19 december


Tweede brief aan Timotheüs

Hoewel er geen rechtstreeks Bijbels verslag bestaat dat meer licht kan werpen op dit onderwerp, lijkt het erop dat Paulus in Nicopolis of in Troas opnieuw is gearresteerd en naar Rome is teruggebracht om ter dood te worden gebracht. Dit lijkt waarschijnlijk omdat Paulus in een tweede brief aan Timotheüs, mogelijk geschreven tussen 64 en 67 na Christus, zichzelf weer een gevangene noemt en ook gewag maakt van een legale verdediging.
De toon van deze laatste ons bekende brief van Paulus geeft aan dat hij zich ervan bewust is dat hem niet veel tijd meer rest. Verschillende aanhangers hebben hem vanwege de dreigende vervolging verlaten en Paulus vraagt Timotheüs om zo spoedig mogelijk naar hem toe te komen. Tychicus, die al eerder een boodschapper voor Paulus is geweest, wordt naar Efeze gestuurd, waarschijnlijk om deze brief te bezorgen maar ook om Timotheüs af te lossen zodat hij naar Paulus kan reizen. Paulus waarschuwt Timotheüs voor een opkomende tegenstand en bemoedigt hem om sterk te blijven staan in de verdediging van het geloof. Zijn aansporingen hebben een dringende toon, alsof Timotheüs de laatste schakel is tussen Paulus en de toekomstige generaties van mensen aan wie het evangelie zal worden toevertrouwd.

2 Tim. 1:1,2
GROET. Van: Paulus, die van God de opdracht heeft gekregen overal de belofte bekend te maken dat er door het geloof in Jezus Christus eeuwig leven is.

Aan: Timotheüs, van wie ik houd als van mijn eigen kind.

Ik wens je de genade, het medeleven en de vrede toe van God, de Vader, en van Jezus Christus, onze Here.

Aansporingen voor Timotheüs

2 Tim. 1:3-7
PAULUS GEEFT OM TIMOTHEUS. Net als mijn voorouders dien ik God met een zuiver geweten. Ik dank Hem ervoor dat ik dag en nacht voor jou kan bidden. Wat zou ik het fijn vinden je weer eens te zien! Wat zou dat mij gelukkig maken! Want ik herinner mij je tranen, toen wij afscheid van elkaar namen. Ik weet hoe je op de Here vertrouwde, net als je moeder Eunice en je grootmoeder Loïs; ik ben ervan overtuigd dat je geloof niet verzwakt is. Daarom dring ik erop aan dat je de gave van God, die je ontving toen ik je de handen oplegde, zult ontwikkelen. Want God geeft ons niet een lafhartige geest, maar een sterke geest vol liefde en bedachtzaamheid.

2 Tim. 1:8-12
BEMOEDIGING VOOR BEDIENING. Wees nooit bang om anderen over onze Heer te vertellen of ervoor uit te komen dat je mijn vriend bent, hoewel ik terwille van Christus in de gevangenis zit. Je moet bereid zijn met mij voor de Here te lijden; Hij zal je de kracht ervoor geven. God heeft ons bevrijd en voor Zijn heilig werk uitgekozen, niet omdat wij dat verdienen, maar omdat Hij dat vanaf het allereerste begin al van plan was. In Jezus Christus wilde Hij ons Zijn liefde en genade laten zien. En nu heeft Hij ons dit allemaal duidelijk gemaakt door de komst van onze redder, Jezus Christus, Die de macht van de dood gebroken heeft en ons heeft laten zien hoe wij, door op Hem te vertrouwen, eeuwig leven kunnen krijgen. God heeft mij uitgekozen als Zijn boodschapper en apostel, die de andere volken moet onderwijzen. Daarom zit ik hier in de gevangenis en ik schaam mij er beslist niet voor, want ik weet op Wie ik vertrouw. Ik ben er zeker van dat Hij alles wat Hij mij heeft toevertrouwd, veilig zal bewaren tot de dag waarop Hij terugkomt.

2 Tim. 1:13,14
BELANG VAN DOCTRINE. Houd vast aan de waarheden die ik je geleerd heb; de waarheden over het geloof en de liefde die Christus Jezus geeft. Waak over de schat die de Heilige Geest, Die in ons woont, ons heeft gegeven.

2 Tim. 1:15
VELEN HEBBEN PAULUS VERLATEN. Je weet dat alle christenen die vanuit Asia hier zijn gekomen, mij in de steek hebben gelaten, zelfs Fygelus en Hermogenes.

2 Tim. 1:16-18
GELOOF VAN ONESIFORUS. Ik vraag de Here of Hij Onesiforus en zijn gezin wil zegenen, omdat die mij vaak heeft bezocht om mij te bemoedigen. Zijn bezoeken waren voor mij een verfrissing; hij schaamde zich er niet voor met een gevangene bevriend te zijn. Integendeel. Toen hij in Rome aankwam, heeft hij overal naar mij gezocht en mij tenslotte gevonden. Ik bid dat de Here hem een bijzondere zegen geeft op de grote dag waarop Christus terugkeert. En jij, Timotheüs, weet maar al te goed hoe hij mij in Efeze heeft geholpen.

2 Tim. 2:1-7
DOCTRINE EN DISCIPLINE. Mijn zoon, wees sterk door de genade die Christus Jezus je geeft! Want je moet anderen leren wat ik jou en vele anderen geleerd heb. Leer deze grote waarheden aan betrouwbare mannen, die ze op hun beurt weer aan anderen kunnen doorgeven. Neem, als een goed soldaat van Jezus Christus, je deel van het lijden op je, net als ik. Laat je als soldaat van Christus niet in beslag nemen door de zorgen van het leven, want dan zal degene die je in dienst heeft genomen, niet tevreden over je zijn. Houd je aan de regels die de Here heeft gegeven, net als een sportman; als die zich niet aan de regels houdt, wordt hij gediskwalificeerd en kan hij geen prijs winnen. Werk hard, zoals een boer die een goede beloning krijgt als hij een grote oogst binnenhaalt. Denk eens goed over deze drie voorbeelden na; de Here zal je laten zien wat je er in de praktijk mee kunt doen.

2 Tim. 2:8-13
DENK AAN CHRISTUS. Vergeet nooit dat Jezus Christus een Mens was, een nakomeling van koning David. En dat Hij God was, blijkt wel uit het feit dat Hij uit de dood is opgestaan. Omdat ik dit goede nieuws bekend heb gemaakt, ben ik in moeilijkheden gekomen en als een misdadiger in de gevangenis gestopt. Maar al ben ik geboeid, het woord van God is dat niet. Ik wil graag leed verdragen als dat redding en eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus brengt aan de mensen die door God zijn uitgekozen. Ik vind troost in deze waarheid:

  Als wij voor Christus lijden en sterven,
  betekent dat ook dat wij voor altijd met Hem zullen leven.
  En als wij standhouden,
  zullen we eens met Hem regeren.
  Maar als wij het opgeven en ons tegen Christus keren,
  zal Hij Zich tegen ons keren.
  Zelfs als wij geen geloof meer hebben,
  blijft Hij ons trouw.
  Hij kan ons niet verstoten,
  omdat wij een deel van Hem zijn;
  Hij zal altijd doen wat Hij beloofd heeft.

2 Tim. 2:14-19
ZORGVULDIG MET DE WAARHEID OMGAAN. Herinner de mensen in de gemeente aan deze geweldige waarheden en verbied hun namens de Here over onbelangrijke dingen te ruziën. Dat is verwarrend en zinloos, ja, zelfs slecht. Doe je best; wees een goede werker voor God, die zich niet hoeft te schamen. Geef Gods boodschap onvervalst door. Vermijd onzinnige discussies, waardoor mensen hun ondergang tegemoet gaan. Hun woorden zullen voortwoekeren als een kankergezwel. Hymeneüs en Filetus zijn zulke mensen. Zij zijn het spoor van de waarheid kwijtgeraakt en beweren dat de opstanding van de doden al heeft plaatsgevonden. Daarmee hebben zij het geloof van sommigen kapotgemaakt. Maar de waarheid van God staat zo vast als een huis; daar is geen beweging in te krijgen. Op de eerste steen staan deze woorden: "De Here kent de mensen die echt bij Hem horen", en "Wie zichzelf een christen noemt, zou niets verkeerds moeten doen en niets verkeerd moeten zeggen."

2 Tim. 2:20-26
ONDERRICHT STAAT BOVEN GERUZIE. In een deftig huis heeft men niet alleen borden van goud en zilver, maar ook van hout en aardewerk. De dure borden worden voor de gasten gebruikt en de goedkope voor allerlei karweitjes in de keuken. Als je je niet met de zonde inlaat, zul je zijn als één van die borden van zuiver goud (de beste in huis) zodat Christus je kan gebruiken voor Zijn hoogste doelen.
Blijf uit de buurt van alles wat jou als jongeman slechte gedachten en gevoelens kan geven. Geef in plaats daarvan je aandacht aan alles wat je kan helpen goed te doen. Heb geloof en liefde en zoek het gezelschap van hen, die van de Here houden en een zuiver hart hebben. Ik zeg het nog eens: Laat je niet verleiden tot zinloze discussies, die alleen maar op ruzie kunnen uitlopen. Een knecht van de Here mag geen ruzie maken; hij moet de mensen die verkeerd doen, vriendelijk en geduldig terechtwijzen. Wees daarom nederig als je de mensen, die zich verzetten, duidelijk de waarheid zegt. Want als je vriendelijk met hen spreekt, is er een kans dat zij met Gods hulp hun verkeerde ideeën zullen loslaten en de waarheid gaan erkennen. Dan zullen zij bij hun positieven komen, zich uit de valstrik van satan losmaken en de wil van God gaan doen.

2 Tim. 3:1-5
TIJDEN VAN GODDELOOSHEID VOORSPELD. Je moet weten dat het in de laatste dagen voor de christenen erg moeilijk zal worden. Want de mensen zullen alleen van zichzelf en van hun geld houden; zij zullen verwaand en protserig zijn; zij zullen God belachelijk maken en hun ouders ongehoorzaam zijn; zij zullen ondankbaar en door-en-door slecht zijn. Zij zullen hatelijk en koppig zijn; roddelen, ruzie maken en een lage moraal hebben. Zij zullen bruut en wreed zijn en met goede mensen spotten. Zij zullen hun vrienden verraden; ze zullen roekeloos en opgeblazen zijn en liever hun driften volgen dan God aanbidden. Zij zullen wel godsdienstig doen, maar de kern van het goede nieuws afwijzen. Laat je niet met zulke mensen in.

2 Tim. 3:6-9
BOOSAARDIGE LERAREN MOETEN ONTMASKERD WORDEN. Zij zijn van het soort dat listig het huis van andere mensen binnendringt en vrouwen inpalmt, die zondigen en zich door hun begeerte laten beheersen. Zulke vrouwen lopen altijd achter nieuwe leraars aan, zonder ooit de waarheid te aanvaarden. En die leraars verzetten zich net zo hard tegen de waarheid als Jannes en Jambres, die zich tegen Mozes verzetten. Hun gedachten zijn onzuiver, verwrongen en verward, en zij hebben zich van het geloof afgewend. Maar zij kunnen daar niet altijd mee doorgaan. Op een dag zal hun dwaasheid aan het licht komen, net als de zonde van Jannes en Jambres.

2 Tim. 3:10-17
RESPECT VOOR DE SCHRIFT. Jij echter hebt precies mijn lessen opgevolgd, mijn levenswandel, het doel dat mij voor ogen stond, mijn geloof, mijn geduld, mijn liefde voor de mensen en mijn doorzettingsvermogen. Je weet hoeveel moeilijkheden ik heb gehad bij de prediking van het goede nieuws. Jij weet wat mij allemaal is aangedaan toen ik Antiochië, Iconium en Lystra bezocht; maar ik ben door alles heengekomen en de Here heeft mij bevrijd. Ja, het is nu eenmaal zo dat wie werkelijk een met Jezus Christus willen blijven, het zwaar te verduren krijgen van de mensen die Hem haten. De slechte mensen en de valse leraars zullen steeds slechter worden en velen misleiden; zijzelf worden op hun beurt misleid door satan. Maar jij moet blijven geloven wat je is geleerd. Je weet dat het allemaal waar is, omdat je weet dat je ons kunt vertrouwen. Wij hebben het jou immers geleerd? Jij hebt van jongsaf aan geleerd wat er in de Boeken staat, die je het inzicht geven hoe je gered kunt worden door het geloof in Christus Jezus. Al de Boeken zijn door inspiratie van God geschreven en zijn nuttig om ons de waarheid te leren en ons te wijzen op wat er aan ons leven en geloof nog mankeert; ze zetten ons leven op orde en helpen ons in te zien wat juist en goed is. Zo maakt God ons klaar, opdat Hij ons voor alle goed werk kan gebruiken.

2 Tim. 4:1-5
PREDIK HET WOORD. Voor God en Jezus Christus (als Hij verschijnt om Zijn koninkrijk te stichten, zal Hij over de levenden en de doden oordelen) vraag ik je dringend het woord van God door te geven als je daar de kans voor krijgt, of het je nu gelegen komt of niet. Wijs de mensen in de gemeente terecht en bestraf hen als het nodig is; moedig hen aan en onderwijs hun geduldig in het woord van God. Want er komt een tijd dat de mensen niet meer naar de waarheid willen luisteren, maar leraars zoeken die hun vertellen wat zij graag willen horen. Zij zullen niet naar de waarheid luisteren, maar hun eigen dwaze ideeën volgen. Blijf kalm en wees niet bang om voor de Here te lijden. Breng anderen tot Jezus Christus. Laat niets na van wat je moet doen.

2 Tim. 4:6-8
BELONING VOOR TROUWE BEDIENING. Ik zeg dit omdat mijn tijd bijna voorbij is. Ik zal voor God geofferd worden en binnenkort sterven. Ik heb lang en hard voor mijn Heer gestreden en door alles heen ben ik Hem trouw gebleven. In de hemel wacht mij een kroon, die de Here (de rechtvaardige rechter) mij op de grote dag van Zijn terugkeer zal geven. En niet alleen aan mij, maar ook aan alle mensen die vol verwachting naar Zijn terugkeer uitkijken.

Afsluitende gedachten

2 Tim. 4:9-13
PAULUS VRAAGT TIMOTHEUS OM NAAR HEM TOE TE KOMEN. Probeer zo vlug mogelijk naar mij toe te komen, want Demas heeft mij verlaten. Hij hield te veel van de goede dingen van dit leven en is naar Thessalonica gegaan. Crescens is naar Galatië gegaan en Titus naar Dalmatië. Alleen Lukas is nog bij mij. Als je komt, breng dan Markus mee, want ik heb hem nodig. Tychicus is ook niet meer hier, want ik heb hem naar Efeze gestuurd. Als je komt, vergeet dan niet de mantel mee te brengen die ik in Troas bij Carpus heb laten liggen. Neem ook de boeken en vooral de perkamenten mee.

2 Tim. 4:14,15
HOE ALEXANDER HEM TEGENWERKT. De kopersmid Alexander heeft mij veel kwaad gedaan. De Here zal hem straffen, maar pas wel voor hem op, want hij verzet zich fel tegen onze boodschap.

2 Tim. 4:16-18
PAULUS STAAT ALLEEN IN ZIJN VERDEDIGING. De eerste keer dat ik voor de rechter moest komen, was er niemand die mij hielp. Iedereen had mij in de steek gelaten. Ik hoop dat het hun niet zal worden aangerekend. Maar de Here heeft mij altijd bijgestaan. Hij gaf mij de kracht zodat ik het goede nieuws onder alle niet-Joodse volken heb kunnen brengen en zij het allemaal gehoord hebben. Hij heeft mij beschermd tegen de verscheurende leeuwen. Ja, de Here zal er altijd voor zorgen dat mij geen kwaad overkomt; Hij zal mij veilig in Zijn hemels koninkrijk brengen. Alle eer is voor God, voor altijd en eeuwig. Amen.

2 Tim. 4:19-22
GROETEN EN ZEGENING. Breng mijn groeten over aan Prisca en Aquila en aan ieder die in het huis van Onesiforus woont. Erastus is in Corinthe gebleven en ik heb Trofimus ziek in Milete achtergelaten. Probeer voor de winter hier te zijn. Eubulus, Pudens, Linus, Claudia en alle anderen laten je groeten.
Ik bid dat de Here Jezus Christus met je geest zal zijn en wens je Zijn genade toe.

Er bestaat geen enkel verslag dat ons laat weten of Timotheüs ooit in staat is geweest om Paulus vóór zijn dood te bereiken. Hoewel de precieze datum en omstandigheden van de dood van Paulus onbekend zijn, bestaat er een vroege historische consensus die aangeeft dat Paulus een martelaarsdood stierf. De tweede brief aan Timotheüs lijkt hoe dan ook de laatste brief die Paulus heeft geschreven.


Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- december



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen