22 juni


Amos 7:10-13
BOZE REACTIE VAN PRIESTERS. Maar toen de priester Amazia uit Bethel de woorden van Amos hoorde, stuurde hij snel de volgende boodschap naar koning Jerobeam: "Amos is een landverrader en beraamt een aanslag op uw leven. Dat kunnen we niet toelaten. Het hele land zal in opstand komen. Want Amos zegt

  dat u zult worden gedood
  en dat het hele volk Israël als balling en slaaf
  naar een ver land zal worden weggevoerd."

Vervolgens ging Amazia naar Amos en zei: "Maak dat je hier wegkomt, profeet! Vlucht maar naar Juda en ga daar maar profeteren! Val ons hier niet lastig met je visioenen, in elk geval niet hier in de hoofdstad, waar het heiligdom van de koning staat!"

Amos 7:14-17
ANTWOORD VAN AMOS. Maar Amos antwoordde: "Ik ben niet echt één van de profeten. Ik kom ook niet uit een profetenfamilie. Ik ben gewoon een herder en fruitplukker. Maar de HERE haalde mij weg uit het herdersbestaan en zei: 'U moet gaan profeteren voor mijn volk Israël.' Luister daarom nu naar deze boodschap van de HERE aan u. U zegt:

  'Profeteer niet tegen Israël.'

Het antwoord van de HERE daarop is:

  'Vanwege uw overspel zal uw vrouw een prostituee worden in deze stad,
  zullen uw zonen en dochters worden gedood
  en zal uw land worden verdeeld.
  U zult zelf in een heidens land op onreine bodem sterven
  en de inwoners van Israël zullen zonder enige twijfel slaven in ballingschap worden,
  ver van hun vaderland."

De boosaardigheid waartegen Amos zich uitspreekt kan ook gezien worden in de politieke chaos die volgt op de dood van Jerobeam.


In Israël

2 Kon. 14:28,29a (753 v.C.)
DOOD VAN JEROBEAM II. De rest van Jerobeams levensbeschrijving -alles wat hij deed, zijn grote macht, zijn oorlogen en hoe hij voor Israël Damascus en Hamath heroverde (die door Juda waren ingenomen)- staat opgetekend in de Kronieken van de koningen van Israël. Na zijn overlijden werd Jerobeam de Tweede bij de andere koningen van Israël begraven...

2 Kon. 14:29b, 2 Kon. 15:8 - Samaria
ZACHARIA KONING VAN ISRAEL. De nieuwe koning van Israël was Zacharia, de zoon van koning Jerobeam. Zes maanden duurde zijn regering. Hij kwam aan de macht toen koning Azaria van Juda 38 jaar op de troon zat.

2 Kon. 15:9
ZACHARIA'S KARAKTER. In de ogen van de HERE was Zacharia een goddeloze koning, net als zijn voorouders. Evenals Jerobeam de Eerste, de zoon van Nebat, moedigde hij zijn onderdanen aan bij het dienen van afgoden.

2 Kon. 15:10,11 (752 v.C.)
ZACHARIA VERMOORD. Sallum, de zoon van Jabes, smeedde echter een complot tegen Zacharia, vermoordde hem voor de ogen van het volk en riep zichzelf uit tot koning. De overige gegevens van Zacharia's bewind zijn te vinden in de Kronieken van de koningen van Israël.

2 Kon. 15:12
BELOFTE AAN JEHU VERVULD. Hiermee was de uitspraak van de HERE tegenover Jehu werkelijkheid geworden: zijn zoon, kleinzoon en achterkleinzoon waren koning geworden.

2 Kon. 15:13-15 (752 v.C.)
SALLUM VERMOORD. De nieuwe koning van Israël was Sallum, de zoon van Jabes. Sallum regeerde slechts één maand. In Juda regeerde toen koning Uzzia, die aan zijn negenendertigste regeringsjaar bezig was. Eén maand nadat Sallum koning was geworden, kwam Menahem, de zoon van Gadi, vanuit Tirza naar Samaria. Hij vermoordde de koning en riep zichzelf tot nieuwe koning uit.
Verdere gegevens over koning Sallum en zijn samenzwering zijn te vinden in de Kronieken van de koningen van Israël.

2 Kon. 15:16,17 (752 v.C.)
MENAHEM KONING VAN ISRAEL. Menahem verwoestte de stad Tifsah en het omliggende gebied tot aan Tirza, want de inwoners van de stad weigerden hem als koning te erkennen. Hij doodde de hele bevolking en hakte de zwangere vrouwen in stukken.
Menahem werd de nieuwe koning van Israël. Zijn bewind in Samaria duurde tien jaar en begon toen koning Azaria van Juda al 39 jaar aan de macht was.

2 Kon. 15:18
MENAHEMS KARAKTER. Menahem was echter een goddeloze koning. Hij vereerde afgoden, net als koning Jerobeam de Eerste, die de Israëlieten had aangevoerd bij het bedrijven van de ergste zonden.


Tijdperk van Uzzia en Jotham in Juda

Koning Uzzia, ook bekend als Azaria, heeft op zijn minst al sinds 767 voor Christus met groot succes over Juda geregeerd. Maar zijn voorspoed begint hem naar het hoofd te stijgen en hij zal voor zijn arrogantie boeten met een zware ziekte. Uzzia's ziekte maakt het noodzakelijk dat er een mederegent wordt aangesteld om de dagelijkse aangelegenheden van de staat af te handelen. Uzzia's zoon Jotham krijgt die rol toegewezen en hij blijkt een goed leider te zijn. Maar hij is niet de godsdienstige man waar dit materialistische, immorele, onrechtvaardige en lakse volk behoefte aan heeft.


In Juda

2 Kon. 15:5a, 2 Kron. 26:16-21a - Jeruzalem
ZONDE OORZAAK VAN MELAATSHEID. Maar toen hij zo'n grote macht had opgebouwd, werd hij trots en dat veroorzaakte zijn ondergang. Hij zondigde tegen de HERE, zijn God, door het voor hem verboden heiligdom van de tempel binnen te gaan en daar zelf reukwerk op het altaar te verbranden. Onmiddellijk ging de hogepriester Azarja hem achterna met tachtig andere moedige priesters en verzocht hem weg te gaan. "Koning Uzzia, het is u niet toegestaan reukwerk te verbranden", verklaarden zij. "Dat is het werk van de priesters, de zonen van Aäron, die voor dat werk zijn geheiligd. Ga hier weg, want u bent in overtreding en deze daad zal de HERE u niet in dank afnemen."
Uzzia, die het reukwerkvat vasthield om reukwerk te verbranden, werd razend. Maar toen verscheen plotseling melaatsheid op zijn voorhoofd. Toen Azarja en de anderen dat zagen, brachten zij hem snel naar buiten; hij stribbelde niet meer tegen, want hij was zelf veel te erg geschrokken door deze straf van de HERE.
Koning Uzzia bleef tot zijn dood melaats en leefde in afzondering, totaal geïsoleerd van zijn volk en van de tempel.

2 Kon. 15:5b, 2 Kron. 26:21b
JOTHAM MEDEREGENT. Zijn zoon Jotham werd regent en regelde alle koninklijke aangelegenheden en het bestuur van het land.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- juni



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen