26 februari


O. Mensen die uitgesloten zijn van de congregatie

Niet alleen individuele mensen dienen zichzelf rein te houden, ook de congregatie als geheel moet smetteloos blijven. Het is een gekozen natie, een heilig volk. Daarom worden bepaalde mensen specifiek uitgesloten van de geestelijke congregatie, ook al mogen zij kennelijk wel genieten van de verbondsrelatie met God en mogen zij wel in persoonlijke aanbidding de Sabbatsvieringen in acht nemen. De uitgesloten mensen zijn onder meer mensen wiens genitaliën verminkt zijn (wellicht als reactie op de heidense zelfverminkingspraktijken) en kinderen uit bepaalde verboden relaties, zoals prostitutie en incest. Deze op het eerste gezicht zware uitsluitingen richten zich ongetwijfeld op het afkeuren en voorkomen van dergelijke praktijken.

Deut. 23:1
VERMINKTE GENITALIEN. "Als de testikels van een man zijn beschadigd of als zijn mannelijk lid is afgesneden, mag hij de eredienst van de HERE niet bijwonen."

Deut. 23:2
KINDEREN UIT VERBODEN RELATIES. "Een bastaard mag eveneens de eredienst niet bijwonen en gedurende tien generaties mogen zijn nakomelingen dat ook niet."

Deut. 23:3-6
MOABIETEN EN AMMONIETEN. "Geen enkele Ammoniet of Moabiet mag ooit aanwezig zijn bij de eredienst, zelfs niet na de tiende generatie. De reden voor dit verbod is dat deze volken u niet verwelkomden met voedsel en water, toen u vanuit Egypte hier aankwam; integendeel, zij huurden Bileam, de zoon van Beor uit Mesopotamië, om u te vervloeken. Maar de HERE, uw God, heeft niet naar Bileam geluisterd; integendeel, Hij veranderde de vloek voor u in een zegen omdat de HERE, uw God, van u houdt. U mag, zolang u leeft, nooit proberen de Ammonieten of Moabieten op welke manier dan ook te helpen."

Deut. 23:7,8
EDOMIETEN. "Maar kijk niet neer op de Edomieten en de Egyptenaren; de Edomieten zijn immers uw broeders en u hebt lange tijd onder de Egyptenaren geleefd. De achterkleinkinderen van de Egyptenaren en Edomieten, die bij u wonen, mogen het heiligdom van de HERE wel betreden."

P. De Nazireeërgelofte

Net zoals er individuen zijn die door de congregatie op een negatieve manier buitengesloten moeten worden om de algemene reinheid te behouden, zo zijn er ook individuen die in positieve zin afgezonderd worden voor het werk in de congregatie. De priesters worden naar hun afkomst gescheiden, en de profeten worden rechtstreeks door God gekozen. Maar er zijn ook mannen en vrouwen die voor bepaalde tijd een speciale roeping voelen om apart gezet of afgezonderd te worden voor een bijzondere toewijding aan God. Hoewel zij geen officiële functie vervullen, en dit normaliter doen voor hun persoonlijke geestelijke verrijking, onthouden deze mensen zich van bepaalde wereldse lusten en leggen zij zich toe op het dienen van anderen. Het is kennelijk al heel normaal onder de Israëlieten dat iemand een bijzondere gelofte kan afleggen als hij of zij een dergelijke afzonderingsperiode wil ingaan, maar deze praktijk wordt nu formeel erkend en gereguleerd. De Nazireeërgelofte verwijst in het bijzonder naar het “apart gezet zijn”. Tenminste drie belangrijke historische figuren zullen in de komende jaren deze gelofte afleggen.

Num. 6:1-4
ONTHOUDING VAN DRUIVEN. De HERE gaf Mozes ook de volgende opdrachten voor het volk Israël: "Als een man of een vrouw een Nazireeërgelofte wil afleggen en zich zo op een speciale manier aan de HERE wil toewijden, mag hij gedurende zijn speciale wijding aan de HERE geen sterke drank of wijn drinken. Zelfs jonge wijn, druivesap, druiven en rozijnen zijn verboden voor hem! Hij mag niets eten dat afkomstig is van de wijnrank, zelfs de pitten en velletjes niet."

Num. 6:5
HAAR MAG NIET GEKNIPT WORDEN. "Gedurende de hele periode van zijn Nazireeërschap mag hij zijn haar niet laten knippen, want hij is heilig en aan de HERE gewijd; daarom moet hij zijn haar laten groeien."

Num. 6:6-8
GEEN CONTACT MET DE DOOD. "Gedurende de periode van zijn wijding mag hij niet in de buurt van een dode komen, zelfs al is het zijn vader, moeder, broer of zuster. Want het Nazireeërschap van God rust op zijn hoofd en gedurende de hele periode is hij heilig voor de HERE."

Num. 6:9-12
ONVRIJWILLIG CONTACT. "Als iemand in zijn naaste omgeving plotseling sterft en hem verontreinigt, moet hij op de zevende dag zijn hoofdhaar afknippen en zo worden gereinigd van de nabijheid van de dood. De volgende dag, de achtste, moet hij twee tortelduiven of jonge duiven naar de priester brengen bij de ingang van de tabernakel. De priester zal de ene duif als zondoffer en de andere als brandoffer offeren en zo verzoening over hem doen. Die dag moet hij zijn gelofte opnieuw afleggen en zijn haar weer laten groeien. De dagen van zijn gelofte voor zijn verontreiniging tellen niet meer mee. Hij moet opnieuw beginnen met een nieuwe gelofte en een eenjarig lam als schuldoffer brengen."

Num. 6:13-21
VOLTOOIING VAN GELOFTE. "Aan het einde van zijn Nazireeërschap moet hij naar de ingang van de tabernakel gaan met de volgende offers: een eenjarig lam zonder gebreken als brandoffer, een eenjarige ooi zonder gebreken als zondoffer, een ram zonder gebreken als vrede-offer, een mand met ongezuurd brood, koeken van meelbloem met olie vermengd en ongezuurde wafels met olie bestreken, het begeleidende spijsoffer en de drankoffers.
De priester zal deze offers aan de HERE aanbieden; eerst het zondoffer en het brandoffer, dan de ram van het vrede-offer, samen met de mand met ongezuurd brood en tenslotte het spijsoffer met het drankoffer.
Dan moet de Nazireeër zijn hoofdhaar (het teken van zijn wijding aan de HERE) afknippen. Dit zal worden gedaan bij de ingang van de tabernakel, waarna het haar op het vuur onder het vrede-offer zal worden verbrand.
Nadat zijn haar is afgeknipt, zal de priester de geroosterde schouder van de ram, één van de ongezuurde koeken en één van de ongezuurde wafels nemen en deze in de handen van de man leggen. De priester zal het daarna allemaal op en neer bewegen in een offergebaar aan de HERE. Alles is heilig voor de priester, evenals de borst en de schouder, die als een beweegoffer aan de HERE zijn geofferd. Daarna mag de Nazireeër weer wijn drinken, omdat hij van zijn gelofte is ontslagen.
Dit zijn de voorschriften voor het Nazireeërschap en de offers, die hij moet brengen aan het einde van de periode van speciale wijding aan de HERE. Naast deze offers moet hij ook die offers brengen, die hij de HERE beloofde toen hij zijn gelofte aflegde."

Q. Toewijdingsgeloftes

Ook al legt een mens nooit de Nazireeërgelofte af om zichzelf te verootmoedigen, dan nog kan hij zichzelf of zijn eigendom vrijwillig aan het werk van de Heer wijden als een manier om in de bijzondere financiële behoeften van de tabernakel te voorzien. Dit wordt gedaan door middel van een soort vrijkoping, waarbij een waarde wordt toegekend aan de mens of het voorwerp dat toegewijd zal worden. Deze waarde wordt dan geschonken. De volgende regels hebben betrekking op dergelijke geloftes en gaven.

Lev. 27:1-8
SCHATTING VAN MENSEN. De HERE zei tegen Mozes: "Zeg het volk van Israël dat als iemand een speciale belofte doet om zichzelf aan de HERE te geven, hij in plaats daarvan deze betalingen kan doen: Een man in de leeftijd van 20 tot 60 jaar mag 550 gram zilver betalen; een vrouw in de leeftijd van 20 tot 60 jaar mag 330 gram zilver betalen; een jongen in de leeftijd van 5 tot 20 jaar mag 220 gram zilver betalen en een meisje van die leeftijd 110 gram zilver. Voor een jongen in de leeftijd van één maand tot vijf jaar mag 55 gram zilver worden betaald en voor een meisje van die leeftijd 33 gram zilver. Een man ouder dan 60 jaar mag 165 gram zilver betalen, een vrouw van die leeftijd 110 gram zilver. Maar als de persoon te arm is om dit bedrag te betalen, zal hij bij de priester worden gebracht. Die zal het met hem bespreken en hij zal betalen wat de priester beslist."

Lev. 27:9-13
SCHATTING VAN DIEREN. "Maar als het een dier is dat bij een gelofte aan de HERE is beloofd, moet het worden gegeven. De belofte mag niet worden veranderd; de gever mag niet van gedachten veranderen over zijn gift aan de HERE, noch een goed dier ruilen voor een slecht of een slecht dier voor een goed; als hij dat toch doet, zullen beide giften aan de HERE toebehoren! Maar als het dier dat aan de HERE wordt gegeven, niet als offerdier is toegestaan, zal de eigenaar het bij de priester brengen om de waarde te laten schatten en deze zal hem zeggen hoeveel hij in plaats van het dier moet betalen. Als het dier wel is toegestaan als offerdier, maar de eigenaar wil het loskopen, dan moet hij een vijfde deel meer betalen dan de waarde die de priester heeft vastgesteld."

Lev. 27:14,15
SCHATTING VAN HUIZEN. "Als iemand zijn huis aan de HERE wil schenken, maar het later toch wenst terug te kopen, zal de priester de waarde vaststellen en de man zal een vijfde deel meer betalen dan die geschatte waarde. Daarna zal het huis weer zijn eigendom zijn."

Lev. 27:16-25
SCHATTING VAN LAND. "Als een man een deel van zijn land aan de HERE wil geven, schat dan de waarde ervan met betrekking tot de hoeveelheid zaad die nodig is om het in te zaaien. Een stuk land waarvoor 220 liter gerstezaad nodig is om het in te zaaien, is 550 gram zilver waard. Als een man zijn land in het jubeljaar aan de HERE wijdt, zal de geschatte waarde blijven staan; maar als hij dat doet na het jubeljaar, zal de waarde evenredig zijn aan het aantal jaren dat nog moet verstrijken voor het volgende jubeljaar. Als de man besluit het stuk land terug te kopen, zal hij een vijfde deel van de door de priester geschatte waarde extra moeten betalen en dan zal het weer zijn eigendom zijn. Maar als hij besluit het land niet terug te kopen of als hij het land aan iemand anders heeft verkocht en de HERE de rechten op het land voor het jubeljaar heeft gegeven, zal het niet meer aan hem worden teruggegeven. Als het in het jubeljaar vrijkomt, zal het de HERE toebehoren als iets dat aan Hem is gewijd en het zal aan de priester worden gegeven.
Als een man een stuk land dat hij heeft gekocht, maar dat geen deel uitmaakt van zijn familiebezittingen, aan de HERE wijdt, zal de priester de waarde vaststellen tot het volgende jubeljaar. De man zal die waarde onmiddellijk aan de HERE betalen en in het jubeljaar zal het stuk land weer terugkeren naar de oorspronkelijke eigenaar, van wie hij het had gekocht. Alle waardebepalingen zullen worden uitgedrukt in normale geldeenheden."

Lev. 27:26,27
GEEN GELOFTE OVER EERSTGEBORENEN. "U mag niet het eerstgeborene van een rund of een schaap aan de HERE wijden, want die zijn al van Hem. Maar als het het eerstgeborene is van een dier dat niet op de lijst van offerdieren voorkomt en dus niet door de HERE wordt aanvaard als offer, zal de eigenaar de door de priester geschatte waarde met een vijfde deel extra betalen. Als de eigenaar het niet terugkoopt, mag de priester het dier aan iemand anders verkopen."

Lev. 27:28,29
GEEN GELOFTE OVER GEWIJDE MENSEN OF GEWIJD BEZIT. "Alles wat echter helemaal aan de HERE wordt gewijd (mensen, dieren of grondbezit) zal niet worden verkocht of teruggekocht, want zij zijn allerheiligst in de ogen van de HERE. Iemand die door de rechters ter dood veroordeeld is, mag geen losprijs betalen; hij moet zeker ter dood worden gebracht."

Lev. 27:30-34
GEEN GELOFTE OVER TIENDEN. "Een tiende deel van de opbrengsten van het land, zowel graan als fruit, is van de HERE en dus heilig. Als iemand zijn graan of fruit wil terugkopen, moet hij een vijfde deel extra betalen. De HERE is eigenaar van elk tiende dier van uw kudden, het rundvee en het kleinvee, zoals zij onder uw staf doorlopen bij de telling. Het tiende deel dat aan de HERE toebehoort, zal niet worden onderzocht op goede of slechte kwaliteit. Goede dieren mogen niet worden geruild voor slechte en andersom, anders zullen beide dieren aan de HERE toebehoren en kunnen niet meer worden teruggekocht!"

Dit zijn de wetten die de HERE op de berg Sinaï aan Mozes gaf voor het volk Israël.

Deut. 23:21-23
GELOFTES NAKOMEN. "Als u de HERE, uw God, een belofte doet, maak uw toezeggingen dan zo snel mogelijk waar, want anders zal Hij u ter verantwoording roepen. Het is een zonde als u uw toezegging niet gestand doet. Het is natuurlijk geen zonde als u de HERE geen beloften hebt gedaan. Maar als u eenmaal een belofte hebt gedaan, zorg dan dat u uw woord nakomt, want het was uw eigen vrije keus en u hebt het de HERE, uw God, gezworen."

Num. 30:1-6
(MOGELIJKE VERZAKINGEN)

R. Afzonderingswetten

De Israëlieten moeten in alle omstandigheden heilig en rein zijn, en zij moeten zich verre houden van de praktijken en de mensen van de omringende volkeren. Om het idee van afzondering te benadrukken worden bepaalde mengvormen verboden.

Lev. 19:1-2
VOLK MOET HEILIG ZIJN. De HERE droeg Mozes op ook de volgende woorden aan de Israëlieten over te brengen. "U moet heilig zijn, want Ik, de HERE, uw God, ben heilig."

Lev. 19:19b, Deut. 22:9
GEMENGDE ZADEN. "Zaai geen andere gewassen tussen de planten in uw wijngaard. Als u dat wel doet, zullen de gewassen en de druiven door de priesters in beslag worden genomen."

Deut. 22:10
GEMENGD PLOEGEN. "Ploeg niet met een os en een ezel in hetzelfde tuig."

Lev. 19:19c, Deut. 22:11
GEMENGDE MATERIALEN. "Draag geen kleren die van twee soorten stof zijn gemaakt; wol en linnen bijvoorbeeld.""

Lev. 19:19a
GEMENGDE DIEREN. "Gehoorzaam mijn wetten:
laat van uw vee niet verschillende soorten met elkaar paren."

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- februari



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen