De zonde van hoogmoed

(Lees eerst deel 1 van "De zonde van hoogmoed")

De zonde van hoogmoed - Nebukadnessar
De machtige Babylonische Koning Nebukadnessar leed onder de zonde van hoogmoed en hij verloor hierdoor zijn koninkrijk. Zijn verhaal is aan ons overgeleverd, zodat wij een les van hem kunnen leren (in plaats van deze les op een pijnlijke manier zelf te leren). De les is de volgende: God is prima in staat om de hoogmoedigen te vernederen en is meer dan bereid om dit te doen. Minder dan twaalf maanden nadat Nebukadnessar door de profeet Daniël werd gewaarschuwd voor Gods ongenoegen met hem, keek hij uit over de machtige stad Babel en zei hoogmoedig: "Is Babel niet indrukwekkend, de koningsstad die ik door mijn grote macht heb gebouwd tot eer van mijn majesteit?"1

De koning had deze woorden nog niet gesproken, of er klonk een stem uit de hemel: "Dit wordt u aangekondigd, koning Nebukadnessar: Het koningschap is u ontnomen. U wordt verstoten door de mensen; u zult leven onder de dieren van het veld en u zult gras eten als de runderen. Zo zullen zeven jaren voorbijgaan, totdat u erkent dat de hoogste God boven het koningschap van de mensen staat en dat hij bepaalt aan wie hij het verleent." En we lezen dan: "En op hetzelfde ogenblik werd het vonnis over Nebukadnessar voltrokken. Hij werd door de mensen verstoten, hij at gras als de runderen, zijn lichaam werd vochtig van de dauw van de hemel, en ten slotte was zijn haar even lang als de veren van een arend en waren zijn nagels uitgegroeid als de klauwen van een vogel."2

Nebukadnessar werd later de kans gegeven om tot inkeer te komen. Toen hij dit deed, kreeg hij door Gods genade zijn koninkrijk terug. Hij leerde door middel van deze beproeving de volgende les: "Maar toen de zeven jaren verstreken waren, sloeg ik, Nebukadnessar, mijn ogen naar de hemel op en keerde mijn verstand in mij terug. Ik prees de hoogste God, ik roemde en verheerlijkte de eeuwig Levende: zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij en zijn koningschap duurt van generatie tot generatie voort. De mensen op aarde zijn slechts nietige wezens; hij doet met de hemelse machten en met de mensen op aarde wat hij wil. Er is niemand die hem kan tegenhouden of tegen hem kan zeggen: ‘Wat hebt u gedaan?’ Op hetzelfde moment dat ik mijn verstand terugkreeg herwon ik, tot eer van mijn koningschap, ook mijn majesteit en luister. Mijn raadsheren en machthebbers zochten mij weer op, mijn koningschap werd in ere hersteld en mijn macht nam zelfs nog toe. Ik, Nebukadnessar, roem, verhef en verheerlijk nu de koning van de hemel. Al zijn daden zijn juist en zijn paden recht. Wie hoogmoedig zijn, kan hij vernederen."3 De les die we uit Nebukadnessars ervaring kunnen leren is de volgende: "Wie hoogmoedig zijn, kan hij vernederen".

De zonde van hoogmoed - Belsassar
God' genade werd aan Nebukadnessar aangeboden. Hij kreeg toen berouw van zijn zonde van hoogmoed. Maar zijn kleinzoon werd niet dezelfde mogelijkheid gegeven. Misschien is dat wel omdat Nebukadnessars ervaring bedoeld was als een les voor ons allemaal en omdat Belsassar weigerde om de les van zijn grootvader te leren, al was hij op de hoogte van de vernedering van zijn grootvader. In de nacht van koning Belsassars ondergang stond Daniël de profeet voor hem en zei: "Majesteit – God, de Hoogste, heeft uw vader Nebukadnessar koninklijke macht, aanzien, eer en majesteit geschonken, en door zijn van God gegeven grootheid beefden alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, van ontzag voor hem. Hij doodde wie hij wilde en liet leven wie hij wilde. Hij verhief wie hij wilde en vernederde wie hij wilde. Maar toen hij hooghartig en overmoedig werd, is hij van zijn koningstroon gestoten en is zijn eer hem ontnomen. Hij werd door de mensen verstoten, hij kreeg het hart van een dier en hij leefde onder de wilde ezels. Hij at gras als de runderen en zijn lichaam werd vochtig van de dauw van de hemel, totdat hij erkende dat God, de Hoogste, boven het koningschap van de mensen staat en dat hij alleen bepaalt aan wie hij dat verleent. En hoewel u dit alles wist, bent u, zijn zoon Belsassar, niet nederig gebleven. '… Diezelfde nacht werd Belsassar, de koning van de Chaldeeën, gedood."4

Lees nu deel 3 van "De zonde van hoogmoed"!

Voetnoten:
  1. Daniël 4:27 (NBV)
  2. Daniël 4:28-30
  3. Daniël 4:31-34
  4. Daniël 5:18-22, 30


WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen