27 april


Psa. 40 - Erkenning van ware godsdienst in een rechtschapen leefstijl.
Een psalm van David voor de koordirigent.

  Met verlangen keek ik uit naar de HERE;
  toen boog Hij Zich tot mij over en hoorde mijn roepen om hulp.
  Hij trok mij omhoog uit de diepte van de zonde
  en uit de modder van de wereld.
  Hij zette mij stevig op mijn voeten, op een rots.
  Dank zij Hem kan ik weer goed lopen.
  Hij leerde mij een nieuw lied,
  een lofzang voor onze God.
  Ik hoop dat velen mij zullen zien
  en ook ontzag voor de HERE zullen krijgen.
  Dat zij ook op Hem gaan vertrouwen.

  Gelukkig is de man,
  die zijn vertrouwen op de HERE stelt.
  Die niets laat afhangen van trotse mensen
  of zich laat raden door leugenaars.
  HERE, mijn God,
  Uw wonderen zijn ontelbaar,
  evenals Uw zorg voor ons.
  Niets is met U te vergelijken.
  Als ik over Uw wonderen en zorgen zou willen vertellen,
  zou ik niet weten waar ik moest beginnen.

  Het gaat U niet om slacht- of spijsoffers;
  U vraagt niet om brand- en zondoffer.
  Voor U telt mijn gehoorzaamheid.
  Toen zei ik: "Ik kom eraan;
  in de wet werd al over mij geschreven.
  Mijn hele hart verlangt ernaar Uw wil te doen, mijn God.
  Uw wet is mijn leven."

  Ik vertel de blijde boodschap van Uw liefde en rechtvaardigheid
  in de samenkomsten.
  U weet HERE, dat ik niet zal nalaten over U te spreken.
  Ik verzwijg Uw rechtvaardigheid niet
  en spreek over Uw trouw en bewaring.
  Aan grote groepen mensen vertel ik
  over Uw goedheid en liefde en waarheid.
  Laat mij ruimschoots delen in Uw medelijden.
  Laten Uw goedheid en waarheid mij voortdurend beschermen.
  Want er komen talloze rampen over mij heen;
  mijn zonden bereiken mij en ik weet er geen raad mee.
  Het zijn er zoveel.
  De moed zakt mij in de schoenen.

  HERE, wilt U mij redden?
  Haast U en help mij, HERE!
  Laten zij die mij naar het leven staan,
  zich diep schamen en afdruipen.
  Laten zij die mij in het ongeluk willen storten,
  terugdeinzen en belachelijk worden gemaakt.
  Laten zij, die mij uitlachen,
  maar met stomheid geslagen worden.
  Laten alle mensen die U zoeken,
  over U jubelen en grote blijdschap over U hebben.
  Laat ieder die Uw zorg ervaart, zeggen:
  "De HERE is groot!"

  Al bezit ik niets en zit ik diep in de ellende,
  toch denkt de HERE aan mij.
  Mijn God, U bent mijn helper en bevrijder.
  Kom snel, mijn God.

Psa. 49 - Geestelijk inzicht beter dan weelde die door de dood wordt afgenomen.
Een psalm van de Korachieten voor de koordirigent.

  Luister, alle volken der aarde!
  Neem het goed in u op, alle wereldburgers,
  of u nu niets betekent of aanzienlijk bent;
  of u arm bent of rijk.
  Uit mijn mond hoort u wijsheid;
  wat uit mijn hart voortkomt, is puur inzicht.
  Ik zal u wijze spreuken laten horen
  en u bij het geluid van de citer geheimen vertellen.

  Waarom zou ik bang zijn als er dagen komen
  waarop het kwaad lijkt te overheersen?
  Als ik word belaagd door mijn vijanden die mij kwaad willen doen?
  Als mensen die hun vertrouwen op geld stellen en zich op hun rijkdom beroemen,
  mij naar het leven staan?
  Het is onmogelijk om een ander, een broeder, vrij te kopen met geld;
  om God een losgeld voor hem te betalen.
  De prijs voor een mensenleven is immers altijd te hoog.
  Het is onmogelijk dat iemand altijd blijft leven
  en nooit zou sterven.

  Steeds weer zien wij dat wijze mensen sterven;
  en ook dat onredelijke en domme mensen allemaal sterven.
  Zij moeten hun aardse bezittingen aan anderen nalaten.
  Het 'grootste' wat zij tot stand brengen, is dat hun huizen jarenlang blijven staan,
  dat hun nageslacht daarin zal wonen.
  Of zij noemen hun land naar zichzelf.

  Maar de mens (hoeveel hij ook bezit) zal toch eenmaal sterven;
  net als de dieren vergaat hij en er blijft niets over.

  Zo gaat het met degenen die op zichzelf vertrouwen.
  Zo is het einde van hen die zichzelf zo graag horen praten.
  Alsof zij schapen zijn, komen zij daar waar God niet is
  en de dood zelf is daar hun herder.
  Wanneer een nieuwe morgen aanbreekt,
  zullen de oprechte mensen over hen heersen.
  Hun lichaam zal vergaan zodat zij geen aards huis meer hebben.
  Mijn leven zal echter door God worden bevrijd;
  Hij zal niet toelaten dat ik Hem na mijn dood niet zal zien.
  Hij zorgt voor mij.

  Maak u niet druk als iemand rijk wordt
  en zijn bezittingen alleen maar toenemen.
  Wanneer hij sterft kan hij niets meenemen
  en zijn bezit kan hem niet volgen.
  Al voelt hij zich tijdens zijn leven de gelukkigste man van de wereld;
  al prijst men u omdat u geniet van al het goede,
  toch is het einde die plaats waar God niet is.

  De mens die ondanks al zijn rijkdom geen inzicht heeft,
  is net als de dieren die tot stof vergaan.

Psa. 50 - Het ware belang van offergaven; het risico dat boosaardige mensen lopen.
Een psalm van Asaf.

  De HERE, de enig ware God,
  neemt het woord en roept naar de hele aarde,
  van oost tot west.
  God komt met een ongelooflijke, prachtige glans
  vanuit Jeruzalem naar ons toe.
  God is in aantocht en zal niet zwijgen, omdat Hij móet spreken.
  Vuur smelt weg wanneer het Zijn gezicht ziet
  en om Hem heen davert de storm.
  God roept tot in de hemelen
  en naar de aarde om Zijn volk te onderwijzen.
  Laten mijn volgelingen bijeenkomen;
  zij, die mijn verbond erkennen en Mij hun offers brengen.
  De hemel zelf laat horen wat recht en gerechtigheid is,
  want God is de enige rechter.

  Luister, mijn volk! Israël, Ik zal nu spreken
  en tegen u getuigen.
  Ik ben God, uw God. Ik wijs u niet terecht
  omdat u verzuimd zou hebben Mij offers te brengen.
  Want Ik heb al uw brandoffers gezien.
  Ik neem van u geen stieren aan
  en ook geen bokken, die in hokken worden gehouden.
  Alle dieren in het bos zijn al van Mij;
  het vee dat op de berghellingen graast
  en al de rijkdom aan rundvee.
  Alle vogels die op de bergen nestelen, ken Ik
  en wat door het veld loopt, is al van Mij.
  Wanneer Ik honger heb, zal Ik u niet te hulp roepen,
  want alles op de hele wereld is van Mij.
  Eet Ik soms het vlees van geofferde stieren?
  Drink ik soms bloed van geofferde bokken?
  Breng lof en eer aan God: dat is pas een echt offer!
  Kom uw beloften na, die u aan de Allerhoogste hebt gedaan.
  Roep Mij te hulp in moeilijke tijden;
  dan zal Ik u redden en u zult Mij loven en prijzen.

Maar tegen de ongelovige zegt God:

  Waarom bemoeit u zich met mijn wetten?
  Waarom spreekt u over mijn verbond?
  U bent immers alleen maar ongehoorzaam
  en laat mijn woord links liggen.
  U speelt onder één hoedje met de dieven;
  overspel is u niet vreemd.
  In uw drift slaat u de vreselijkste taal uit
  en met uw mond bedriegt u.
  U keert zich zelfs tegen uw eigen broer;
  u roddelt over uw moeders andere zoon.
  Terwijl u dit deed, zweeg Ik in alle talen.
  Nu verbeeldt u zich dat Ik met u ben en net zo denk als u.

  Ongelovige, die God vergeet,
  laat het bovenstaande maar eens goed tot u doordringen,
  opdat Ik u niet vernietig want niemand kan u dan nog redden.
  Wie Mij eert en looft, brengt het ware offer.
  Zo vindt hij vanzelf de weg,
  aan het einde waarvan Ik hem mijn redding zal tonen.

Psa. 73 - Dwaasheid van rijkdom vergeleken met de zegeningen van rechtschapenheid.
Een psalm van Asaf.

  God is zeker goed voor Zijn volk Israël;
  Hij is goed voor alle mensen die een zuiver hart bezitten.

  Wat mijzelf betreft: bijna had ik het rechte pad verlaten;
  bijna was ik uitgegleden.
  Dat komt doordat ik jaloers was op de trotse mensen,
  toen ik zag hoe voorspoedig de ongelovigen leefden.

  Zij lijken geen problemen te kennen; ook lichamelijk niet:
  zij zien er gezond en weldoorvoed uit.
  Zij weten niet wat zorgen zijn
  en niemand legt hun een strobreed in de weg.
  Daarom dragen zij hun trots als een halsketting
  en gaan zij gekleed in geweld.
  Hun gezicht is dik en overvoed.
  Zij verbeelden zich van alles.
  Zij steken overal de spot mee
  en spreken kwaadaardig over het onderdrukken van andere mensen.
  Hun taal is gezwollen, trots en uit de hoogte.
  Zij zetten een grote mond op tegen God en verachten de mensen.
  Het volk houdt rekening met hen
  en zij profiteren ervan.
  Zij zeggen: "God kan niet alles weten.
  De Allerhoogste heeft wel iets anders te doen dan Zich met ons te bemoeien."

  Kijk, zo leven nu de ongelovigen.
  Zonder zorgen worden zij alleen maar rijker en rijker.

  Voor niets heb ik zuiver geleefd;
  mij ver gehouden van onrecht.
  De hele dag word ik gekweld;
  elke morgen voel ik mijn straf.

  Als ik echter net zo had gehandeld en gesproken,
  hoorde ik niet meer bij U.
  Ik heb mij het hoofd gebroken hoe dit mogelijk was.
  In mijn ogen was het onbegrijpelijk en onaanvaardbaar.
  Maar uiteindelijk ging ik Gods huis binnen
  en zag hoe het met de ongelovigen afliep.
  Werkelijk, U laat hen op gladde wegen lopen en uitglijden.
  U laat hen tenslotte ineenstorten en een ruïne worden.
  In een oogwenk veranderen zij en bekijkt ieder hen met afgrijzen.
  Dan zijn ze weg, omgekomen door rampen.
  Zoals een droom na het ontwaken niet echt blijkt te zijn,
  zo ontkent U, Here,
  hun bestaan als U erbij wordt betrokken.

  Toen bitterheid in mijn hart opkwam
  en ik opstandig en geprikkeld was,
  reageerde ik als een dwaas zonder inzicht.
  Ik gedroeg mij onredelijk tegenover U.

  Toch zal ik altijd bij U blijven;
  U houdt mij stevig vast.
  Door Uw raadgevingen zal ik mij laten leiden;
  en wanneer ik eenmaal sterf, mag ik in Uw heerlijkheid bij U komen.
  Wie of wat heb ik, buiten U, nog nodig?
  Als ik U heb, heb ik verder niets nodig en verlang ik niets meer.
  Noch op aarde, noch in de hemel.
  Al zou ik geestelijk en lichamelijk bezwijken,
  mijn hart vertrouwt op God, Die mijn rots is.
  Voor eeuwig houdt Hij mij vast.

  Het is duidelijk. Wie niet met U leven, gaan hun ondergang tegemoet.
  U vernietigt ieder die U verlaat en andere goden dient.
  En ik? Ik ben gelukkig als ik dicht bij God ben.
  De Almachtige HERE is mijn toevluchtsoord.
  Ik wil iedereen over Uw werk vertellen.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- april



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen