20 september


Daniëls apocalyptische visioenen

Er zijn misschien tien tot twintig jaar verstreken sinds we voor het laatst iets gehoord hebben van Daniël, Gods dienaar in ballingschap die als jongeman in dienst trad van koning Nebukadnezar. In deze periode heeft Daniël een enorm respect verworven in het koninklijke paleis, vooral door zijn succesvolle interpretatie van verschillende dromen en raadsels. Daniël is nu op leeftijd en heeft onder een aantal verschillende Babylonische leiders gediend. Na Nebukadnezar kwam Evil-Merodach, die slechts twee jaar aan de macht was (ca. 561-559 voor Christus) toen hij door zijn zwager Neriglissar werd vermoord. Neriglissars heerschappij duurde vier jaar (ca. 559-555 voor Christus). Hij werd opgevolgd door Labaschi-Marduk (ca. 555 voor Christus), die vervolgens door Nabonidus van de troon werd gestoten (ca. 555 voor Christus). Hoewel Nabonidus in technische zin tot ongeveer 539 voor Christus de machthebber van Babylonië zou zijn, vertrok hij uit eigen beweging al eerder naar het noorden van Arabië toen hij krachtige oppositie ondervond van de priesters van Marduk, die zich verzetten tegen zijn introductie van de maangod Sin. In 552 voor Christus werd zijn zoon Belsazar mederegent. Hij heerst op dit moment in de geschiedenis over het snel vervallende koninkrijk.
Tijdens het eerste en het derde jaar van Belsazars heerschappij heeft Daniël twee van de meest wonderbaarlijke dromen sinds Ezechiëls visioen van de grote veldslag tegen Gog en de hordes van het kwaad. Het is interessant dat Daniëls visioen gebeurtenissen en personages bevat, die lijken overeen te komen met wat Ezechiël in zijn visioen van de grote tempel zag. De eerste droom toont vier beesten die, zoals Daniël verteld wordt, vier koninkrijken voorstellen. Deze koninkrijken bestaan vóórdat het koninkrijk van de Allerhoogste gegrondvest wordt. De tweede droom gaat over een strijd tussen een ram en een geitenbok. Het heeft kennelijk te maken met de tijd waarin iemand de Vorst van alle Vorsten zal uitdagen.
Diverse thema's komen duidelijk tot uiting. Er vindt in het universum, net als tussen oorlogvoerende volken, een onophoudelijke strijd plaats tussen de machten van goed en kwaad, tussen God en Satan, tussen gerechtigheid en onrechtvaardigheid, tussen moraliteit en immoraliteit. Diezelfde strijd woedt in elk van ons. Hoewel het kwaad ook in dit tijdperk tot zijn eigen vernietiging leidt, zal er een tijd komen waarin de grote uitroeiing van het kwaad en al zijn voorvechters zal plaatsvinden. Het zal dan om een laatste vernietiging gaan, die plaats zal maken voor een permanente toestand van vrede en gerechtigheid in het eeuwige koninkrijk van God.

Dan. 7:1-14 (552 v.C.)
DROOM VAN VIER BEESTEN. In het eerste regeringsjaar van koning Belsazar had Daniël een droom. Hij kreeg visioenen terwijl hij op bed lag en schreef ze later op. Dit was wat hij droomde:
In mijn nachtelijke droom zag ik de winden uit alle vier de windstreken losbarsten in een hevige storm die de grote zee geselde. Vier grote dieren rezen op uit het water, alle vier verschillend.
De eerste zag eruit als een leeuw, maar had ook arendsvleugels! Terwijl ik bleef kijken, werden zijn vleugels uitgerukt. Hij kon niet langer vliegen, maar werd opgetild en op zijn voeten overeind gezet als een mens en kreeg het verstand van een mens.
Het tweede dier leek op een beer. Hij had zijn ene poot opgeheven en hield drie ribben in zijn bek. Ik hoorde een stem zeggen: "Sta op! Eet veel vlees!"
Daarna keek ik naar het derde dier. Dit zag eruit als een panter, maar op zijn rug zaten vier vleugels als van een vogel en hij had vier koppen. Hem werd veel macht gegeven.
Terwijl ik toekeek in mijn droom, zag ik een vierde dier. Hij was afschrikwekkend en zag er geweldig sterk uit! Hij verscheurde zijn voedsel met zijn grote ijzeren tanden en het overige vertrapte hij onder zijn poten. Dit dier was heel anders dan de vorige dieren en had tien horens.
Terwijl ik op de horens lette, verscheen er plotseling een andere kleine hoorn tussen. Drie van de eerste horens werden ervoor uitgerukt. Deze kleine hoorn had ogen, die leken op mensenogen en een mond die allerlei grootspraak uitsloeg.
Ik keek toe

  hoe tronen werden neergezet
  en een Oude van Dagen (de Almachtige God) plaatsnam.
  Zijn kleren waren sneeuwwit
  en Zijn haar blank als zuivere wol.
  Hij zat op een vlammende troon,
  die op eveneens vlammende wielen reed.
  Een vuurstroom kwam naar boven
  en vloeide voor Hem uit.
  Miljoenen dienden Hem
  en miljarden mensen stonden vóór Hem.
  Het gerechtshof ging zitten
  en de boeken werden geopend.'

Terwijl ik keek, hoorde ik de overmoedige woorden van de hoorn van het vierde dier. Ik bleef kijken tot hij werd gedood en zijn lichaam werd verbrand. Wat de drie andere dieren betreft: Hun werd hun macht ontnomen, maar zij mochten nog enige tijd blijven leven.
Daarna zag ik in mijn droom de aankomst van een Mensenzoon; tenminste, daar leek Hij op. Hij kwam op de wolken van de hemel en werd naar de Oude van Dagen geleid. Hij ontving macht en heerschappij om te regeren en werd overladen met eerbewijzen. Mensen van allerlei volken en de meest uiteenlopende talen dienden Hem. Hij zal eeuwig heersen en aan Zijn macht zal geen einde komen. Zijn koningschap is zó geweldig dat het nooit ten val zal komen.

Dan. 7:15-18
INTERPRETATIE. Ik, Daniël, was in verwarring door alles wat ik had gezien en de visioenen maakten mij bang. Daarom ging ik naar één van hen die daar stonden en vroeg hem naar de betekenis van dit alles. Hij legde het mij uit.
"Die vier grote dieren", zei hij, "verbeelden vier koningen, die uit de aarde zullen opkomen en heersen. Daarna zal het heilige volk van de allerhoogste God de macht krijgen en de wereld voor altijd regeren; tot in alle eeuwigheid."

Dan. 7:19-22
DANIELS VERVOLGVRAGEN. Toen vroeg ik wat dat vierde dier te betekenen had, dat zo verschilde van de andere dieren en er gruwelijk uitzag met zijn ijzeren tanden en koperen klauwen, waarmee hij zijn voedsel verscheurde en het overige vertrapte onder zijn poten. Ik vroeg ook naar de betekenis van de tien horens op zijn kop en van die ene hoorn, die later opkwam en waarvoor er drie uitvielen. En waarom hij ogen had en een mond, die brallerige taal uitsloeg en waarom hij groter was dan de anderen. Want ik had gezien dat deze hoorn vocht tegen de heiligen en van hen won, tot de Oude van Dagen kwam en Zijn heiligen de overwinning gaf. Toen was het moment aangebroken, waarop zij de macht kregen.

Dan. 7:23-27
VERDERE UITLEG. "Dat vierde dier", vertelde hij mij, "is de vierde wereldmacht, die de aarde zal regeren. Het zal verschillen van alle andere. Het zal de hele wereld verslinden en alles vertrappen en vernietigen. Zijn tien horens zijn tien koningen, die in dat rijk zullen opstaan. Dan zal er nog een koning opstaan, die verschilt van de anderen en drie van hen ten val zal brengen. Hij zal tekeer gaan tegen de Allerhoogste God en Zijn heiligen achtervolgen. Hij zal proberen alle wetten, regels en gebruiken te veranderen. Drie en een half jaar lang zullen de heiligen aan zijn grillen worden overgeleverd.
Maar dan zal de Oude van Dagen komen en rechtspreken. Hij zal deze wrede koning zijn macht ontnemen en eens en voor altijd met hem afrekenen. Alle naties, koningen en grootheden onder de hemel zullen hun macht kwijtraken aan het heilige volk van God. Hij zal voor eeuwig over alles en iedereen regeren en alle machthebbers zullen Hem dienen en gehoorzamen."

Dan. 7:28
DANIEL ONTDAAN. Dit was het einde van de droom. Bij het ontwaken verkeerde ik, Daniël, in grote verwarring. Ik was helemaal ontdaan, maar vertelde niemand wat ik had gezien.

Dan. 8:1-14 (ca. 549 v.C.)
VISIOEN VAN RAM EN GEITENBOK. In het derde regeringsjaar van koning Belsazar had ik weer een visioen. In dit visioen was ik in Susan, de hoofdstad van het gewest Elam; ik zag mijzelf naast de rivier de Ulai staan. Toen ik om mij heen keek, zag ik een ram met twee lange horens aan de rivier staan. Eén van de horens was langer dan de andere, hoewel hij later opkwam. De ram stootte naar het westen, het noorden en het zuiden en niemand kon tegen hem standhouden of zijn slachtoffers redden. Hij deed wat hij wilde en werd erg groot.
Terwijl ik geboeid toekeek, verscheen plotseling een geitebok vanuit het westen. Hij bewoog zich zo snel over de hele aarde voort dat zijn poten de grond zelfs niet raakten. Deze bok had een opvallende hoorn tussen zijn ogen. Hij kwam bij de ram met de twee horens en stormde woest op hem af. Hij kwam steeds dichterbij en was kennelijk razend. Hij stootte de ram en brak daarbij diens beide horens. De ram was nu hulpeloos en de geitebok sloeg hem tegen de grond en vertrapte hem. En niemand deed een poging de ram te redden. De geitebok werd trots en machtig, maar op het toppunt van zijn macht brak plotseling zijn grote hoorn af en op die plaats kwamen vier opvallende horens op. Zij waren gericht naar de vier windstreken.
Eén van hen, die klein begon, werd al gauw buitengewoon sterk. Hij viel het zuiden en het oosten aan en vocht ook tegen Israël. Hij streed zelfs tegen het leger van de hemel en versloeg enkele leden van dat leger. Hij waagde het bovendien de vorst van het hemelse leger uit te dagen door het dagelijkse offer dat aan Hem werd gebracht, af te schaffen en bovendien Zijn tempel te ontwijden. Het heiligdom en het dagelijks offer werden het slachtoffer van de wetteloosheid. Daardoor verdwenen waarheid en rechtvaardigheid en triomfeerde het kwaad.
Daarna hoorde ik twee heilige engelen met elkaar praten. Eén van hen zei: "Hoelang zal het nog duren voor het dagelijkse offer weer in ere wordt hersteld? Wanneer zal de ontwijding van de tempel ophouden en Gods volk triomferen?"
De ander antwoordde: "Pas over 2300 dagen zal het heiligdom in ere worden hersteld."

Dan. 8:15-26
VERKLARING GEGEVEN. Terwijl ik, Daniël, dit visioen bekeek, stond er plotseling een man voor mij. Tenminste, hij zag eruit als een man. Ik hoorde een menselijke stem van over de rivier de Ulai roepen: "Gabriël, vertel hem wat het visioen betekent."
Hij liep op mij af en van schrik wierp ik mij languit op de grond. "Mensenkind", zei hij, "u moet begrijpen dat dit visioen betrekking heeft op de eindtijd."
Terwijl hij dat zei, viel ik flauw. Hij raakte mij echter aan en hielp mij overeind.
"Ik ben gekomen", zei hij, "om u te vertellen wat er gaat gebeuren als de tijd van verschrikking ten einde loopt. Want wat u hebt gezien, is de laatste gebeurtenis in de geschiedenis. De twee horens van de ram die u hebt gezien, zijn de koningen van Medië en Perzië. De harige geitebok is de koning van Griekenland en de lange hoorn tussen zijn ogen verbeeldt de eerste grote koning. Daarna zag u dat de eerste hoorn werd afgebroken en dat vier anderen in zijn plaats kwamen. Dit betekent dat het rijk in vier koninkrijken zal uiteenvallen. Maar geen van hen zal zo sterk zijn als het eerste. Deze koninkrijken laten, kort voor zij ten val komen, de boosdoeners de maat vol maken.
Dan zal een andere koning aan de macht komen. Een hardvochtig en listig man. Hij zal grote kracht bezitten, maar het zal niet zijn eigen kracht zijn. Hij zal ongehoorde verwoestingen aanrichten en wat hij ook doet, het lukt hem allemaal. Hij zal machtige tegenstanders overwinnen en ook het heilige volk te gronde richten. Meestermisleider als hij is, zal hij op drieste wijze velen ombrengen. Hij zal het zelfs wagen de strijd aan te binden met de vorst der vorsten, maar bezegelt daarmee zijn ondergang. Hij zal omkomen, maar niet door toedoen van mensen.
En u hoorde in uw visioen over de 2300 dagen die eerst voorbij moeten zijn, voordat de erediensten in ere worden hersteld. Dit getal moet u letterlijk opvatten. Vertel niemand iets over dit visioen, want het gaat over een verre toekomst."

Dan. 8:27
DANIEL VERBIJSTERD. Toen was ik uitgeput en lag enige dagen ziek op bed. Daarna stond ik op en hervatte mijn dienst bij de koning. Ik was verbijsterd over het visioen, maar kon er met niemand over spreken.

Daniël wist zelf niet goed wat hij moest denken van alles wat hij gezien had. Maar de vele moeilijke vragen die deze visioenen oproepen, moeten de duidelijkere boodschap ervan niet vertroebelen: de boodschap van hoop.


Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- september



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen