6 december


Brief aan de Romeinen

Tijdens dit korte verblijf in Corinthe, ergens rond 56-58 na Christus, schrijft Paulus een brief aan de heiligen in Rome. Hierin zegt hij hoe graag hij hen wil bezoeken, maar dat hij op dit moment niet in staat is om dat ook daadwerkelijk te doen. Hij zegt dat hij eerst naar Jeruzalem moet gaan om daar giften af te leveren die zijn geschonken door de broeders in Macedonië en Achaje. Paulus voorziet dat hij uiteindelijk de gelegenheid zal krijgen om Rome te bezoeken wanneer hij naar Spanje zal gaan. Hij voelt misschien ook behoefte om zijn geloofwaardigheid aan te tonen voordat hij deze reis gaat maken. Daarom legt hij eerst zorgvuldig het evangelie uit en hoe dit afsteekt tegen de Wetten van Mozes. Vervolgens sluit hij af met gevarieerd, praktijkgericht onderwijs dat noodzakelijkerwijs voortkomt uit dat evangelie.
Het thema van deze brief van Paulus is dat zij die door hun geloof rechtschapen zijn de mensen zullen zijn die werkelijk leven. Paulus begint met een beschouwing van het oordeel en de gerechtigheid van God. Onder Gods oordeel is zelfs de man die zichzelf “rechtschapen” vindt een zondaar zonder excuses. Onder Gods gerechtigheid is zelfs de “zondige” man gerechtvaardigd en door Gods genade met Hem verzoend. Paulus laat vervolgens zien hoe we dankzij Jezus vrij zijn van het oordeel, de zonde, de wet en zelfs de dood. Daarna bespreekt Paulus het unieke probleem waar de Joden mee te maken hebben die al moeite hebben te geloven dat de God van de Joden ook niet-Joden deel zou laten uitmaken van de beloften aan Abraham. Nadat hij een diepe theologische fundering legt, sluit Paulus de brief af met praktische aanwijzingen voor de verandering van onze levens voor Christelijke dienstbaarheid en voor ons gedrag in relatie tot onze naasten, onze burgerlijke overheid en onze broeders en zusters die geestelijk zwakker zijn. De kern van de brief is de superioriteit van een gehoorzaam geloof; pogingen om de eigen redding te bewerkstelligen door middel van het strikt naleven van de wet zijn zinloos. Gods genade wordt niet gezien als een vervanging van de wet, maar als een hogere motivatie om gehoorzaam te zijn aan Gods wetten.

Rom. 1:1-7
GROET. Dit is een brief van Paulus, een dienaar van Christus Jezus. Hij heeft mij uitgekozen om Zijn apostel te zijn en overal het goede nieuws bekend te maken, namelijk dat God nú heeft gedaan wat Hij lang geleden door Zijn profeten in de Boeken al had beloofd. Het gaat over Gods Zoon, Jezus Christus, onze Here. Menselijk gezien stamt Hij van David af. Doordat Hij terugkwam uit de dood heeft de Heilige Geest bewezen dat Hij de machtige Zoon van God is. Jezus Christus heeft mij genade gegeven en tot apostel gemaakt. Ik moet in de hele wereld mensen oproepen God te gehoorzamen en in Jezus Christus te geloven. U hoort daar ook bij; ook u bent geroepen om bij Jezus Christus te horen.

Beste vrienden van God in Rome, die geroepen zijn om bij God te horen:

Het is mijn diepe verlangen dat u de genade en de vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus zult ervaren.

Rom. 1:8-15
VERLANGEN OM BIJ ROMEINEN TE ZIJN. Om te beginnen dank ik God door Jezus Christus voor u allemaal. Want het nieuws dat u in Christus gelooft, gaat over de hele wereld. God weet dat ik voortdurend voor u bid. Ik dien Hem met hart en ziel en vertel de mensen het goede nieuws over Zijn Zoon. Telkens wanneer ik bid, vraag ik God of ik (als Hij het tenminste goed vindt) een veilige reis naar Rome mag maken om u te bezoeken.
Ik verlang ernaar u te zien. Ik wil u zo graag iets geestelijks geven, iets waardoor u versterkt wordt. Of kan ik het beter zo zeggen: Ik wil graag dat u en ik door elkaars geloof bemoedigd zullen worden. U moet weten, broeders, dat ik vaak van plan ben geweest u te bezoeken om bij u (net als bij andere volken) mensen voor Christus te winnen. Maar tot nu toe ben ik telkens verhinderd.
Het is namelijk mijn plicht beschaafde én primitieve volken, ontwikkelde én ongeletterde mensen het goede nieuws te brengen. Daarom verlang ik er vurig naar om, voor zover dat in mijn vermogen ligt, ook u in Rome die blijde boodschap te brengen.

Rom. 1:16,17
THEMA VAN HET EVANGELIE. Ik schaam mij niet voor dit goede nieuws. Het is immers door de kracht van God het middel waardoor mensen die het geloven, gered worden. In de eerste plaats is dit nieuws voor de Joden, maar ook voor alle andere volken. Want in die blijde boodschap wordt de rechtvaardigheid van God bekendgemaakt. Dit betekent dat iedereen volkomen op Hem moet vertrouwen. De profeet Habakuk heeft immers geschreven: "De rechtvaardige zal in vertrouwen op Mij leven."

Oordeel van God

Rom. 1:18-23
NIET-JODEN WEZEN GOD AF. Vanuit de hemel straft God alle slechte, zondige mensen, die de waarheid niet willen accepteren. Want die mensen kunnen heel goed weten dat God er is. Hij heeft het hun Zelf bekendgemaakt. God is wel onzichtbaar, maar Zijn werk (alles wat Hij heeft geschapen) bewijst Zijn eeuwige kracht. Want sinds het ontstaan van de wereld is Zijn bestaan duidelijk te herkennen uit wat Hij gemaakt heeft. Daarom hebben de mensen geen enkele verontschuldiging.
Hoewel de mensen in staat waren God te kennen, wilden zij Hem niet de eer geven die Hem toekomt en Hem niet eens danken voor alles wat Hij heeft gedaan. Zij hielden zich met allerlei ideeën bezig. In hun verdwazing raakten zij het spoor bijster. Hoewel zij dachten dat ze alles wisten, waren zij in werkelijkheid dom. In plaats van de eeuwige God te eren, maakten zij afgodsbeelden van sterfelijke mensen, vogels, zoogdieren en reptielen.

Rom. 1:24,25
AFGODERIJ LEIDDE TOT IMMORALITEIT. Daarom liet God hen een speelbal worden van hun eigen onreine begeerten, zodat hun lichamen misbruikt en onteerd werden. Zij ruilden Gods waarheid in voor de leugen. Zij vereerden de dingen die God gemaakt heeft in plaats van God Zelf. Hij is toch de Maker! Hem komt alle eer toe, voor altijd en eeuwig.

Rom. 1:26,27
HET NATUURLIJKE VERVANGEN DOOR HET ONNATUURLIJKE. Daarom heeft God hen losgelaten en zijn hun slechte begeerten hun de baas geworden. Het is zelfs zo erg dat de vrouwen zich van een natuurlijk seksueel leven hebben afgekeerd en op tegennatuurlijke wijze met elkaar omgaan. En met de mannen is het al even erg. Die willen niets meer weten van een natuurlijke seksuele omgang met vrouwen, maar branden van begeerte naar elkaar. Mannen die schandelijke dingen doen met andere mannen! Zij ondervinden in hun diepste wezen de gevolgen van hun afdwalen van God. Dat is hun verdiende loon.

Rom. 1:28-32
REINHEID VERVANGEN DOOR ZONDIGHEID. Omdat zij niets van God wilden weten, heeft God hen overgelaten aan alles wat in hun verdorven gedachten opkomt. Zij gaan zich te buiten aan allerlei onbehoorlijke dingen. Zij zitten vol onrechtvaardigheid en misdaad, vol hebzucht, kwaadaardigheid en jaloezie. Zij zijn uit op moord, ruzie, list en bedrog. Gemeen als ze zijn, houden zij van roddel en kwaadsprekerij. Zij haten God. Het zijn brutale, verwaande opscheppers. Ze weten altijd wel iets slechts te bedenken en zijn hun ouders ongehoorzaam. Zij zijn onverstandig en onbetrouwbaar, ongevoelig en genadeloos. Zij weten dat God dit niet kan toestaan. Want wie zoiets doet, verdient de eeuwige dood. Maar toch doen ze het. Erger nog: Zij vinden het prachtig als anderen eraan meedoen.

Rom. 2:1-5
ALLE MENSEN ZIJN ZONDAARS. Maar ook alle andere mensen treft dit oordeel. Want wie zegt dat dergelijke mensen streng gestraft moeten worden, veroordeelt daarmee zichzelf. U doet immers dezelfde dingen? Wij weten dat God rechtvaardig oordeelt. Hij geeft ieder die zulke slechte dingen doet een rechtvaardige straf. Of denkt u misschien dat u, die anderen veroordeelt voor dingen die u zelf ook doet, Gods straf zult ontlopen? Bent u dan niet blij dat God zoveel liefde toont en trouw en geduldig is? Begrijpt u niet dat Hij zo lang met Zijn straf wacht om u de kans te geven met de zonde te breken?
Maar nee, u blijft hardnekkig weigeren uw leven te veranderen. Het is uw eigen schuld als de toorn van God u treft op de dag van het rechtvaardige oordeel.

Rom. 2:6-11
GODS OORDEEL ONPARTIJDIG. Als Hij de wereld oordeelt, zal Hij ieder geven wat hij verdient. Hij geeft eeuwig leven aan hen die geduldig de wil van God doen, op zoek naar de glorie en eer en het leven dat nooit eindigt. Anderzijds zal Hij Zijn strenge straf laten neerkomen op hen die alleen maar aan zichzelf denken en die, in plaats van zich aan de waarheid te houden, onrecht doen. Wie liever kwaad doet, zal vreselijke pijn en ellende te verduren krijgen. Dat geldt voor iedereen: Niet alleen voor de Joden, maar ook voor alle andere mensen. Maar ieder die het goede doet, zal door God worden verhoogd en vrede ervaren. Ook dat geldt niet alleen voor de Joden, maar eveneens voor alle andere mensen. Want voor God zijn alle mensen gelijk.

Rom. 2:12-16
MENSEN ZONDER DE WET. De mensen die de wet van God niet kennen, gaan verloren zonder dat er naar de wet verwezen wordt. En de mensen die de wet van God wel kennen, worden door de wet veroordeeld. Om voor God vrijuit te gaan, moet u doen wat Hij wil, of u Zijn wet nu kent of niet. Hoewel er veel volken zijn die de geschreven wet van God niet hebben, doen die van nature toch wat God wil. Daaruit blijkt dat zij weten wat goed en kwaad is. De wet van God staat in hun hart geschreven. Hun geweten vertelt hun wat zij moeten doen: Of hun gedachten klagen hen aan, óf hun gedachten spreken hen vrij. Dit is het goede nieuws dat ik breng: Er komt een dag dat Jezus Christus in opdracht van God Zijn oordeel zal uitspreken over het verborgen leven van de mensen, over hun diepste gedachten.

Rom. 2:17-24
WET KAN NIET RECHTVAARDIGEN. En u, die er trots op bent Joden te zijn, vertrouwt op de geschreven wet van God! U bent er trots op dat u de enige, ware God kent en weet wat Hij wil. Omdat u onderwijs uit de wet krijgt, kunt u onderscheiden wat goed is. Daarom beschouwt u zich als mensen die blinden op de goede weg leiden, als een licht voor hen die in het duister leven. Omdat in Gods wet de waarheid en de kennis onder woorden zijn gebracht, denkt u buitenstaanders en kinderen iets te kunnen leren. Maar als u anderen onderwijst, waarom onderwijst u zichzelf dan niet? U beweert dat men niet mag stelen. Steelt u zelf dan niet? U zegt dat men geen overspel mag plegen. Maar wat doet u zelf? U zegt dat u een grote afkeer van afgoden hebt. Toch hebt u uw eigen afgod: het geld! Want u berooft de tempel! U gaat er prat op Gods wet te kennen. Maar waarom maakt u God dan te schande door Zijn wet te overtreden? Er staat niet voor niets in de Boeken: "Het is uw schuld dat de naam van God over de hele wereld door het slijk gehaald wordt!"

Rom. 2:25-29
BESNIJDENIS KAN NIET RECHTVAARDIGEN. Uiteraard heeft uw besnijdenis naar de Joodse wet alleen waarde als u zich aan de wet houdt. Maar als u dat niet doet, bent u niet beter af dan de mensen die geen Jood zijn. Als niet-Joden zich aan de wet houden, zal God hun dan ook niet alles geven wat Hij de Joden beloofd heeft? Zij die niet van geboorte Jood zijn, maar wel de wet van God naleven, zullen u (die de wet kent, maar niet houdt) veroordelen. Omdat u als Jood geboren bent en volgens Joods gebruik besneden, bent u nog geen echte Jood. Nee, een echte Jood is iemand die in zijn hart recht voor God staat. Het gaat er niet om of u lichamelijk besneden bent, maar of uw hart en gedachten voor God geopend zijn. Iedereen die zo'n levensverandering heeft ondergaan, krijgt zijn eer van God, niet van mensen.

Rom. 3:1-4
TROTS OP AFKOMST. Is het dan niet belangrijk om Jood te zijn? Wat heeft de besnijdenis dan voor nut? Veel! In alle opzichten! In de eerste plaats omdat God Zich juist aan de Joden heeft bekendgemaakt. Hij heeft hun Zijn woorden toevertrouwd.
Als sommigen van hen ontrouw zijn geweest, zal God daardoor dan ook ontrouw worden? Nee! Ieder mens mag dan een leugenaar zijn, God is het niet; Hij spreekt altijd de waarheid. Er staat immers in de Psalmen:

  "Here, Uw uitspraken zijn altijd rechtvaardig.
  U wint al Uw rechtszaken."

Rom. 3:5-8
GODS OORDEEL IS RECHTVAARDIG. Maar als onze onrechtvaardigheid de rechtvaardigheid van God bevestigt, hebben wij dán recht van spreken? Is God dus onrechtvaardig als Hij ons oordeelt? Dat is natuurlijk een menselijke gedachte! Nee, God is niet onrechtvaardig! Anders zou Hij toch geen rechter van de wereld kunnen zijn. Maar als God meer eer ontvangt door mijn oneerlijkheid (omdat die zo schril afsteekt tegen de waarheid van God) waarom word ik dan nog als zondaar veroordeeld? Sommigen laten ons zeggen: Doe het kwade dan maar, opdat het goede daaruit voortkomt. Deze mensen verdienen het oordeel.

Rom. 3:9-18
ALLE MENSEN ONDER OORDEEL. Wil ik hiermee zeggen dat wij als Joden beter zijn dan de andere volken? Nee, absoluut niet. Ik heb al eerder gezegd dat alle mensen, Jood of niet-Jood, schuldig zijn. Ze worden allen beheerst door de zonde. Het staat zo in de Boeken:

  "Voor God is niemand rechtvaardig, werkelijk niemand.
  Er is niemand verstandig.
  Er is niemand die echt zijn best doet om God te vinden.
  Alle mensen hebben zich van God afgekeerd;
  zij zijn met elkaar de verkeerde weg opgegaan!
  Niemand doet wat goed is,
  zelfs niet één.
  De mensen slaan walgelijke, gemene taal uit.
  Zij gebruiken hun tong voor leugen en bedrog.
  Hun lippen spuwen dodelijk vergif.
  Hun mond is vol vloeken en hatelijkheden.
  Zij staan meteen klaar om te doden;
  waar zij geweest zijn, laten zij een spoor van verwoesting en ellende achter.
  Zij weten niet hoe zij in vrede moeten leven.
  Zij houden geen rekening met God.
  Van enig ontzag voor Hem is geen sprake."

Rom. 3:19,20
WET IS EEN ONDERWIJSMIDDEL. Het is duidelijk dat deze woorden in het bijzonder gelden voor de Joden, die Gods wet hebben. Zo wordt iedereen de mond gesnoerd en gaat niemand vrijuit. De hele wereld moet schuld bekennen voor God. Ook al houdt men zich aan de wet, dan nog gaat men voor God niet vrijuit. Het enige wat de wet doet, is de mens bewust maken van zijn zonde.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- december



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen