22 april


Psa. 61 - Gebed om Gods bescherming en beschutting.
Een lied van David voor de koordirigent. Te zingen bij snarenspel.

  Hoort U mijn smeken wel, o God?
  Luister toch naar mijn gebed.

  Vanuit de verste uithoek van het land roep ik U;
  ik kan niet meer!
  Wilt U mij naar een plaats brengen waar ik zelf niet kan komen?
  en plaats waar ik veilig ben?
  U hebt mij immers altijd beschermd;
  bij U schuilde ik altijd tegen de vijand.

  Laat mij toch altijd in Uw huis mogen blijven.
  Laat mij bij U mogen schuilen, veilig onder Uw vleugels.
  O God, U hebt mijn geloften gehoord;
  al Uw volgelingen ontvangen Uw erfenis.

  Geef de koning een lang leven
  en laat zijn nageslacht altijd regeren.
  Geef dat hij U ook altijd trouw zal volgen;
  laten Uw goedheid, liefde en trouw hem altijd beschermen.

  Dan zal ik voortdurend Uw lof zingen
  en elke dag mijn geloften nakomen.

Psa. 62 - God is onze enige kracht en Zijn liefde gaat elke andere liefde te boven.
Een psalm van David voor de koordirigent. Voor Jeduthun.

  Ja, mijn hart keert zich naar God;
  mijn redding komt uit Zijn hand.
  Hij is werkelijk mijn rots en mijn bevrijder;
  Hij is als een burcht voor mij; niets krijgt mij uit mijn evenwicht.

  Hoe lang blijft de vijand nog aanvallen?
  Zij zullen allemaal omvergelopen worden,
  als een muur die omvalt en neerstort.
  Ja, zij overleggen met elkaar hoe zij hem kunnen neervellen.
  Zij houden van de leugen;
  met hun mond spreken zij vriendelijke taal,
  maar in hun binnenste vervloeken zij mij.

  O, mijn ziel, richt u toch helemaal op God en wees rustig.
  Ik verwacht alles van Hem.
  Hij is werkelijk mijn rots en bevrijder;
  Hij is als een burcht voor mij;
  niets krijgt mij uit mijn evenwicht.
  God zorgt voor mijn redding en redt ook mijn eer.
  Hij is mijn sterke rots.
  Alleen bij God kan ik altijd schuilen. Hij beschermt mij.
  Volk, stel altijd uw vertrouwen alleen op Hem.
  Vertel Hem alles en houd niets voor Hem verborgen.
  Bij God kunnen wij altijd schuilen. Hij beschermt ons.

  Mensen stellen in Gods ogen zo weinig voor:
  armen zijn als een ademtocht en rijken vaak onwaarachtig.
  Als Hij hen weegt, gaat de weegschaal omhoog;
  zo gering is de mens vergeleken bij Hem.
  Hecht geen waarde aan verdrukking;
  verwacht niets van onrechtmatige opbrengsten;
  en als u rijk wordt, laat het uw leven met God dan niet beïnvloeden.

  God heeft het Zelf gezegd;
  meermalen heb ik het gehoord:
  Alle kracht komt van God.
  Here, ook de goedheid en trouw komen alleen van U.
  Iedereen ontvangt van U loon naar werken.

Psa. 64 - Smeekbede tegen samenzweerders die kwaad in de zin hebben.
Een psalm van David voor de koordirigent.

  Luister naar mij, o God, als ik met mijn zorgen bij U kom.
  Bescherm mijn leven tegen de aanvallen van de vijand.
  Verberg mij als de misdadigers iets tegen mij beramen.
  Als de zondaars het op mij gemunt hebben.

  Zij scherpen hun tong alsof het een zwaard is
  en leggen hun 'pijlen' aan, boosaardige taal schieten zij op mij af.
  Vanuit hun schuilplaats schieten zij op onschuldigen.
  Niets en niemand ontzien zij.

  Zij wagen het kwade dingen te doen
  en spreken er zelfs over valstrikken te zetten.
  Zij denken dat niemand hen ziet.
  Zij zijn op slechte dingen uit en zeggen:
  'Nu is het zover, het plan is goed doordacht.'
  Ja, het hart van ieder mens is ondoorgrondelijk.

  Maar God kan hen onverwacht treffen;
  als Hij een pijl afschiet, is het altijd raak; zij zijn gewond.
  Zij struikelen over hun eigen woorden.
  Wie hen ziet, schudt misprijzend het hoofd.

  Dan zullen alle mensen ontzag hebben voor God
  en voor alles wat Hij doet.
  Met ontzag zien zij op naar Zijn werk.
  De oprechte mens verheugt zich in de HERE
  en vindt bij Hem bescherming.
  Alle eerlijke mensen beroemen zich op Hem.

Psa. 69 - Gebed voor het beëindigen van bespottingen.
Een lied van David voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van: 'De Lelies'.

  Bevrijd mij, o God, want het water stijgt mij naar de lippen.
  Ik zak weg in het moeras en kan er niet staan.
  Ik sta in water waar ik de bodem niet kan voelen
  en het stroomt over mijn hoofd.
  Ik ben moe van het roepen en mijn keel is schor.
  Mijn ogen zijn moe van het uitkijken naar mijn God.
  De mensen die mij haten, zijn niet te tellen;
  het zijn er meer dan de haren op mijn hoofd.
  En er is geen reden voor hun haat.
  Mijn tegenstanders, die mij willen vernietigen, zijn zo machtig.
  Ik moet hun teruggeven, wat ik niet van hen heb geroofd.

  O God, U kent mij, een klein en dwaas mens.
  U ziet al mijn zonden. Niets is voor U verborgen.

  Laten Uw volgelingen niet door mij hun vertrouwen in U kwijtraken,
  Oppermachtige HERE; U die Heer bent over de hemelse legers.
  O God, laten de mensen die U zoeken,
  niet door mijn toedoen in U beschaamd worden.
  Terwille van U verdraag ik de schande.
  Ik bedek mijn gezicht uit schaamte.
  Mijn vrienden kennen mij niet meer
  en mijn broers herkennen mij niet.
  Van mijzelf blijft niets over, omdat ik alles geef voor Uw zaak.
  De spot en hoon van hen die U haten, kwamen op mij terecht.
  Ik huilde terwijl mijn hele hart zich op U richtte,
  maar het werd mij als schande aangerekend.
  Ik trok rouwkleding aan,
  maar zij gebruikten mij als een spreekwoord.
  De leiders van de stad praten met elkaar over mij
  en tijdens drinkgelagen drijven zij de spot met mij.

  Maar ik zal op de juiste tijd tot U bidden, HERE;
  o God, geef mij Uw trouwe hulp als een antwoord daarop
  in Uw goedheid en liefde.
  Trek mij uit dit moeras, voordat ik zink.
  Red mij van mijn haters en uit dit diepe water.
  Zorg toch dat het water mij niet boven het hoofd stijgt;
  dat ik niet naar de bodem word getrokken en verdrink.
  Geef mij antwoord, HERE, want ik weet hoe groot Uw goedheid en trouw zijn.
  Kom naar mij toe met Uw liefdevolle ontferming.
  Verberg U niet voor mij; ik ben Uw dienaar
  en ik ben vreselijk bang. Antwoord mij toch snel!
  Kom naar mij toe en bevrijd mij.
  Verlos mij, zodat mijn tegenstanders beschaamd staan.

  U ziet toch hoe ik word bespot, hoe beschaamd ik ben en tot schande gemaakt.
  U weet precies wie mij dit allemaal aandoen.
  De spot breekt mijn hart en ik ben nog maar heel zwak.
  Ik verwachtte medelijden te ontmoeten, maar vond het niet.
  Tevergeefs wachtte ik op iemand die mij troostte.
  Zij gaven mij gif te eten
  en lieten mij, toen ik dorst had, azijn drinken.

  Laat hun tafel een valstrik voor hen worden
  en hun tafelgenoten hen verraden.
  Verslechter hun ogen, zodat zij niets meer kunnen zien;
  geef dat hun heupen verzwakken, zodat zij niet meer kunnen lopen.
  Stort Uw toorn over hen uit;
  laat de gloed daarvan hen vernietigen.
  Verander hun kampement in een woestijn
  en maak hun tenten onbewoond.
  Want wie door U wordt geslagen, wordt door hen achtervolgd.
  Zij sturen verhalen de wereld in
  over het verdriet van hen die door U werden getroffen.
  Laat hun schuld maar hand over hand toenemen,
  zodat zij geen aanspraak kunnen maken op Uw gerechtigheid.
  Verwijder hun namen uit Uw boek, waarin ieder vermeld staat die bij U hoort.
  Zorg dat hun naam niet naast die van een gelovige staat.

  Ik verkeer in grote ellende en groot verdriet.
  Laat Uw heil mij beschermen, o God.
  Ik zal een loflied zingen en de naam van God prijzen.
  Ik zal Hem groot maken door de liederen die ik tot Zijn eer zing.
  Dat zal de HERE meer vreugde geven
  dan een rund of een stier met horens en hoeven.
  Zij die zich dankbaar aan God onderwerpen,
  zullen het zien en zich erover verheugen.
  U, die God zoekt, zult er nieuwe moed uit putten.
  Want de HERE luistert wel naar de armen die Hem aanroepen
  en Hij ziet niet neer op de mensen die gevangen zitten.

  Laat de hele schepping (hemel, aarde en zeeën)
  Hem eer brengen en prijzen.
  Want God zal Jeruzalem bevrijden
  en de steden van Juda weer opbouwen.
  Dan zullen zij weer daarin wonen en het land opnieuw bezitten.
  De kinderen van Zijn dienaren zullen het land erven
  en het zal worden bewoond door mensen,
  die Zijn naam liefhebben en eer bewijzen.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- april



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen