15 oktober


HISTORISCH INTERMEZZO

(ca. 425 – 5 voor Christus)


Einde van de Oudtestamentische periode

Nu het historische verslag over de periode van het Oude Testament ten einde loopt, valt het doek voor de vroege eeuwen van de mensheid. Van Adam en Eva tot Ezra en Nehemia heeft God Zichzelf geopenbaard in de aangelegenheden van individuele mensen en van hele volken. Sinds de eerste dagen van de patriarchen heeft zich een Goddelijk meesterplan ontvouwen waarmee de mens geleerd wordt wie God is. Daarmee wordt de wereld voorbereid op een Redder die de zondige aard van de mens zal transformeren en het échte leven zal brengen. Gods instrument voor dit plan is het relatief onbekende volk van Israël. Zo'n 650 jaar vóór het ontstaan van de Israëlische natie beloofde God de trouwe patriarch Abraham dat zijn nakomelingen een groot volk zouden vormen en hun eigen land zouden bezitten – en dat via hen alle volken van de wereld gezegend zouden worden.
Toen de twaalf stammen van Israël uit de Egyptische gevangenschap werden bevrijd en naar de berg Sinaï werden gebracht, werd de eerste belofte vervuld. God sloot een verbond met de nieuwe natie Israël. Hij zou hun God zijn en zij zouden Zijn volk zijn. Een van de symbolen van het verbond was de wet die via Mozes aan hen werd gegeven. Deze wet was vanwege zijn Goddelijke oorsprong en theocratische aard anders dan alle andere wetten die ooit waren uitgevaardigd. Met behulp van die wet vergrootte God het morele bewustzijn en stelde hij een volledig nieuwe godsdienst in, met een tabernakel, priesters, offergaven, giften, Sabbatsdagen en -jaren en heilige feesten. Het was een mooi begin. Maar al in de eerste week van de ingebruikname van de wet toonde het volk een opstandige geest die van generatie op generatie zou voortduren. Deze opstandigheid bleef niet ongestraft en leidde tot veertig jaar van omzwervingen door de woestijn. Maar God was Zijn volk genadig. Hij vergaf hen en leidde hen naar het beloofde land van Kanaän. Nadat de plaatselijke inwoners tijdens de periode van de rechters werden onderworpen, had het volk eindelijk haar eigen land en werd Gods tweede belofte aan Abraham vervuld.
Vanaf dat moment in de geschiedenis was het aan Israël om een zegen voor de hele wereld te worden. Tijdens de 120-jaar durende monarchie van Saul, David en Salomo leek het erop dat de klim van Israël naar een prominente en machtige positie op het wereldtoneel het begin was van de vervulling van de derde belofte. Maar na Salomo's dood leidde de opstandigheid van het volk opnieuw tot rampspoed, dit keer een burgeroorlog en een verdeeld koninkrijk. 325 jaar lang werd het volk steeds opstandiger en keerde het zich af van God, de Schepper van het universum, naar heidense goden en door de mens vervaardigde afgodsbeelden. Omdat zonde altijd tot de dood leidt, werd de Israëlische natie door de zonden van haar volk in een doodsgreep gehouden. God gebruikte Israëls territoriale vijanden als uitvoerders van Zijn vonnis en beide helften van het koninkrijk werden in gevangenschap weggevoerd. Tijdens deze periode van geestelijk en politiek verval stuurde God de ene na de andere boodschapper, die zich uitspraken tegen de zonden van het volk en waarschuwden voor de naderende straf. Maar toch eindigde elke boodschap, zonder uitzondering, met een bericht van hoop en de belofte op herstel. De ballingschap zou na zeventig jaar eindigen en de tempel zou herbouwd worden. Verder gingen de profetieën over een Messias die zou komen en een eeuwig koninkrijk van vrede en vreugde zou stichten.
God was trouw als altijd en vervulde deze belofte toen hij Zijn volk naar zijn land terugbracht, precies zoals Hij had voorspeld – zeventig jaar na de eerste deportatie. En toen de tempel weer was herbouwd, zo'n twintig jaar later, bleek Gods Woord wederom waar te zijn. Maar toen de buitenlandse overheersing en de plaatselijke onderdrukking van het volk in de daarop volgende eeuw niet verdwenen, werd het volk bevangen door teleurstelling en cynisme, en daarmee begon een nieuwe geestelijke opstand.
Ondanks de boodschap van Maleachi dat de Dag van de Heer naderde en ondanks de tijdelijke geestelijke opleving onder Ezra en Nehemia, eindigt het Oude Testament niet op erg optimistische toon of een groot vertrouwen in de toekomst. Het volk van Israël overtreedt zelfs op dat moment nog Gods wetten en bestaat nog steeds bij de genade van het Perzische Rijk. Voor zover de Joden kunnen zien, is er nog geen teken dat zich een superkoning zal aandienen om het ideale koninkrijk te stichten dat zij ondertussen verwachten. Het maakt niet uit dat elke andere belofte die God hen in meer dan veertig eeuwen heeft gegeven waar is gebleken. Waar is deze grootse Messias waar de profeten over spraken? Is God eindelijk te ver gegaan in een poging om de aandacht van Zijn volk vast te houden? Is dit een belofte die zelfs voor de God van de hemel onmogelijk na te komen is?
Het is gemakkelijk om terug te kijken op de geschiedenis en de Joden te verwijten dat zij niet genoeg geloof hadden, maar het is ook gemakkelijk om hun oprechte ontgoocheling te begrijpen. In komende eeuwen zullen anderen, Joden en niet-Joden, een vergelijkbare teleurstelling ervaren, omdat zij zich vooral concentreren op de komst van een fysiek koninkrijk in plaats van een geestelijk koninkrijk of omdat zij het einde der tijden verwachten wanneer de tijd daarvoor nog niet is aangebroken. Het treurigste is nog dat de Messias, wanneer Hij eindelijk komt, zó anders is dan het Joodse verwachtingspatroon over Hem dat de meesten van hen Hem niet eens herkennen.
Hoe lang zal het duren voordat de Messias komt? Hoe lang moeten de Joden – en zelfs de hele wereld – nog wachten op deze glorieuze dag van de belofte? Als Daniël ons een hint heeft gegeven in zijn zeventig “zevens”, dan zal het nog zo'n 400 jaar duren voordat Hij komt. Dit is inderdaad ongeveer de tijdsperiode waarin het historische verslag van de Schrift zal zwijgen.
Maar waarom moet er een dergelijk historisch intermezzo plaatsvinden? We kunnen daarover alleen maar speculeren, maar misschien is het gewoon om de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid krachtiger te benadrukken. Misschien kan er iets gezegd worden voor het idee dat de Messias op deze manier niet te nauw geassocieerd zou moeten worden met exclusieve banden met deze kleine Hebreeuwse natie, zodat Zijn koninkrijk echt herkend zou worden als een waarlijk universeel koninkrijk. Misschien zal het politieke klimaat op een later tijdstip gunstiger zijn voor de missie van de Messias. Of misschien zorgt deze tussenperiode ervoor dat de vervulling van relatief recente profetieën duidelijk méér is dan een hersenspinsel van gelovigen die op deze vervulling staan te wachten. Wat de redenen van God ook mogen zijn, het is duidelijk dat de Israëlische natie nog even zal moeten wachten op de beloofde Messias en de dag waarop, via hun volk, alle volken van de aarde gezegend zullen worden.


Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- oktober



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen