? Of dat U een vreemdeling was en hebben wij U geholpen? Of dat U niets had om aan te trekken en hebben wij U kleren gegeven? En wanneer was U ziek of zat U in de gevangenis en hebben wij U bezocht?'
Ik zal tegen hen zeggen: 'Toen u dit voor één van mijn minste broeders hebt gedaan, deed u het voor Mij.'
Daarna zal Ik tegen de mensen aan mijn linkerhand zeggen: 'Weg jullie, vervloekten! Naar het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn trawanten bestemd is. Want Ik had honger en u wilde Mij niet te eten geven. Ik had dorst en u wilde Mij niet te drinken geven. Ik was een vreemdeling en u wilde Mij niet in huis opnemen. Ik had niets om aan te trekken en u wilde Mij geen kleren geven. Ik was ziek en u wilde Mij niet opzoeken. Ik zat in de gevangenis en u hebt Mij aan mijn lot overgelaten.'
Dan zullen zij vragen: 'Maar Here, wanneer hebben wij dan gezien dat U honger had of dorst? Of dat U een vreemdeling was? Of dat U niets had om aan te trekken? Of dat U ziek was of in de gevangenis zat? Wanneer hebben wij U niet geholpen?'
Ik zal hun antwoorden: 'Toen u de minste van mijn broeders niet wilde helpen, wilde u Mij niet helpen.'
Die mensen gaan naar de eeuwige straf. Maar de goede en eerlijke mensen gaan naar het eeuwige leven."

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- november



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen